Regeling vervallen per 01-01-2014

Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2011

Geldend van 30-03-2011 t/m 31-12-2013

Intitulé

Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2011

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 maart 2011, nr. 9/8, reg.nr. INT-11-00115;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2011.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Gemeente: gemeente Oldenzaal;

  • c.

    Raad: raad van de gemeente Oldenzaal;

  • d.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal;

  • e.

    Subsidie: een subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Awb, inhoudende de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van aanvrager, anders dan als betaling voor de aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;

  • f.

    Instelling: een organisatie die een rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten voor de Oldenzaalse bevolking;

  • g.

    Activiteit: samenhangende werkzaamheden en handelingen gericht op het belang van de gemeente en/of haar inwoners en passend binnen het gemeentelijk beleid;

  • h.

    Subsidieplafond: een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 Awb, te weten het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verlening van subsidies volgens een bepaald wettelijk voorschrift;

  • i.

    Begrotingsvoorbehoud: voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld;

  • j.

    Jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van meerdere jaren wordt verleend;

  • k.

    Eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd subsidie wil verlenen.

  • l.

    Uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die in de zin van artikel 4:36 van de Wet tussen de instelling en het gemeentebestuur wordt gesloten ter uitwerking van de subsidieverleningbeschikking. In een uitvoeringsovereenkomst worden in ieder geval aangegeven:

    • 1.

      de looptijd van de subsidie;

    • 2.

      de beoogde prestaties;

    • 3.

      de doelgroep(en) met betrekking tot de te ontwikkelen activiteiten en te verrichten prestaties.

  • m.

    Voorziening: vermogensbestanddelen die worden gevormd voor toekomstige kosten die een periode van twee of meer jaren omvatten en die:

    • 1.

      niet binnen de jaarlijkse exploitatie of via de algemene reserve opgevangen kunnen worden;

    • 2.

      nu reeds te voorzien zijn;

    • 3.

      onvermijdelijk zijn;

    • 4.

      hun oorzaak in het verleden hebben;

    • 5.

      kwantificeerbaar en/of berekenbaar zijn.

  • n.

    Algemene reserve: een reserve met een algemeen karakter en dus vrij aanwendbaar is.

  • o.

    Bestemmingsreserve: bestanddeel uit eigen vermogen dat bestemd is om in de toekomst beoogde specifieke uitgaven te kunnen bekostigen.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, is deze verordening van toepassing op alle door het college te subsidiëren activiteiten op de beleidsterreinen van de door de raad in de programmabegroting vastgestelde programma’s.

  • 2. Het college kan aanvullend nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden omschreven.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verlenen van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2. Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het college stelt voor 31 december voorafgaand aan het jaar waarop het subsidieplafond geldt het subsidieplafond vast. Bij nadere regels kan het college van deze datum afwijken.

  • 2. Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging van de subsidieplafonds en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag.

  • 4. Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college aan de hand van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij een subsidieaanvraag overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In het bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar inwoners en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    • c.

      een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • 3. Indien een aanvrager voor de eerste keer een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 4. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt gedaan uiterlijk acht weken voor aanvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag voor een eenmalige subsidie binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Indien het college hiertoe regels heeft opgesteld, beslist het collegeacht weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 8 Weigeringgronden

Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren als:

  • 1.

    De aanvraag voor een jaarlijkse subsidie niet vóór 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het subsidietijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd is ingediend overeenkomstig de gestelde voorwaarden;

  • 2.

    De aanvraag voor een eenmalige subsidie niet acht weken voor aanvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd is ingediend overeenkomstig de gestelde voorwaarden;

  • 3.

    De activiteiten niet gericht zijn op het belang van de gemeente Oldenzaal respectievelijk niet aanwijsbaar ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Oldenzaal;

  • 4.

    Subsidieverstrekking niet past binnen het gemeentelijk beleid;

  • 5.

    De subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden aan het doel waarvoor subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 6.

    De doelstellingen of de (te ontplooien) activiteiten van de aanvrager in strijd zijn met de wet of het algemeen belang;

  • 7.

    De aanvrager heeft de behoefte aan de te subsidiëren activiteiten, of de meerwaarde ten opzichte van het reeds in Oldenzaal bestaande activiteitenaanbod niet aannemelijk kunnen maken.

Artikel 9 Wet BIBOB

Het college kan voor subsidies (binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen) dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 10 Verlening subsidie

  • 1. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de ontvangen subsidie moet worden verantwoord.

  • 2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie.

  • 3. Het college is bevoegd om de subsidie bij verlening direct vast te stellen.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a en onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

  • 2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 17, wordt gegeven wordt per halfjaar 50% bevoorschot.

  • 3. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 18, wordt gegeven wordt per kwartaal 25% bevoorschot.

Artikel 12 Uitvoeringsovereenkomst

  • 1. Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten.

  • 2. Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten uit te voeren waarvoor subsidie is verleend.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 13 Tussentijdse rapportage

Bij subsidies, hoger dan € 5.000,00, die voor meerdere jaren worden verleend, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de uitgevoerde activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Artikel 14 Meldingsplicht en steekproefsgewijze controle

  • 1. De subsidieontvanger doet onmiddellijk melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden uitgevoerd of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

  • 2. Als uit de ingediende bewijsstukken blijkt dat niet is voldaan aan de meldingsplicht, kan het college de subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 3. Het college kan de subsidieontvanger verzoeken mee te werken aan een steekproefsgewijze controle ten aanzien van de gesubsidieerde activiteiten. De subsidieontvanger dient desgevraagd bewijsstukken te overleggen.

Artikel 15 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger voert de activiteiten uit, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    • a.

      besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

  • 3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

  • 4. Ingeval van ontbinding van de rechtspersoon die subsidie ontvangt vervalt het batig saldo van de liquidatierekening - gelimiteerd tot het bedrag dat opgebouwd is met (behulp van) gemeentelijke subsidie - aan de gemeente.

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 16 Verantwoording subsidies tot € 5.000,00

  • 1. Subsidies tot € 5.000,00 worden door het college:

    • a.

      direct vastgesteld of;

    • b.

      ambtshalve vastgesteld binnen dertien weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn uitgevoerd.

  • 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn uitgevoerd en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000,00 tot € 50.000,00

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000,00, maar minder dan € 50.000,00, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk dertien weken na het plaatsvinden van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijks verstrekte subsidie, vóór 1 juli in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk zes maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een goedkeurende samenstellings- of beoordelingsverklaring.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, moeten worden overlegd.

Artikel 18 Verantwoording subsidies vanaf € 50.000,00

  • 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000,00, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    • a.

      bij een eenmalige subsidie, uiterlijk dertien weken na het plaatsvinden zijn van de activiteiten;

    • b.

      bij een jaarlijks verstrekte subsidie, vóór 1 juli in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk zes maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht;

    • b.

      een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    • d.

      een goedkeurende accountantsverklaring of een beoordelingsverklaring.

  • 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 19 Vaststelling subsidie

  • 1. Het college stelt binnen dertien weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

  • 2. Indien uit de aard van de subsidie, of de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 3. Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

  • 4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 20 Reservevorming

  • 1. Artikel 4:41 van de wet is van toepassing. De hoogte van de vergoeding als bedoeld in artikel 4:41 lid 1 sub b. wordt met toepassing van de artikelen 3:2 en 3:4 van de wet door het college vastgesteld.

  • 2. Het college kan met betrekking tot de vorming van een algemene reserve, een bestemmingsreserve of een voorziening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk 9 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, en 3 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 22 Intrekking

De Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 23 Overgangsbepalingen

Subsidieaanvragen die zijn ingediend voor 1 april 2011 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2005.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Oldenzaal 2011.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 28 maart 2011,

de griffier, de voorzitter,

J.H. Brokers F.T.J.M. Backhuijs

Toelichting behorende bij de Algemene subsidieverordening Oldenzaal 2011

i270494.pdf [Klik hier om het document te downloaden]