Regeling vervallen per 01-05-2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 30-04-2016

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2015

HOOFDSTUK 1 Persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning

gemeente Nunspeet 2015

Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Nunspeet

December 2014 – afdeling Dienstverlening – gemeente Nunspeet

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2015

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

gelet op het bepaalde in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, alsmede de

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2015

besluit vast te stellen het volgende:

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2015

In dit Besluit en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder ‘verordening’: de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2015. Voor wat betreft de andere begrippen wordt verwezen naar artikel 1 van genoemde verordening.

Artikel 1. Bedragen voor ondersteuning geleverd door professionele hulpverleners die werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden

De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren respectievelijke dagen per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:

  • a.

    begeleiding individueel Wmo basis met € 45,24 per uur

  • b.

    begeleiding individueel Wmo module gedrag met € 60,35 per uur

  • c.

    begeleiding individueel Wmo module ondersteuning bij ADL met € 39,23 per uur

  • d.

    begeleiding groep Wmo basis € 10,79 per uur

  • e.

    begeleiding groep Wmo module gedrag met € 13,29 per uur

  • f.

    begeleiding groep Wmo module ondersteuning bij ADL met € 9,44 per uur

  • h.

    begeleiding bij onderwijs 18+ met € 11,56 per uur

  • i.

    Begeleiding bij werk € 9,51 per uur

  • j.

    Kortdurend verblijf met € 51,75 per dag

  • k.

    Hulp bij het huishouden categorie 1 met € 14,39

  • l.

    Hulp bij het huishouden categorie 2 met € 18,50

  • m.

    Hulp bij het huishouden categorie 3 met € 21,38

Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief BTW.

Artikel 2. Bedragen voor ondersteuning geleverd door hulpverleners die niet werken volgens vastgestelde kwaliteitsstandaarden

De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:

  • a.

    begeleiding individueel Wmo basis met € 33,93 per uur

  • b.

    begeleiding individueel Wmo module gedrag met € 45,26 per uur

  • c.

    begeleiding individueel Wmo module ondersteuning bij ADL met € 29,42 per uur.

  • d.

    Hulp bij het huishouden categorie 1 met € 14,39 per uur

  • e.

    Hulp bij het huishouden categorie 2 met € 18,50 per uur

  • f.

    Hulp bij het huishouden categorie 3 met € 21,38 per uur

Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief BTW.

Artikel 3. Bedragen voor ondersteuning geleverd door hulpverleners vanuit het sociale netwerk

De omvang van een persoonsgebonden budget wordt bepaald door het werkelijk aantal geïndiceerde uren per week te vermenigvuldigen ten aanzien van:

  • a.

    begeleiding individueel Wmo basis met € 20,00 per uur

  • b.

    begeleiding individueel Wmo module gedrag met € 20,00 per uur

  • c.

    begeleiding individueel Wmo module ondersteuning bij ADL met € 20,00 per uur

  • d.

    Hulp bij het huishouden categorie 1 met € 14,39

  • e.

    Hulp bij het huishouden categorie 2 met € 18,50

  • f.

    Hulp bij het huishouden categorie 3 met € 20,00

Alle hier genoemde bedragen zijn maximum tarieven inclusief BTW.

Artikel 4. Bedragen voor vervoer bij begeleiding

De hoogte van het persoonsgebonden budget als opslag voor vervoer bij begeleiding groep bedraagt;

  • a.

    bij regulier vervoer € 7,95

  • b.

    bij rolstoelgebruik € 19,00.

De hier genoemde bedragen zijn maximum bedragen en gelden voor de heen- en terugreis.

Artikel 5. Bedragen voor woonvoorzieningen

  • 1. Het bedrag voor een persoonsgebonden budget voor een woonvoorziening bedraagt 100 % van het bedrag, zoals vermeld in de door het college geaccepteerde offerte, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering.

  • 2. Het bedrag voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 2.692,00.

  • 3. Het in artikel 17 lid 6 van de Verordening genoemde afschrijvingsschema van 10 jaar luidt als volgt:

    • -

      voor het eerste jaar : 100% van de meerwaarde;

    • -

      voor het tweede jaar : 90% van de meerwaarde;

    • -

      voor het derde jaar : 80% van de meerwaarde;

    • -

      voor het vierde jaar : 70% van de meerwaarde;

    • -

      voor het vijfde jaar : 60% van de meerwaarde;

    • -

      voor het zesde jaar : 50% van de meerwaarde;

    • -

      voor het zevende jaar : 40% van de meerwaarde;

    • -

      voor het achtste jaar : 30% van de meerwaarde;

    • -

      voor het negende jaar : 20% van de meerwaarde;

    • -

      voor het tiende jaar : 10% van de meerwaarde.

  • 4. Om de meerwaarde van de woning bij verkoop vast te stellen wordt bij verkoop van de woning de op dat moment toepasselijke WOZ waarde als basis genomen.

Artikel 6. Het Primaat van verhuizen

Van het primaat van de verhuizing wordt afgezien indien de noodzakelijke aanpassingskosten en verhuiskosten lager zijn dan € 7.500,00.

Artikel 7. Bedragen voor individuele hulpmiddelen

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een individuele voorziening voor hulpmiddelen wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van het hulpmiddel die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als het hulpmiddel in natura zou zijn verstrekt, indien nodig verhoogd met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering. Het bedrag is bedoeld om te voorzien in aanschaf, onderhoud, reparatie en verzekering van een voorziening voor een periode van 5 jaar.

Artikel 8. Vervoersvoorziening

  • 1.

    Het aantal zones collectief vervoer is gemaximeerd op 800 zones per persoon per kalenderjaar.

  • 2.

    Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een (eigen)auto bedraagt maximaal € 1.292,00;

  • 3.

    Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een taxi bedraagt maximaal

€ 1.939,00;

4.Het bedrag dat per jaar verstrekt wordt voor gebruik van een rolstoeltaxi bedraagt maximaal € 2.584,00.

HOOFDSTUK 2 Bijdrage in de kosten

Artikel 9. Bedragen (eigen) bijdrage maatwerkvoorzieningen

De bedragen en de percentages die gelden voor de berekening van een eigen bijdrage zijn gelijk aan de maximale bedragen zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 10. Nadere regels

Nadere bepalingen ten aanzien van dit besluit kunnen worden opgenomen in beleidsregels Maatschappelijk ondersteuning, het uitvoeringsbesluit PGB en in bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van dit besluit, indien toepassing van dit besluit tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11. Indexering

De bedragen genoemd in dit Besluit kunnen jaarlijks worden geïndexeerd.

Artikel 12. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2015’ en treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

  • 2. Het ‘Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet 2014 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015.

Toelichting Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet.

Inleiding

Naast de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet is er ook een Besluit maatschappelijke ondersteuning. In dit besluit zijn alle bedragen bij elkaar gebracht die op basis van de Verordening moeten worden vastgesteld. Het voordeel van het opnemen van alle bedragen in een Besluit is dat bij wijziging van de bedragen (bijvoorbeeld omdat er aan de hand van de prijsindex een bijstelling van bedragen plaatsvindt) de verordening niet gewijzigd hoeft te worden en niet opnieuw het gehele besluitvormingstraject in de raad hoeft te worden gevolgd.

HOOFDSTUK 1 Persoonsgebonden budget (PGB)

Gemeenten krijgen de vrijheid om zelf de hoogte van het tarief voor het PGB te bepalen. Hierbij krijgen de gemeente ook ruimte om indien gewenst te kiezen voor differentiatie binnen de tarieven. Wel wordt van gemeenten verwacht dat zij in de verordening vastleggen hoe zij de tarieven voor het PGB bepalen.

Gemeenten kunnen in de verordening bijvoorbeeld onderscheid maken tussen ondersteuning die wordt geleverd door professionele hulpverleners en ondersteuning geleverd door het sociale netwerk van de aanvrager. Zo kan ook onderscheid gemaakt worden tussen ondersteuning die wordt geleverd door hulpverleners die werken volgens de bepaalde kwaliteitsstandaarden en ondersteuning geleverd door hulpverleners die dat niet doen (zoals werkstudenten, en zzp’ers zonder gespecialiseerde opleiding).

De hoogte van de tarieven voor het PGB moet toereikend zijn. Dat betekent dat de tarieven in ieder geval een situatie dienen te realiseren, waarbij de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en dat deze persoon zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.

De wijze waarop het PGB wordt berekend is vastgelegd in de Uitvoeringsregels persoonsgebonden budget (PGB) in de Wmo en Jeugdwet en de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet.

HOOFDSTUK 2 Bijdrage in de kosten

Hier wordt aangegeven dat de eigen bijdrage voor alle maatwerkvoorzieningen (zowel voor zorg in natura, als voor een PGB) worden berekend zoals vastgelegd in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. In dit Uitvoeringsbesluit is vastgesteld op welke wijze de eigen bijdrage berekend moeten worden en dat het Centraal Administratiekantoor (CAK) door de Minister is aangewezen als instantie die de eigen bijdragen in het kader van de Wmo vaststelt en int.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

De in dit hoofdstuk opgenomen artikelen spreken voor zich.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeesters en wethouders van Nunspeet van 18 december 2014.

de burgemeester, de secretaris,