Regeling vervallen per 20-05-2022

Verordening afvoer hemelwater en grondwater 2018

Geldend van 03-08-2018 t/m 19-05-2022

Intitulé

Verordening afvoer hemelwater en grondwater 2018

De raad van de gemeente Oisterwijk;

gelezen het voorstel d.d. 8 mei 2018 van burgemeester en wethouders;

afdeling Ruimte

raadsvoorstel nr. 18/38

gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer en artikel 154 van de Gemeentewet;

Overwegende:

dat in de artikelen 3.5 en 3.6 van de Waterwet aan de gemeente zorgplichten zijn opgedragen voor de verwerking van hemelwater en het voorkomen van nadelige gevolgen van de grondwaterstand;

dat artikel 10.32a van de Wet milieubeheer de gemeenteraad de bevoegdheid biedt bij verordening regels te stellen over het brengen van afvloeiend hemelwater of grondwater op of in de bodem of in een gemeentelijk rioolstelsel en over het beëindigen van het lozen van afvloeiend hemelwater en grondwater in de openbare vuilwaterriolering;

dat het gewenst is gebruik te maken van de mogelijkheid het afvloeiend hemelwater en het grondwater in een bepaald gebied binnen een vooraf te bepalen termijn niet meer te doen afvloeien in een openbaar vuilwaterriool.

dat de verordeningsbevoegdheid van artikel 10.32a van de Wet milieubeheer de gemeente de mogelijkheid biedt het afkoppelen van hemelwater en grondwater van een openbaar vuilwaterriool af te dwingen, mits dit in redelijkheid van de lozer kan worden gevergd.

Gelezen het advies van de commissie Ruimtelijke Zaken van 14 juni 2018,

b e s l u i t :

de verordening afvoer hemelwater en grondwater 2018 vast te stellen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. Aansluitleiding: De leiding lopend vanaf het particulier perceel door het openbaar gebied en aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel of het gemeentelijk drainage- of infiltratiestelsel;

  • b. Afkoppelen: Het loskoppelen van een hemelwaterafvoerleiding van het gemengde of DWA-riool;

  • c. Niet aankoppelen bij nieuwbouw: het niet aansluiten van hemelwater op een afvoerleiding van het gemengde of DWA-riool;

Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

Beheerder van het openbaar riool: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Oisterwijk;

Bronneringswater: Grondwater, onttrokken ten behoeve van tijdelijke verlaging van de grondwaterstand;

Vuilwaterriolering: Het openbaar riool voor de afvoer van stedelijk afvalwater, exclusief hemelwater en grondwater;

Hemelwaterafvoerleiding: Een leiding bedoeld voor het afvoeren van hemelwater;

Zichtbaar lozen van hemelwater aan de oppervlakte: Het zichtbaar lozen van hemelwater ter plaatse van de perceelgrens waardoor het weg kan vloeien naar de openbare weg.

Hoofdstuk 2 Lozen van hemelwater

Artikel 2 Plicht tot afkoppelen

  • 1. De beheerder van het openbaar riool wijst een gebied aan waarbinnen het verboden is een hemelwaterafvoerleiding aan te sluiten of aangesloten te houden op het openbaar vuilwaterriool.

  • 2. De beheerder bepaalt de wijze waarop het afkoppelen plaatsvind.

  • 3. Deze verordening is niet van toepassing op inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer en op de openbare wegen in beheer bij de provincie, het waterschap en het rijk.

  • 4. Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk rioleringsplan.

  • 5. De beheerder verleent ontheffing van de verplichting tot afkoppelen die voortvloeit uit de gebiedsaanwijzing, indien van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het hemelwater kan worden gevergd.

  • 6. Aan de ontheffing van de verplichting tot afkoppelen wordt een financiële bijdrage gekoppeld als de beheerder de zorgplicht voor het hemelwater overneemt.

  • 7. Op de voorbereiding van de gebiedsaanwijzing is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 3 Kwaliteit af te voeren water

  • 1. Het afstromende water dat geloosd wordt op het hemelwater- of gemengde rioolstelsel mag niet sterker verontreinigd zijn, en geen andere verontreinigingen bevatten, dan het hemelwater dat van openbare wegoppervlakken afstroomt;

  • 2. Het afstromende water dat geloosd wordt op het hemelwater- of gemengde rioolstelsel mag niet dusdanig verontreinigd zijn, en geen verontreinigingen bevatten, die overstorten op oppervlaktewater onmogelijk maken.

Hoofdstuk 3 Lozen van grondwater

Artikel 4 Grondwaterlozingen

  • 1. Het is verboden grondwater af te voeren naar het gemengde rioolstelsel;

  • 2. De beheerder van het openbaar riool wijst een gebied aan waarbinnen het verboden is een afvoerleiding aan te sluiten of aangesloten te houden op het openbaar vuilwaterriool. ten aanzien van het vrijkomende grondwater bij drainage, oppompen of andere vormen van grondwateronttrekking.

  • 3. De beheerder bepaalt de wijze waarop een eventuele lozing mag plaatsvinden

  • 4. Bij het vaststellen van de gebiedsaanwijzing houdt de beheerder van het openbaar riool rekening met het gemeentelijk rioleringsplan.

  • 5. De beheerder verleent ontheffing van het verbod op lozing die voortvloeit uit de gebiedsaanwijzing, indien van de eigenaar van het bouwwerk, open erf of terrein redelijkerwijs geen andere wijze van afvoer van het grondwater kan worden gevergd.

  • 6. Aan de ontheffing voor het lozen van grondwater wordt een financiële bijdrage gekoppeld als de beheerder de zorgplicht voor het grondwater overneemt.

  • 7. Op de voorbereiding van de gebiedsaanwijzing is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Hoofdstuk 4

Artikel 5 Kosten van de overname van de zorgplichten

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen bij de verlening van de vergunning de kosten voor het overnemen van de zorgplicht voor grond- en/of hemelwater vast aan de hand van voorcalculatie.

  • 2. De gemeente is niet gehouden tot feitelijke overname van de zorgplicht voor grond- en/of hemelwater voordat de rechthebbende zich door betaling van de kosten voor de overname van het grond- en/of hemelwater akkoord heeft verklaard met de in het eerste lid genoemde kosten.

  • 3. Indien de kosten voor de overname van de zorgplicht voor grond- en/of hemelwater reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit bij de aanvraag van de aansluitvergunning te vermelden. De kosten voor de overname van de zorgplicht voor grond- en/of hemelwater worden niet in rekening gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende zijn verhaald.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 6 Nadere regels

  • 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels stellen;

  • 2. Burgemeester en Wethouders kunnen beleidsregels vaststellen ter uitvoering van:

    • a.

      Deze verordening of

    • b.

      De nadere regels

Artikel 7 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in deze verordening en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 8 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag volgend op die van haar bekendmaking.

  • 2. De gebiedsaanwijzing treedt in werking op de achtste dag volgend op die van haar bekendmaking.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater 2018.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oisterwijk op

5 juli 2018

de griffier, de voorzitter,

Daniëlle Robijns – van de Wiel Hans Janssen

toelichting verordening afvoer hemelwater en grondwater 2018

1. Inleiding

Met de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke watertaken per 1 januari 2008 is o.a. de Wet milieubeheer gewijzigd. In artikel 10.32a van de Wet milieubeheer is opgenomen dat gemeenteraden een bevoegdheid hebben om, in het belang van de bescherming van het milieu, bij verordening regels te stellen aan het lozen van grond- en/of hemelwater op de riolering voor stedelijk afvalwater. Hiermee hebben gemeenten een nieuw instrument gekregen om de gemeentelijke watertaken (zorgplichten) vorm te geven. De wet geeft een bevoegdheid. Dit betekent dat gemeenten niet verplicht zijn een verordening voor het lozen van Grond- en/of hemelwater op de riolering te hebben. In het rioleringsbeleid, dat is neergelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP), is bepaalt de gemeente dat de inzet van dit nieuwe instrument nodig is, gelet op de lokale omstandigheden.

Over de riolering en de aansluiting van bouwwerken op de openbare riolering staan voorschriften in het Bouwbesluit 2012. Het Bouwbesluit gaat over de particuliere ruimte. De onderhavige verordening betreft de openbare ruimte, is aanvullend en komt niet in strijd met plichten die elders zijn vastgelegd. Bij strijd zou de hogere regeling -het Bouwbesluit- voorgaan.

De aanleiding voor de verordening afvoer hemelwater en grondwater 2018 is vanwege de mogelijkheid tot handhaving opgenomen in het Verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan voor Oisterwijk voor de periode 2015-2019 (vGRP). In het vGRP zijn de drie zorgplichten opgenomen op basis van de waterwetgeving. De invulling van deze drie zorgplichten door de gemeente Oisterwijk heeft zijn weerslag op de regels voor aansluiting op de riolering of lozen van water naar de openbare ruimte. Daarnaast wordt in de regio veelvuldig samengewerkt om de gevolgen van de klimaatveranderingen tegen te gaan. Een belangrijk onderdeel daarbij is het opvangen, bufferen en infiltreren van hemelwater ter plaatse.

2. Hemelwater en grondwater

In de aansluitverordening van de gemeente Oisterwijk wordt de feitelijke aansluiting geregeld. In deze verordening afvoer hemelwater en grondwater 2018 wordt geregeld dat binnen bepaalde gebieden lozing van hemel- en grondwater niet is toegelaten op het afvalwaterriool. Dat geldt vooral ook voor bestaande woningen in gebieden waar hemelwaterinfiltratievoorzieningen zijn aangelegd. Hiermee kan afgedwongen worden dat bij rioolvervangingen en aanleg infiltratievoorzieningen het hemelwater ook van bestaande woningen afgekoppeld wordt binnen de daarvoor door de gemeente vastgestelde voorwaarden.

Deze verordening is ook van toepassing voor lozing van grondwater (bronneringswater, drainage e.d.) op het afvalwaterriool.

3. Artikelsgewijs

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

In dit artikel zijn verschillende definities opgenomen over de van toepassing zijnde onderwerpen en de daarbij behorende onderdelen.

Artikel 2 Plicht tot afkoppelen

In dit artikel is vastgelegd dat hemelwater verplicht afgekoppeld moet worden binnen de aangewezen bebouwde gebieden en dat niet aangekoppeld mag worden bij nieuwe gebieden. De manier hoe en waar wordt door de beheerder opgelegd.

Als niet voldaan kan worden aan de verplichting is ook in deze verordening de verplichting tot betaling van kosten opgenomen bij overname van de zorgplicht. Deze kosten worden jaarlijks vastgelegd in de legesverordening.

Artikel 3 Kwaliteit af te voeren water

Om te voorkomen dat verontreinigd hemelwater afstroomt naar openbaar terrein zijn in dit artikel enkele bepalingen opgenomen over de kwaliteit van het water. Vanuit zowel de lozingsvoorwaarden bij de rioolwaterzuivering (RWZI) als het oppervlaktewater zijn die afhankelijk van de eisen van het Waterschap.

Artikel 4 Grondwaterlozingen

In artikel 4 wordt uitgebreid ingegaan op lozingen van grondwater door bronnering en/of drainage. De bepalingen zijn verder identiek aan artikel 2

Artikel 5Kosten van de overname van de zorgplichten

Aan het verwerken van grond- en/of hemelwater op particulier terrein zijn uiteraard nooit kosten verbonden die doorberekend worden. Pas als verwerking van grond- en/of hemelwater op eigen terrein onmogelijk is (nieuwbouw en/of vernieuwbouw) neemt de beheerder van de openbare ruimte de zorgplicht voor dat water over. Omdat er kosten verbonden zijn aan de opvang, de buffering en de verwerking worden deze in rekening gebracht bij de particulier. Overname wordt dan ook pas feitelijk gerealiseerd na de betaling van de vooraf berekende kosten.

Hemelwater

In nieuwe bestemmingsplannen en/of wijzigingsplannen wordt in de waterparagraaf opgenomen hoe de berekening van de kosten plaatsvind. Aan de hand van de werkelijke uitwerking wordt de definitieve berekening gemaakt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de hoeveelheid regen in mm1 zoals die in de Keur van het Waterschap is opgenomen. De rekenmethode is als volgt:

Hoeveelheid toe te rekenen verharding in m2 (gewoonlijk 100% van het verharde opp.)

Hoeveelheid regen in mm1 (op dit moment 60 mm1 = 0,06 m1)

Berekening is opp. in m2 x regen in m1 = hoeveelheid m3 water.

Voor het gedeelte water dat niet op eigen terrein verwerkt kan worden, wordt het aantal m3 vermenigvuldigd met de kosten/m3.

Voor 2018 is dit bedrag vastgesteld op € 350/m3 excl. BTW

Dit bedrag wordt vanaf 2019 opgenomen in de legesverordening en dan jaarlijks geïndexeerd.

In bebouwde omgeving wordt bij de aanleg van een hemelwatervoorziening de voorkant van de panden afgekoppeld. Dit wordt kostenneutraal voor de particulier verwerkt.

Grondwater

Voordat lozing wordt toegestaan moet aangetoond worden dat lozing van grondwater noodzakelijk is op het gemengde of hemelwaterstelsel. Als lozing bijvoorbeeld via retourbemaling, toepassing van bouwkuip e.d. mogelijk is wordt geen toestemming verleend voor lozing van grondwater. Lozing van grondwater is daarna vrij gesteld tot 10 m3/h maximaal gedurende een beperkte periode en voor maximaal 1 lozingspunt per project of locatie.

Als noodgedwongen meer water geloosd moet worden is registratie van hoeveelheden verplicht. Voor het lozen op het gemeentelijk rioolstelsel (HWA 0f gemengd) wordt een vergoeding doorberekend voor controle en schoonmaken. Daarvoor wordt de navolgende berekening aangehouden:

<10 m3/h Alleen legeskosten

>10 m3 - < 15 m3/h € 250,00 + legeskosten

>15 m3 - < 20 m3/h € 500,00 + legeskosten

>20 m3 - < 30 m3/h € 1.000,00 + legeskosten

>30 m3 € 2.000,00 + legeskosten

Als grotere lozingen noodzakelijk zijn dan moet vooraf overleg gevoerd worden met Waterschap de Dommel.

De overige artikelen spreken voor zich.

Ondertekening