Regeling reiskostenvergoeding gemeente Oisterwijk 2017

Geldend van 01-09-2017 t/m heden

Intitulé

Regeling reiskostenvergoeding gemeente Oisterwijk 2017

Regeling reiskostenvergoeding gemeente Oisterwijk 2017

Paragraaf 1 Begripsbepaling

Artikel 1 Begripsbepaling

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

Werkgever: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk.

Medewerker: de medewerker bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a van de CAR-UWO.

Afstand woning tot werkplek eigen vervoer: de afstand van deur (woning) tot deur (standplaats) gemeten volgens de ANWB routeplanner snelste route voor de auto.

Afstand woning tot werkplek openbaar vervoer: de afstand waarop het plaatsbewijs betrekking heeft plus de afstanden om van huis naar de opstapplaats en van de uitstapplaats naar de werkplek te komen, gerekend naar de goedkoopste wijze van reizen.

Standplaats/werkplek: het gebouw, gebouwencomplex of terrein waar de medewerker hoofdzakelijk zijn werkzaamheden verricht.

Woonadres: het adres waar de medewerker woont en als zodanig bij de werkgever bekend is.

Dienstreis: een voor het werk noodzakelijke reis van een medewerker.

Trappers: het fietsbeloningssysteem van Nationale Fietsprojecten (NFP) dat zich richt op het fietsgebruik, waarbij het aantal ritten woon-werk wordt geregistreerd.

Paragraaf 2 Woon-werkverkeer

Artikel 2 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer eigen vervoer

  • 1.

    De medewerker ontvangt een belastingvrije tegemoetkoming in de gemaakte kosten voor het reizen tussen het woonadres en de werkplek als er wordt gereisd met een eigen vervoermiddel en de enkele reisafstand minimaal 10 km. is.

  • 2.

    De reisafstand tussen het woonadres en de werkplek wordt berekend met behulp van de routeplanner van de ANWB, waarbij de snelste route wordt gehanteerd. Voor de berekening wordt de retourafstand naar boven afgerond en gedeeld door 2.

  • 3.

    De tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2 lid 1 is € 0,09 per kilometer, met een minimum van 10 km. enkele reis en een maximum van 75 km. enkele reis.

  • 4.

    De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van het aantal dagen waarop de medewerker reist. Voor een medewerker die 5 dagen per week reist, is dit 214 dagen per jaar (vastgesteld door de Belastingdienst). Voor een medewerker die minder dagen per week reist en/of die in de loop van het kalenderjaar in dienst komt, is dit naar rato.

  • 5.

    Als de medewerker in de loop van het kalenderjaar verhuist en de reisafstand tussen het nieuwe woonadres en de werkplek wijzigt, wordt de reiskostenvergoeding aangepast. De medewerker is zelf verantwoordelijk om veranderingen van het woonadres en het aantal werkdagen binnen 1 maand na de wijziging aan te passen in Youforce.

  • 6.

    Als de medewerker 6 weken ziek is, wordt de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer stop gezet of aangepast (afhankelijk van het wel of niet gedeeltelijk werken tijdens ziekte).

  • 7.

    Als de medewerker structureel een aantal uur per week thuis werkt en dit leidt tot minder reisbewegingen, dan wordt de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer hierop aangepast.

  • 8.

    Als de medewerker op een structurele thuiswerkdag of op een vrije dag toch komt werken en dus naar de standplaats reist, declareert hij de woon-werkkilometers niet, omdat er vanuit wordt gegaan dat deze dag op een ander moment wordt gecompenseerd.

  • 9.

    De reiskostenvergoeding woon-werkverkeer wordt maandelijks met het salaris uitbetaald.

Artikel 3 Trappers

  • 1.

    Als de medewerker met de fiets naar het werk komt, kan hij deelnemen aan Trappers.

  • 2.

    Voor elke gefietste kilometer woon-werkverkeer ontvangt de medewerker één Trapper. Eén Trapper vertegenwoordigt een waarde van € 0,09, die in de webshop van Trappers kan worden ingeruild. Dit kan niet worden uitbetaald in geld.

  • 3.

    De fiets van de deelnemende medewerker wordt voorzien van een zender (tag). Bij de fietsenstalling van de gemeente wordt een registratie-unit geplaatst die iedere gefietste rit registreert.

  • 4.

    De deelname aan Trappers is geen vervanging van de geldelijke reiskostenvergoeding zoals genoemd in artikel 2 van deze regeling. Als de enkele reisafstand van de medewerker 10 km. of meer is, krijgt de medewerker een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer èn kan hij deelnemen aan Trappers.

Artikel 4 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer openbaar vervoer

  • 1.

    De medewerker die wekelijks 4 dagen of meer de reisafstand woon-werk aflegt met het openbaar vervoer, krijgt maximaal de kosten van een jaartrajectabonnement volledig vergoed. Uitgangspunt hierbij is dat de kortste route tussen woonadres en de werkplek wordt afgelegd op basis van openbaar vervoer 2e klasse.

  • 2.

    De medewerker die wekelijks 3 dagen of minder de reisafstand woon-werkverkeer aflegt met het openbaar vervoer, krijgt de kosten van losse vervoersbewijzen vergoed, mits deze lager zijn dan de kosten van een jaartrajectabonnement. Alleen de werkelijk gemaakte kosten komen voor vergoeding in aanmerking. De reiskosten kunnen maandelijks achteraf worden gedeclareerd, voorzien van betaalbewijzen.

  • 3.

    Medewerkers, die om het openbaar vervoer te bereiken, gebruik maken van de fiets, krijgen de kosten van een fietsenstallingsabonnement volledig vergoed, indien zij gebruik maken van een bewaakte stalling.

  • 4.

    De medewerker die reist met openbaar vervoer en de kosten hiervan vergoed krijgt, ontvangt geen vergoeding zoals genoemd in artikel 2 van deze regeling.

Artikel 5 Keuze reisgedrag

  • 1.

    De medewerker maakt bij indiensttreding een keuze met welk vervoermiddel hij de reisafstand woon-werk gaat afleggen.

  • 2.

    De medewerker kan eenmaal per kalenderjaar, of bij verhuizing, zijn keuze van vervoer woon-werkverkeer wijzigen.

Artikel 6 Niet tijdig melden

Wanneer de medewerker onjuiste gegevens verstrekt en/of onrechtmatig gebruik maakt van deze regeling, worden de totale kosten die de werkgever maakt, met inbegrip van rente, verhaalskosten e.d., met terugwerkende kracht op de medewerker verhaald.

Paragraaf 3 Dienstreizen

Artikel 7 Dienstreizen

  • 1.

    Voor dienstreizen binnen de gemeente wordt zoveel als mogelijk gebruik gemaakt van de dienstfietsen of de bedrijfsauto.

  • 2.

    Voor dienstreizen buiten de gemeente wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van openbaar vervoer of de bedrijfsauto.

  • 3.

    De medewerker ontvangt een vergoeding voor het maken van dienstreizen.

  • 4.

    Bij gebruik van het openbaar vervoer wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een NS Businesscard van de gemeente. Deze kan worden gebruikt voor alle soorten openbaar vervoer en kan voorafgaand aan de dienstreis gereserveerd via Youforce.

  • 5.

    Wordt er bij gebruik van openbaar vervoer geen gebruik gemaakt van de NS Businesscard, dan is de vergoeding op basis van het 2e klasse tarief en moet bij de declaratie hiervan een betalingsbewijs worden toegevoegd.

  • 6.

    Als de dienstreis wordt gemaakt met een eigen auto of motor, dan is de vergoeding € 0,38 per kilometer, hiervan wordt € 0,19 per kilometer netto uitbetaald en € 0,19 per kilometer bruto.

  • 7.

    Als de medewerker met de eigen auto of motor reist voor scholing, training, congres etc. dan wordt dit ook gezien als een dienstreis.

Artikel 8 Taxi

Als naar het oordeel van de direct leidinggevende het dienstbelang er mee gebaat is dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer ook gebruik wordt gemaakt van een taxi, worden de kosten hiervan vergoed. Uitgangspunt is het gebruik van een treintaxi. Als deze niet aanwezig is, kan gebruik worden gemaakt van een gewone taxi. Bij de declaratie van deze kosten moet een betalingsbewijs worden toegevoegd.

Artikel 9 Anticumulatie

  • 1.

    Als de medewerker een dienstreis heeft gemaakt en vanuit deze plaats (niet zijnde zijn werkplek) direct naar zijn woonadres rijdt, declareert hij alleen de extra kilometers. De kilometers woon-werkverkeer worden dan dus niet uitbetaald als dienstreis.

  • 2.

    Dit geldt ook voor een dienstreis waarbij de medewerker helemaal niet op zijn werkplek komt. Ook dan worden alleen de extra gereden kilometers gedeclareerd als dienstreis.

Artikel 10 Vergoeding van parkeerkosten en tol

De medewerker ontvangt een netto vergoeding voor parkeerkosten en tol die gelijk is aan de feitelijke kosten hiervoor. Bij de declaratie hiervan moet een betalingsbewijs worden toegevoegd.

Artikel 11 Verblijfkosten

  • 1.

    De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds worden vergoed volgens de vergoedingen in de "Reisregeling binnenland" van de Minister van Binnenlandse Zaken.

  • 2.

    De verblijfkosten worden niet vergoed als:

    • a.

      de dienstreis korter duurt dan vier uur;

    • b.

      op een andere manier, niet ten laste van de medewerker, wordt voorzien in maaltijden en/of logies.

Artikel 12 Declareren

  • 1.

    De medewerker declareert de reis- en verblijfkosten maandelijks via Youforce en voegt de vereiste bewijsstukken toe.

  • 2.

    De aanspraak op een vergoeding vervalt als de medewerker de declaratie niet indient binnen drie maanden na de maand waarop de declaratie betrekking heeft.

Paragraaf 4 Algemeen

Artikel 13 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, kan het college een bijzondere regeling treffen.

Artikel 14 Inwerkingtreding regeling

Deze regeling kan worden aangehaald als de 'Regeling reiskostenvergoeding gemeente Oisterwijk 2017' en treedt in werking op 1 september 2017, onder gelijktijdige intrekking van de 'Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer 2009' en de “Regeling reis- en verblijfskosten gemeente Oisterwijk 2004”.