Beleidsregels ontheffingen parkeerschijfzone centrumschil Oisterwijk 2018

Geldend van 17-04-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels ontheffingen parkeerschijfzone centrumschil Oisterwijk 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk:

- Gelet op artikel 1:3, lid 4 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

- Gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994;

- Gelet op de artikelen 25 en 96 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990);

Overwegende dat:

- Langparkeerders parkeeroverlast veroorzaken in de straten rond het centrum waar betaald parkeren geldt;

- dat het gewenst is om in de schil rond het betaald parkeren parkeerregulering in te stellen in de vorm van een parkeerschijfzone;

- dat het college hiertoe een verkeersbesluit heeft genomen;

- dat het college bevoegd is om beleidsregels op te stellen;

- dat het gewenst is om voor de beoordeling van aanvragen tot het verkrijgen van een ontheffing, beleidsregels vast te stellen.

Besluit vast te stellen:

De beleidsregels ontheffingen parkeerschijfzone centrumschil Oisterwijk 2018.

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVING

Deze beleidsregels verstaan onder:

  • a.

    Blauwe zone: de parkeerschijfzone als bedoeld in artikel 25 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990);

  • b.

    Ontheffing: een door of namens het college op aanvraag te verstrekken ontheffing met de daarbij behorende pas, waarmee zonder tijdsduurbeperking in de blauwe zone geparkeerd mag worden;

  • c.

    Ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend;

  • d.

    Bewoners: personen die staan ingeschreven in de Basisregistratie Personen op een adres binnen de blauwe zone;

  • e.

    Bedrijven: alle instellingen waar bedrijfs- of beroepsmatig werkzaamheden worden verricht;

  • f.

    Eigen parkeergelegenheid: een parkeerplaats in een garage of op een terrein, waarover de aanvrager beschikt of de beschikking kan krijgen (bijvoorbeeld een parkeerplaats in een garage onder een appartementencomplex);

  • g.

    Motorvoertuig: alle gemotoriseerde voertuigen zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • h.

    Parkeren: zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990.

ARTIKEL 2. DE AANVRAAG OM ONTHEFFING

Een aanvraag om een ontheffing moet schriftelijk worden ingediend middels het daarvoor door het college opgestelde aanvraagformulier.

ARTIKEL 3. CRITERIA VERLENING VAN ONTHEFFING

  • a.

    De ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het RVV wordt verleend met inachtneming van het gestelde in artikel 3 tot en met 10 van deze beleidsregel;

  • b.

    De in het eerste lid bedoelde ontheffing kan worden onderscheiden in een ontheffing voor bewoners en een ontheffing voor bedrijven binnen de blauwe zone;

  • c.

    Ontheffingen zijn kentekengebonden en worden alleen verleend voor motorvoertuigen;

  • d.

    Bedrijven kunnen er voor kiezen om de ontheffing alleen op de bedrijfsnaam te laten zetten;

  • e.

    Ontheffingen worden verleend voor één kalenderjaar of een deel daarvan;

  • f.

    Een verleende ontheffing biedt geen garantie op een vrije parkeerplaats.

  • g.

    De ontheffinghouder is zelf verantwoordelijk voor de verlenging van een ontheffing.

  • h.

    Een verlenging voor het volgende kalenderjaar dient uiterlijk op 1 november voor het betreffende kalenderjaar te worden aangevraagd.

  • i.

    Nieuwe aanvragen worden binnen 8 weken afgehandeld.

ARTIKEL 4. VOORWAARDEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN ONTHEFFING VOOR BEWONERS

  • a.

    Voor het verkrijgen van een ontheffing gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      De aanvrager staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen als bewoner binnen een aangewezen parkeerschijfzone en de aanvraag moet betrekking hebben die zelfde parkeerschijfzone;

    • b.

      Het kenteken van het voertuig van de aanvrager staat op naam van de aanvrager; wanneer het een leaseauto betreft dient een verklaring van de kentekenhouder (bedrijf of leasemaatschappij) te worden overgelegd;

  • b.

    Er worden maximaal twee ontheffingen per adres verleend, met aftrek van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein (zie artikel 6 van deze beleidsregel).

ARTIKEL 5. VOORWAARDEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN ONTHEFFING VOOR BEDRIJVEN

  • a.

    Het bedrijf moet feitelijk zijn gevestigd in het gebied waarvoor een parkeerschijfzone is aangewezen en de aanvraag moet betrekking hebben op die zelfde parkeerschijfzone;

  • b.

    Er worden maximaal twee ontheffingen per adres verleend, met aftrek van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein;

  • c.

    De aanvrager dient aan te tonen dat de noodzaak aanwezig is om het voertuig in de directe nabijheid van het bedrijf gedurende een langere duur dan de toegestane parkeerduur te parkeren zoals:

    • a.

      het veelvuldig gebruik van een bedrijfsvoertuig voor het uitvoeren van service- of bezorgdiensten

    • b.

      het veelvuldig gebruik van een bedrijfsvoertuig voor het vervoeren van zware, omvangrijke of kwetsbare goederen waarbij het uit een oogpunt van efficiënte bedrijfsvoering noodzakelijk is het voertuig binnen het zonegebied te parkeren.

  • d.

    Geen ontheffing wordt verleend indien het voertuig hoofdzakelijk voor woon-werkverkeer wordt gebruikt;

  • e.

    een ontheffing wordt verleend voor parkeren in de parkeerschijfzone en geldt voor alle parkeerplaatsen gelegen binnen die parkeerschijfzone.

ARTIKEL 6. Berekening parkeerplaatsen op eigen terrein

a) Het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein wordt als volgt berekend:

Parkeervoorziening Berekend aantal Opmerking

Enkele oprit zonder garage 0,8 Oprit minimaal 5,0m diep

Lange oprit zonder garage of carport 1,0

Dubbele oprit zonder garage 1,7 Oprit minimaal 5,0m diep

Garage zonder oprit (bij woning) 0,6

Garagebox (niet bij woning) 0,7

Garage met enkele oprit 1,2 Oprit minimaal 5,0m diep

Garage met lange oprit 1,5

Garage met dubbele oprit 2,0 Oprit minimaal 5,0m diep

Cijfers achter de komma worden naar beneden afgerond.

ARTIKEL 9. DE ONTHEFFING

De ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    Het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing wordt verleend of voor bedrijven de bedrijfsnaam;

  • b.

    de periode waarvoor de ontheffing geldt;

  • c.

    de zone en of straten waarvoor de ontheffing geldt;

  • d.

    de voorschriften waaronder de ontheffing wordt verleend;

  • e.

    de bij de ontheffing behorende pas.

ARTIKEL 10. VOORSCHRIFTEN BIJ EEN ONTHEFFING

Aan een ontheffing worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden:

  • a.

    De ontheffing geldt alleen voor het voertuig waarvan het kentekennummer op de ontheffing of voor bedrijven de bedrijfsnaam is vermeld;

  • b.

    De bij de ontheffing behorende pas moet duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het geparkeerde voertuig aanwezig zijn;

  • c.

    De ontheffinghouder treft alle noodzakelijke maatregelen om te voorkomen dat de gemeente Oisterwijk danwel derden schade lijden als gevolg van het gebruik van de verleende ontheffing;

  • d.

    Bij wijziging van het voertuig waarvoor ontheffing is verleend moet de bij de ontheffing verstrekte pas worden ingeleverd en een nieuwe aanvraag om ontheffing te worden ingediend;

  • e.

    Bij een wijziging van de omstandigheden en gegevens die relevant zijn voor het verlenen van de ontheffing is de ontheffinghouder verplicht daarvan melding te doen bij het college.

ARTIKEL 11. INTREKKEN OF WIJZIGEN VAN EEN ONTHEFFING

Het college trekt een ontheffing in:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de houder van de ontheffing niet (meer) voldoet aan de gestelde criteria;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

  • d.

    wanneer de houder van de ontheffing in strijd handelt met de aan de ontheffing verbonden voorschriften;

  • e.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • f.

    in het belang van de openbare orde;

  • g.

    bij in gebreke blijven van betaling van de verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om ontheffing conform de geldende leges-verordening van de gemeente Oisterwijk;

  • h.

    bij overlijden van de ontheffinghouder.

ARTIKEL 12. VERSTREKKEN DUPLICAAT

In geval van diefstal, verlies of vermissing van een ontheffing of de bij de ontheffing behorende pas, kan een duplicaat worden verstrekt. De kosten van dit duplicaat staan vermeld in de legesverordening.

ARTIKEL 13. ONTHEFFINGEN IN GEVALLEN WAARIN DEZE BELEIDSREGELS NIET VOORZIEN

Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van deze beleidsregels.

ARTIKEL 14. KOSTEN

De kosten voor een ontheffing zijn geregeld in de Legesverordening van de gemeente Oisterwijk.

ARTIKEL 15. INWERKING TREDING

Deze beleidsregels treden na publicatie in werking op 17 april 2018.

ARTIKEL 16. CITEERTITEL

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels ontheffingen parkeerschijfzone centrumschil Oisterwijk 2018”.

Ondertekening

Oisterwijk, 10 april 2018

Het college van burgemeester en wethouders van Oisterwijk,

secretaris, de burgemeester,

Ineke Depmann Hans Janssen.