Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Oisterwijk 2014

1. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bezwaar tegen complexe besluiten en bezwaar tegen eenvoudige besluiten.

2. Het college bepaalt welke besluiten als complex worden aangemerkt. De overige besluiten zijn eenvoudig.

3. Een eenvoudig besluit kan alsnog door de secretaris, zo nodig in overleg met de onafhankelijk adviseur, worden aangemerkt als een complex besluit, waarna het bezwaar door de commissie wordt behandeld.

1. Er is een commissie en er zijn onafhankelijk adviseurs.

2. De commissie en de onafhankelijk adviseurs zijn belast met de advisering over de volledige heroverweging van bestreden besluiten die zijn genomen door de raad, het college of de burgemeester.

3. De commissie en de onafhankelijk adviseurs zijn niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

• a.

  de rechtspositieregelingen voor personeel in dienst van de gemeente;

• b.

  een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

1. Het horen van partijen naar aanleiding van en het adviseren van het verwerend orgaan over een bezwaarschrift tegen een complex besluit geschiedt door de commissie.

2. Het horen van partijen naar aanleiding van en het adviseren van het verwerend orgaan over een bezwaarschrift tegen een eenvoudig besluit geschiedt door een onafhankelijk adviseur.

1. Indien een onafhankelijk adviseur tijdens de behandeling van het bezwaar tot inzicht komt dat het bezwaarschrift zich leent voor behandeling door de commissie, maakt hij/zij dit kenbaar aan het verwerend orgaan.

2. Het verwerend orgaan draagt er in dat geval zorg voor dat het bezwaar alsnog door de commissie wordt behandeld en informeert bezwaarmaker(s) en andere personen wiens belang rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken hieromtrent.

1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

3. De voorzitter en de leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente.

4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

1. Er zijn ten minste twee onafhankelijk adviseurs.

2. Aan de deskundigheid van een onafhankelijk adviseur worden dezelfde eisen gesteld als aan de leden van de commissie.

3. Een onafhankelijk adviseur wordt door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

4. Een onafhankelijk adviseur maakt geen deel uit van en is niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente.

1. Het college wijst één of meer ambtenaren aan als secretaris. Deze ambtenaar (ambtenaren) vormt (vormen) samen met een secretarieel ondersteuner het secretariaat van de commissie en de onafhankelijk adviseur.

2. De secretaris is belast met de ondersteuning van de commissie en de onafhankelijk adviseur in de breedste zin van het woord.

3. Na zijn/haar aanwijzing is de secretaris, voor zover het gaat om aangelegenheden als bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, van deze verordening, slechts verantwoording schuldig aan de commissie en de onafhankelijk adviseur.

4. De commissie, de voorzitter of de onafhankelijk adviseur kan de bevoegdheden die aan hem/haar ingevolge de Awb zijn toebedeeld, mandateren aan de secretaris(sen).

1. De voorzitter, de leden van de commissie en de onafhankelijk adviseur worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk herbenoemd te worden. Het college beslist hierover, de voorzitter gehoord hebbende, voor zover het de leden van de commissie betreft.

2. De voorzitter, de leden van de commissie en de onafhankelijk adviseur kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter, de leden van de commissie of de onafhankelijk adviseur blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

4. Het college kan de voorzitter, een lid van de commissie of de onafhankelijk adviseur schorsen of ontslaan indien deze door grove veronachtzaming van zijn/haar taak en de daarmee samenhangende verantwoordelijkheden de gemeente schaadt.

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt binnen zeven werkdagen in handen van de commissie danwel de onafhankelijk adviseur gesteld.

1. De voorzitter of de onafhankelijk adviseur is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De voorzitter of de onafhankelijk adviseur kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

1. De voorzitter of de onafhankelijk adviseur bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin partijen in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie of de onafhankelijk adviseur te laten horen.

2. De voorzitter of de onafhankelijk voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 Awb.

3. Indien de voorzitter of de onafhankelijk adviseur op grond van het tweede lid van dit artikel besluit af te zien van het horen, doet hij/zij daarvan mededeling aan partijen.

1. De voorzitter of de onafhankelijk adviseur nodigt partijen ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen partijen onder opgaaf van redenen de voorzitter of de onafhankelijk adviseur verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter of de onafhankelijk adviseur op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan partijen meegedeeld.

4. De voorzitter of de onafhankelijk adviseur is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of de afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel.

1. Per hoorzitting hebben de voorzitter (of zijn plaatsvervanger) en twee leden van de commissie zitting.

2. Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat tenminste één lid en de voorzitter (of zijn plaatsvervanger) aanwezig zijn.

3. De secretaris van de commissie en zo nodig een notulist zijn bij de zitting aanwezig.

1. De hoorzitting is in beginsel openbaar.

2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter of één van de aanwezige leden van de commissie danwel de onafhankelijk adviseur het nodig oordeelt of indien één van de partijen daartoe een verzoek doet.

3. Indien de commissie of de onafhankelijk adviseur vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

4. Tijdens de hoorzitting worden geen geluid- en/of beeldregistraties gemaakt, tenzij de voorzitter of de onafhankelijk adviseur daarvoor schriftelijk toestemming verleent.

1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien partijen, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter of de onafhankelijk adviseur en de secretaris.

1. Indien na afloop van de zitting maar vooraf het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter of de onafhankelijk adviseur uit eigen beweging dit onderzoek houden. De voorzitter kan nader onderzoek ook op verlangen van de andere commissieleden houden.

2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan partijen en voor zover van toepassing de leden van de commissie gestuurd.

3. Partijen en voor zover van toepassing, de leden van de commissie, kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter of de onafhankelijk adviseur een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter of de onafhankelijk adviseur beslist op zo'n verzoek.

4. Op een nieuwe hoorzitting als bedoeld in het derde lid van dit artikel zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 18 en eventueel door de commissie of de onafhankelijk adviseur ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Bezwaarmaker(s) en de andere personen wiens belang rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken, ontvangen een afschrift van het advies en het verslag.

2. Indien naar het oordeel van de onafhankelijk adviseur de termijn van 6 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij/zij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

4. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de andere personen wiens belang rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken en voor zover van toepassing de onafhankelijk adviseur een afschrift.