Verordening categoriale bijzondere bijstand 65+ maatschappelijke participatie

Geldend van 03-01-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening categoriale bijzondere bijstand 65+ maatschappelijke participatie

Categoriale bijzondere bijstand 65+ maatschappelijke participatie Wwb 2012 Gemeente Oisterwijk

regelt in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen van 65 jaar en ouder met een laag inkomen in aanmerking kunnen komen voor bijzondere bijstand ten behoeve van maatschappelijke participatie.

Datum vaststelling college : 03-01-2012

Datum bekendmaking/publicatie in de Nieuwklok/website : 05-01-2012

Datum inwerkingtreding : 13-01-2012.

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsbepalingen.

  • 1.

    Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de WWB.

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Oisterwijk

    • c.

      sociaal-culturele, educatieve respectievelijk sportieve activiteit: een maatschappelijke,

      educatieve, sportieve of culturele activiteit die beoogt een sociaal isolement te

      voorkomen of te doorbreken.

    • d.

      Ingezetene: elke rechtmatig in Nederland verblijvende persoon die op de dag van de aanvraag ingeschreven is in de Gemeentelijke basisadministratie (Gba) van de gemeente Oisterwijk;

    • e.

      Inkomen: het netto verzamelinkomen uit of in verband met arbeid; inkomsten uit vermogen, inkomsten uit sociale zekerheidsuitkeringen, uitkeringen tot levensonderhoud en alle andere bronnen van inkomen zoals genoemd in artikel 32, lid 1 onder a van de WWB. Het inkomen wordt berekend zonder vakantietoeslag;

    • f.

      Inkomensgrens: de grens van maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;

    • g.

      Vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Wwb waarbij uitgegaan wordt van de maximale vermogensgrenzen zoals bedoeld in artikel 34, derde lid van de Wwb.

      Het vermogen in de eigen woning wordt hierbij buiten beschouwing gelaten;

    • h.

      Peildatum: de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend;

Artikel 2 Doelstelling

Deze regeling beoogt, door middel van het toekennen van bijzondere bijstand, te voorkomen of te doorbreken dat personen vanwege hun financiële positie in een situatie van maatschappelijk isolement dreigen te geraken. De bijzondere bijstand wordt alleen verstrekt voor de voorzieningen voor maatschappelijke participatie en hebben uitsluitend betrekking op sociaal-culturele en sportieve activiteiten.

Artikel 3 Grondslag van de regeling

Deze regeling is gebaseerd op het bepaalde in artikel 35, derde lid van de WWB.

HOOFDSTUK II RECHT 0P BIJZONDERE BIJSTAND VOOR MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE

Artikel 4 Voorwaarden

  • 1.

    Uitsluitend een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 35 lid 5 WWB,met een in

    aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste 110 procent van de op hem van toepassing

    zijnde bijstandsnorm en die niet over een vermogen beschiktdat hoger is dan de geldende

    vermogensgrens, komt in aanmerking voor categoriale bijzondere bijstand op grond

    van deze regeling. Het vermogen in de eigen woning wordt buiten beschouwing gelaten.

  • 2.

    Bij het vaststellen van het vermogen wordt van het saldo op de lopende rekening een bedrag

    vrijgelaten in verband met lopende uitgaven ter hoogte van:

    Gezin € 1.850,00

    Alleenstaande ouder € 1.650,00

    Alleenstaande € 1.300,00

  • 3.

    Indien de aanvrager gehuwd is met een partner, welke partner ten tijde van indiening van de aanvraag in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1, onderdeel f van de WWB, is voor de aanvrager de hoogte van bijzondere bijstandtegemoetkoming gelijk aan die voor hem/haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel 5 Uitsluitingen

Geen recht op een bijzondere bijstandtegemoetkoming heeft degene die weliswaar tot de doelgroep behoort maar die een uitkering dan wel een persoonlijke toelage ontvangt op grond van de Regeling opvang asielzoekers (ROA), de Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen (Rvb).

Artikel 6 Kosten waarvoor een bijzondere bijstandtegemoetkoming kan worden verleend

  • 1. Bijzondere bijstand kan, gezien het bepaalde in artikelen 2, 3 en 4 van deze regeling, alleen worden verstrekt als bijdrage in de kosten:

    • §

      die voortvloeien uit het lidmaatschap van sport- en ontspanningsverenigingen, ouderenorganisatie en dergelijke;

    • §

      van dagtrips (bijvoorbeeld bioscoop, concert, schouwburg, musea en pretpark);

    • §

      die voortvloeien uit deelname aan cursussen;

    • §

      verbonden aan het abonnement van de openbare bibliotheek;

    • §

      van dagopvang voor een persoon van 65 jaar of ouder;

    • §

      abonnement op kranten en tijdschriften;

    • §

      telefoonabonnement.

  • 3. De aanvrager kan bijzondere bijstand als bedoeld in artikelen 4 en 6 van deze regeling aanvragen voor zichzelf en zijn of haar partner.

Artikel 7 Aanvraag

  • 1. De bijzondere bijstand kan uitsluitend schriftelijke worden aangevraagd middels het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag kan gedurende het gehele kalenderjaar alsmede binnen één maand na afloop van het kalenderjaar waarop de kosten betrekking hebben worden ingediend.

  • 3. Bij de aanvraag hoeft geen bewijs van deelname aan een sociaal-culturele en/of sportieve activiteit waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, te worden overgelegd. Het recht op deze regeling wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. Door het indienen en ondertekenen van een aanvraag gaat aanvrager akkoord met medewerking aan een steekproef.

Artikel 8 Hoogte bijzondere bijstandtegemoetkoming

De bijzondere bijstand op grond van deze regeling bedraagt maximaal per persoon € 204,00 per kalenderjaar.

Artikel 9 Vaststelling en betaalbaarstelling

  • 1. Op de aanvraag wordt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een beslissing genomen.

  • 2. De betaalbaarstelling vindt dan plaats binnen vier weken na de beslissing op een daartoe door aanvrager op te geven bank- of girorekening.

  • 3. Anders dan in artikel 4:95 van de Awb is bepaald, wordt er in het kader van deze regeling geen voorschot verstrekt.

Artikel 10 Intrekking / wijziging

  • 1.

    Het college kan de beschikking tot het verlenen van bijzondere bijstand intrekken of wijzigen indien:

    • -

      de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid;

    • -

      de beschikking anderszins onjuist was en de ontvanger van de bijzondere bijstand dit wist of redelijkerwijs kon weten;

    • -

      uit controle door het college achteraf blijkt dat er geen recht was op verstrekking van de bijzondere bijstand.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de bijzondere bijstand is verstrekt.

Artikel 11 Overgangregeling

Aanvragen voor bijzondere bijstand voor maatschappelijke activiteiten, die voor de inwerkingtreding van de categoriale bijzondere bijstand 65+ maatschappelijke participatie Wwb 2012 in behandeling waren, worden conform de Regeling maatschappelijke participatie 2011 afgehandeld.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking 8 dagen na publicatie.

  • 2. De Regeling maatschappelijke participatie 2011 wordt ingetrokken met ingang van datum inwerkingtreding van de categoriale bijzondere bijstand 65+ maatschappelijke participatie Wwb 2012.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de "categoriale bijzondere bijstand 65+ maatschappelijke participatie Wwb 2012”.