Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2013

De raad van de gemeente Oldenzaal;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 december 2012, nr. 49/2, reg.nr. INT-12-00481;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van reinigingsrechten 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder bedrijfsafval:

afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reinigingsrechten worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van door de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2. De rechten bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal containers in de loop van het belastingjaar toeneemt, worden de rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, respectievelijk de hogere rechten ter zake van het toegenomen aantal containers, geheven voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal containers, nog gedeelten van kalendermaanden of volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal containers in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, respectievelijk de lagere rechten ter zake van het verminderde aantal containers, als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal containers, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de reinigingsrechten worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt in het geheel geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van reinigingsrechten.

Artikel 12 Overgangsrecht

De Verordening reinigingsrechten 2012 van 19 december 2011 wordt ingetrokken met ingang van dein artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij vantoepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening reinigingsrechten 2013.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2012,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel

behorende bij de Verordening reinigingsrechten 2013

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1

Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten

1.1

Het recht bedraagt per belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik

dan wel het ledigen van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde

afvalstoffen indien het betreft:

1.1.1

een eerste container voor restafval en/of een eerste container voor gft-afval

 € 278,16

1.1.2

iedere volgende container voor restafval

 € 278,16

1.1.3

iedere volgende container voor gft-afval

 € 165,24

Hoofdstuk 2

Maatstaven en tarieven achterlaten bedrijfsafval

2.1

Voor de berekening van de rechten in dit hoofdstuk wordt een

gedeelte van een eenheid als een volle aangemerkt.

2.2

Het recht bedraagt voor:

2.2.1

het achterlaten op een daartoe van gemeentewege ter beschikking

gestelde plaats van klein chemisch afval:

2.2.1.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 3,00

2.2.1.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 3,00

2.2.2

het achterlaten op een daartoe van gemeentewege ter beschikking

gestelde plaats van niet gescheiden bedrijfsafval voorzover niet

onderstaand en afzonderlijk met name genoemd:

2.2.2.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 2,00

2.2.2.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 2,00

2.2.3

het achterlaten van bitumen (dakleer) op een daartoe van

gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

2.2.3.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 2,00

2.2.3.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 2,00

2.2.4

het achterlaten van voertuigbanden op een daartoe van gemeentewege

ter beschikking gestelde plaats:

2.2.4.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 2,00

2.2.4.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 2,00

2.2.5

het achterlaten van glas, niet zijnde glazen verpakking, op een daartoe

van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

2.2.5.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 2,00

2.2.5.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 2,00

2.2.6

het achterlaten van C-hout op een daartoe van gemeentewege

ter beschikking gestelde plaats:

2.2.6.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 2,00

2.2.6.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 2,00

2.2.7

het achterlaten van asbest op een daartoe van gemeentewege

ter beschikking gestelde plaats:

2.2.7.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 2,00

2.2.7.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 2,00

2.2.8

het achterlaten van A- en/of B-hout op een daartoe van gemeentewege

ter beschikking gestelde plaats:

2.2.8.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 0,60

2.2.8.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 0,60

2.2.9

het achterlaten van schone grond c.q. schoon zand op een daartoe van

gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

2.2.9.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 0,60

2.2.9.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 0,60

2.2.10

het achterlaten van grof tuinafval op een daartoe van gemeentewege ter

beschikking gestelde plaats:

2.2.10.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 0,60

2.2.10.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 0,60

2.2.11

het achterlaten van gft-afval op een daartoe van gemeentewege ter

beschikking gestelde plaats:

2.2.11.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 0,60

2.2.11.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 0,60

2.2.12

het achterlaten van puin op een daartoe van gemeentewege ter

beschikking gestelde plaats:

2.2.12.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 0,50

2.2.12.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 0,50

2.2.13

het tegelijk achterlaten van twee of meer van de onder 2.2.8 tot en met

2.2.12 genoemde gescheiden afvalstoffen op een daartoe van

gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

2.2.13.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 0,60

2.2.13.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 0,60

2.2.14

het achterlaten van elektrische apparaten op een daartoe van

gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

2.2.14.1

voor een hoeveelheid tot 11 kilogram

 € 0,60

2.2.14.2

voor elke hoeveelheid van 10 kilogram meer

 € 0,60

2.3

In afwijking van onderdeel 2.2 worden geen rechten geheven voor het

achterlaten van metaal, oud papier, glazen verpakkingen en textiel op

een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats.

Hoofdstuk 3

Diverse

3.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande hoofdstukken bedraagt

de belasting voor:

3.1.1

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een

afvalentreepas voor eenmalig gebruik

 € 3,00

3.1.2

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een

weegbon van een geijkte weegbrug

 € 8,50

Behoort bij besluit van de raad der gemeente Oldenzaal van 17 december 2012, nr. 306

Mij bekend,

De griffier,