Regeling vervallen per 31-12-2018

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2018

Geldend van 01-10-2017 t/m 30-12-2018

Intitulé

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2018

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2018

HOOFDSTUK 1 WIE KAN SUBSIDIE AANVRAGEN?

Artikel 1 Rechtspersoon

  • 1.

    Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon.

  • 2.

    In deze regeling wordt onder een rechtspersoon verstaan: een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

HOOFDSTUK 2 WAARVOOR WORDT SUBSIDIE VERLEEND?

Artikel 2 Incidentele activiteiten en activiteiten gedurende een kalenderjaar

Een subsidie op grond van deze regeling kan alleen worden aangevraagd voor:

een activiteit gedurende het gehele kalenderjaar.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van de navolgende incidentele activiteiten in het kalenderjaar 2018:

    • a.

      Activiteiten gerichtop het vergroten van deelname van financieel kwestbare inwoners aan de samenleving en passen binnen de kaders van het armoedebeleid

  • 2.

    Subsidie wordt verleend voor het uitvoeren van de navolgende activiteiten gedurende het kalenderjaar 2018:

    • a.

      activiteiten gericht op het faciliteren van inwoners in de gemeente om mee te kunnen blijven doen. Het faciliteren bestaat uit het verstrekken van voedselpakketten.

    • b.

      activiteiten gericht op kinderen 0 tot 18 jaar waarvan de ouders een laag inkomen hebben als gevolg waarvan de kinderen onvoldoende mee kunnen doen op het gebied van sport of cultuur, sociale activiteiten op school of in hun vrije tijd.

Artikel 4 Subsidieplafond

Voor de subsidie is een plafond vastgesteld van € 102.751, onderverdeeld als volgt:

  • 1.

    voor het uitvoeren van incidentele activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van deze regeling: € 2.070, en;

  • 2.

    voor het uitvoeren van activiteiten zoals bedoeld in artikel 3 lid 2 van deze regeling: € 100.681

Artikel 5 Opbouw van het subsidieplafond

1.Het subsidie voor incidentele activiteiten is als volgt opgebouwd:

Activiteit

Maximaal bedrag in €

Artikel 3, 1, a: financiële kwetsbaarheid

Voor activiteiten die bijdragen aan het vergroten van sociale contacten voor financieel kwetsbare inwoners bestaande uit:

activiteiten die bijdragen aan het vergroten van de deelname van financieel kwetsbare inwoners aan de samenleving en passen binnen de kaders van het huidige armoedebeleid of

activiteiten die bijdragen aan het vergroten van algemene kennis rondom omgaan met geld

activiteiten die bijdragen aan het vergroten van bewustwording en kennis over omgaan met geld en armoede (voor jongeren en kinderen) met een maximum van € 500 per activiteit in een aangewezen accommodatie

2.070

2.Subsidie voor activiteiten voor de duur van het gehele kalenderjaar 2018 is als volgt opgebouwd:

Activiteit

Maximaal bedrag in €

Artikel 3, lid 1, a: voedselbank

Voor het verstrekken van voedselpakketten

9.000

Artikel 3, lid 1, a: kansen voor kinderen

Voor activiteiten die gericht zijn op kinderen tot 18 jaar waarvan de ouders een laag inkomen hebben als gevolg waarvan de kinderen onvoldoende mee kunnen doen op het gebied van sport of cultuur, sociale activiteiten op school of in hun vrije tijd. Onder een laag inkomen wordt verstaan: 120% van de geldende bijstandsnorm.

91.681

Artikel 6 Wat zijn de verdelingsregels?

  • 1.

    Indien de aanvrager ingevolge artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de gevraagde aanvulling op het gemeentekantoor is ontvangen. Als tijdstip waarop een bericht door het college van burgemeester en wethouders elektronisch is ontvangen, geldt ingevolge artikel 2:17, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht het tijdstip waarop het bericht zijn systeem van gegevensverwerking heeft bereikt.

  • 2.

    Verlening van subsidie van aanvragen voor incidentele activiteiten die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van binnenkomst tot dat het voor de uitvoering van deze activiteiten vastgestelde subsidie plafond zoals bedoeld in artikel 4 in samenhang gelezen met artikel 5, lid 1, van deze regeling, is bereikt.

  • 3.

    Verlening van subsidie van aanvragen gedurende het kalenderjaar die daarvoor in aanmerking komen en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van een door het college van burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de uitvoering van de activiteiten vastgestelde subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 4 in samenhang gelezen met artikel 5, lid 2, van deze regeling is bereikt.

  • 4.

    Bij de rangschikking van de aanvragen worden door het college van burgemeester en wethouders punten toegekend aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

Aspect

Maximaal aantal punten

1

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van de subsidie

40

2

De mate waarin de uit te voeren activiteiten bijdragen aan het vergroten van de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van burgers, hun netwerk en de kracht van de samenleving versterken

30

3

De mate waarin de aanvrager met beroepskrachten meewerkt aan de uitvoering van het inrichtingskader van de toegang van het sociaal domein en gebruik maakt van het door de gemeente Oisterwijk beschikbaar te stellen instrumentarium

30

4

De mate waarin de aanvrager met vrijwilligers de deelname van vrijwilligers aan trainingen bevordert om ondersteuningsvragen van burgers te herkennen en door te verwijzen

30

Artikel 7 Begrotingsvoorbehoud

Een subsidie ten laste van de gemeentelijke begroting die nog niet door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende geld ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 8 Indexering

Het bedrag van het subsidieplafond is geïndexeerd volgens de indexering van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, die de gemeente Oisterwijk over het betreffende subsidietijdvak ontvangt van het rijk. De indexering wordt toegepast met inachtneming van het in artikel 7 van deze regeling gemaakte voorbehoud.

HOOFDSTUK 3 WAT ZIJN DE CRITERIA VOOR SUBSIDIEVERLENING?

Artikel 9 Wanneer een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • 1.

    Een aanvrage om subsidie voor een incidentele activiteit als bedoeld in artikel 3, onder 1 van deze regeling moet worden ingediend 12 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteit(en) waarvoor het subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Een aanvraag om een subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 3, onder 2 van deze regeling moet, in afwijking van artikel 7, lid 1 van de Algemene subsidieverordening gemeente Oisterwijk 2014, worden ingediend vóór 1 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 10 Hoe een aanvraag om subsidieverlening indienen?

  • 1.

    Voor het indienen van een aanvraag om subsidieverlening moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal met e-Herkenning, te vinden op www.oisterwijk.nl/sociaal/subsidies.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidieverlening die is ingediend op of na de in artikel 9 genoemde termijnen wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 11 Wat zijn de algemene criteria voor subsidieverlening?

  • 1.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening waarop deze regeling ziet, dient een activiteitenplan te worden overgelegd, in welk activiteitenplan de aanvrager in elk geval beschrijft:

    • a.

      De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd

    • b.

      De doelen en resultaten en hoe deze bijdragen aan het vergroten en behouden van zelfredzaamheid en participatie van burgers volgens de treden van zelfredzaamheid in de resultaatgebieden zoals beschreven in de bijlage van deze regeling

  • 2.

    In het activiteitenplan wordt beschreven hoe wordt voldaan aan de navolgende criteria voor de subsidieverlening:

    • a.

      de activiteiten zijn er op gericht dat de eigen kracht en de maatschappelijke participatie van (kwetsbare) burgers wordt vergroot, de kracht van de samenleving wordt versterkt en de vraag naar specialistische zorg en/of ondersteuning wordt voorkomen of verminderd

    • b.

      bij de uitvoering van de activiteiten werkt de aanvrager samen met andere organisaties, netwerken en burgerinitiatieven waardoor een impuls wordt gegeven aan de samenwerking in de meest brede zin van het woord tussen burgers, organisaties, netwerken, bedrijfsleven en/of gemeente

    • c.

      de aanvrager verleent medewerking aan een gemeentelijke monitor en verstrekt daartoe de gevraagde informatie

    • d.

      de aanvrager draagt zorg voor een proactieve houding van zijn medewerkers en de vrijwilligers die zij inzetten. De medewerkers beschikken over de nodige competenties om ondersteuningsvragen van burgers op een vraaggerichte integrale manier op te pakken, stemmen af met het informele netwerk en/of met het sociaal team en maken hiervan gebruik van het regionaal ontwikkeld instrumentarium

    • e.

      van de aanvrager die voor de uitvoering van de activiteiten vrijwilligers inzet, wordt verwacht dat zij de deelname van vrijwilligers aan trainingen bevordert om ondersteuningsvragen van burgers te herkennen en actief op te nemen

    • f.

      de aanvrager voert zijn activiteiten uit met inachtneming van de geldende gedragsregels, werkwijzen en/of wettelijke vereisten

    • g.

      de activiteiten van de aanvrager zijn algemeen toegankelijk en worden laagdrempelig en via meerdere kanalen aangeboden

    • h.

      de aanvrager onderzoekt stelselmatig de behoeften die bij de bewoners leven. Indien de aanvrager alleen maar faciliteert zijn de kosten van de activiteiten die daarmee verband houden niet subsidiabel

  • 3.

    Bij het indienen van een aanvraag om subsidieverlening dient een begroting te worden overgelegd, in welke begroting de aanvrager in elk geval beschrijft:

  • 1.

    de begroting van en dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten

  • 2.

    bij derden aangevraagde subsidies en/of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten waarop de ingediende aanvraag ziet

  • 4.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijke kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van in deze regeling in artikel 3 genoemde activiteiten die resteren ná aftrek van bijdragen van derden.

Artikel 12 Wat zijn de specifieke criteria voor subsidieverlening?

In het activiteitenplan wordt tevens beschreven hoe wordt voldaan aan de navolgende specifieke criteria voor de subsidieverlening:

  • 1.

    voor de uitvoering van de activiteit van het verstrekken van voedselpakketten in de gemeente Oisterwijk geldt voor de aanvrager:

    • a.

      de aanvrager voert de activiteiten uit voor inwoners van de gemeente Oisterwijk en de aanvrager heeft bewezen het verstrekken van pakketten en alles wat daarmee samenhangt, goed en betrouwbaar te kunnen uitvoeren

  • 2.

    voor uitvoeren van activiteiten met betrekking tot kansen voor kinderen geldt voor de aanvrager:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan de voorwaarden zoals omschreven in de verzamelbrief 2017-2 “Kansen voor alle kinderen” van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 juli 2017

Artikel 13 Wanneer wordt op een aanvraag om subsidieverlening beslist?

  • 1.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 9 onder a wordt door het college van burgemeester en wethouders uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Op een volledig ingediende aanvraag om subsidieverlening als genoemd in artikel 9 onder b wordt door het college van burgemeester en wethouders uiterlijk beslist op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 14 Wat houdt het besluit tot subsidieverlening in?

  • 1.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt in:

    • a.

      de hoogte van het bedrag van subsidieverlening

    • b.

      de activiteit(en) waarvoor de subsidieverlening plaatsvindt

    • c.

      de periode gedurende welke subsidie wordt verleend

    • d.

      de eventueel aan de subsidieverlening te verbinden verplichtingen

  • 2.

    De beslissing tot subsidieverlening houdt tevens de beslissing in tot het betaalbaar stellen van een voorschot.

HOOFDSTUK 4 WAT ZIJN DE CRITERIA VOOR SUBSIDIEVASTSTELLING?

Artikel 15 Wanneer een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

  • 1.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een subsidie als bedoeld in artikel 3, onder 1, van deze regeling moet worden ingediend binnen 12 weken nadat de activiteit(en) waarvoor de subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd.

  • 2.

    Een aanvraag om subsidievaststelling die betrekking heeft op een subsidie als bedoeld in artikel 3, onder 2, van deze regeling moet worden ingediend vóór 1 april volgend op het kalenderjaar waarop het bijbehorende besluit tot subsidieverlening betrekking heeft.

  • 3.

    Een aanvraag om subsidievaststelling hoeft niet te worden ingediend als de subsidie-ontvanger bij het besluit tot subsidieverlening wordt verplicht om op de daarbij aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. In dat geval vindt de subsidievaststelling ambtshalve plaats en wel binnen 12 weken nadat de gevraagde inlichtingen door de subsidie-ontvanger aan het college van burgemeester en wethouders zijn verstrekt.

Artikel 16 Hoe een aanvraag om subsidievaststelling indienen?

Voor het indienen van een aanvraag om subsidievaststelling moet gebruik worden gemaakt van het subsidieportaal met e-Herkenning te vinden op www.oisterwijk.nl/sociaal/subsidies.

Artikel 17 Waar wordt een aanvraag om subsidievaststelling aan getoetst?

  • 1.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening tot en met € 5.000, getoetst aan:

    • a.

      in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend is (zijn) uitgevoerd en

    • b.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • 2.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van € 5.001 tot en met € 50.000, getoetst aan:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk is (zijn) uitgevoerd en

    • b.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

  • 3.

    Een aanvraag om subsidievaststelling wordt, bij bedragen van subsidieverlening van méér dan € 50.000, getoetst aan:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de activiteit(en) waarvoor subsidie is verleend daadwerkelijk is (zijn) uitgevoerd

    • b.

      een financieel verslag of jaarrekening van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten

    • c.

      een balans en toelichting van het betreffende tijdvak waarover subsidieverlening heeft plaatsgevonden

    • d.

      een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant en

    • e.

      indien van toepassing, is voldaan aan de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen

Artikel 18 Wanneer wordt op een aanvraag om subsidievaststelling beslist?

Op een volledig ingediende aanvraag om subsidievaststelling wordt door het college van burgemeester en wethouders uiterlijk beslist binnen 12 weken nadat de aanvraag is ingediend.

Artikel 19 Hoe ziet een besluit tot subsidievaststelling er uit?

  • 1.

    Het subsidie wordt conform de subsidieverlening vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie kan lager worden vastgesteld als

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden

    • b.

      niet voldaan is aan de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden

    • c.

      de subsidieverlening gebaseerd was op onjuist verstrekte gegevens

  • 3.

    Het subsidie kan ambtshalve worden vastgesteld als, ook na aanmaning, geen aanvraag tot vaststelling wordt ingediend.

Artikel 20 Kan een besluit tot subsidieverlening -vaststelling worden gewijzigd?

  • 1.

    Zolang het subsidie niet is vastgesteld kan deze worden ingetrokken of in het nadeel van de aanvrager worden gewijzigd als:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden

    • b.

      niet voldaan is aan de aan de subsidieverlening verbonden voorwaarden

    • c.

      de subsidieverlening gebaseerd was op onjuist verstrekte gegevens.

  • 2.

    Ná vaststelling kan een besluit worden ingetrokken of in het nadeel van de aanvrager worden gewijzigd als

    • a.

      op grond van feiten en omstandigheden, die pas ná de subsidievaststelling bekend zijn geworden, blijkt dat het subsidie ten onrechte conform de subsidieverlening is vastgesteld

    • b.

      het subsidie onjuist is vastgesteld en de aanvrager wist dit, of behoorde dit te weten

    • c.

      het aanvrager niet heeft voldaan aan de aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen

Artikel 21 Slotbepalingen

  • 1.

    Op een aanvraag om een subsidieverlening en/of subsidievaststelling die is ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze subsidieregeling alsmede op enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een besluit over een dergelijke aanvraag, blijft de Regeling subsidie inwoners doen mee gemeente Oisterwijk 2017 van toepassing.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 oktober 2017 en vervalt op 1 januari 2019.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2018.

BIJLAGE

Bijlage als genoemd in artikel 11, lid 1 onder b van deze regeling

Resultaatgebied

Trede 1:

acute problematiek

Trede 2:

niet zelfredzaam

Trede 3:

beperkt zelfredzaam

Trede 4:

voldoende zelfredzaam

Trede 5:

volledig zelfredzaam

Sociaal netwerk

Geen (noodzakelijke steun van het) netwerk

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een sociaal netwerk te onderhouden dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie. Er is enige steun vanuit ondersteunend netwerk.

In staat om een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden dat voldoende steun biedt om in trede 5 te komen.

Burger heeft een sociaal netwerk, dat ondersteunend is bij maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid, en kan dit onderhouden.

Huisvesting

Dakloos

Burger heeft wel huisvesting maar die huisvesting is onveilig, vervuild, ongezond en/of past niet bij de beperking die iemand heeft. Burger kan de woning niet betalen. Uithuiszetting dreigt. Burger heeft huisvesting op een plaats waar deze persoon niet gewenst is.

Veilige en stabiele huisvesting maar slechts beperkt toereikend, in onderhuur en/of geen autonome huisvesting. In staat om met ondersteuning het huishouden op orde te houden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract gedeeltelijke autonome huisvesting. Het huishouden wordt zelfstandig op orde gehouden.

Veilige en toereikende huisvestiging, regulier (huur)contract en autonome huisvesting.

Financiële situatie

Geen inkomsten (ook niet vanuit systeem), hoge en groeiende schulden.

Onvoldoende inkomsten en ongepast uitgavepatroon. Groeiende schulden.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet, en/of er is een gepast uitgavepatroon, eventuele schulden zijn stabiel, en/of er is bewindvoering/inkomens-beheer.

Inkomen komt aan basisbehoeften tegemoet zonder uitkering. Schulden worden zelf beheerd en deze verminderen.

Inkomen ruim voldoende, goed financieel beheer, mogelijkheid om te sparen.

Thuissituatie (zonder kinderen)

Sprake van huiselijk geweld, seksueel of verbaal geweld of verwaarlozing. Huisgenoten worden bedreigd in hun welzijn of ontwikkeling.

Dreiging van onveilige situatie, zoals huiselijk geweld of verbaal geweld.

Huisgenoten erkennen problemen en proberen negatief gedrag te veranderen. Huisgenoten hebben ondersteuning nodig om dit te doen.

Relationele problemen tussen huisgenoten zijn niet (meer) aanwezig.

Communicatie tussen huisgenoten is consistent open. Huisgenoten ondersteunen elkaar. Er wordt geleefd in een gezonde leefomgeving.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief ouders/verzorgers (in aanvulling op thuissituatie).

In aanvulling op ‘thuissituatie’: sprake van kindermishandeling. Ouders zijn niet in staat te zorgen voor een veilige situatie voor hun kinderen. Kinderen worden bedreigd in hun welzijn en/of ontwikkeling.

Door een blijvende in de burger gelegen oorzaak niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien. Dreiging van kindermishandeling.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een burger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zelfstandig een klimaat te scheppen waarin kinderen zichzelf veilig kunnen ontwikkelen en ontplooien.

In staat om een veilig klimaat te kunnen scheppen waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Er is een veilig klimaat waarin kinderen zichzelf kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Opvoed- en opgroeisituatie vanuit perspectief kind (in aanvulling op thuissituatie).

Vormt een gevaar vorm zichzelf en/of anderen.

Door een blijvende in het kind gelegen oorzaak niet in staat om zich zelfstandig te kunnen ontwikkelen en ontplooien.

Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om zich te zelfstandig kunnen ontplooien en ontwikkelen.

In staat om zich te kunnen ontplooien en ontwikkelen.

Kind ontplooit en ontwikkelt zich op een gezonde manier.

Mantelzorgonder-steuning (vanuit perspectief mantelzorger)

Overbelast en daardoor niet in staat om mantelzorg te verlenen

Niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht

Door een op te lossen omstandigheid en/of in mantelzorger gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om balans aan te brengen in draaglast en draagkracht.

Burger is in staat om balans aan te brengen maar loopt risico op overbelasting.

De draaglast staat in de juiste verhouding tot de draagkracht.

Daginvulling (de wijze waarop iemand zijn dagen invult zoals (vrijwilligers)werk, school) en participeert in de samenleving.

Combinatie van geen zinvolle daginvulling en veroorzaken overlast. Geen participatie door crisissituatie in overlevingsmodus

Geen daginvulling maar geen overlast. Gebrek aan motivatie om te kunnen deelnemen. Gebrek aan vaardigheden om te kunnen deelnemen.

Niet in staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling. Door een op te lossen omstandigheid en/of in een klant gelegen oorzaak tijdelijk niet in staat om te participeren.

In staat om zelfstandig te komen tot een zinvolle en passende daginvulling.

Iemand heeft een zinvolle daginvulling