Regeling vervallen per 31-12-2012

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE OMMEN 2010

Geldend van 01-11-2010 t/m 30-12-2012

Intitulé

VERORDENING WET INBURGERING GEMEENTE OMMEN 2010

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

    • c.

      inburgeringsplichtigen: duurzaam verblijvende vreemdelingen (zonder Nederlandse nationaliteit)

    • d.

      vrijwillige inburgeraars: EU/EER onderdanen of genaturaliseerde Nederlanders of Antilianen of Arubanen met de Nederlandse nationaliteit.

    • e.

      inburgeraar: de inburgeringsplichtige en de vrijwillige inburgeraar.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeraars

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringvoorzieningen of taalkennisvoorzieningen.

  • 2. Het college beoordeelt eens in de vier jaren de doeltreffendheid en doelmatigheidvan de informatieverstrekking aan de inburgeraars en rapporteert daarover aan de raad.

Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

  • 1. Het college wijst de groepen inburgeraars aan waarvoor hij bij voorrang een inburgeringsvoorziening kan toekennen of vaststellen op basis van de volgende criteria:

    • a.

      afstand tot de arbeidsmarkt;

    • b.

      het hebben van een opvoedtaak;

    • c.

      het inkomen van de belanghebbende;

    • d.

      de motivatie van de belanghebbende;

  • 2. Het college kan bij nadere regeling de weging van deze voorrangscriteria vaststellen.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

  • 1. De inburgeringvoorziening wordt samengesteld met inachtneming van de volgende

    doelstellingen:

    • a.

      het behalen inburgeringexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II;

    • b.

      het vergroten arbeidsparticipatie; en/of

    • c.

      het vergroten maatschappelijke participatie.

  • 2. De taalkennisvoorziening wordt samengesteld met de doelstelling verwerving en versterking van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding.

  • 3. Het college stemt de inburgeringvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, of taalkennisvoorziening na onderzoek af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeraar.

Artikel 5 De voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget

  • 1. Het college behandelt het verzoek van de inburgeraar om in aanmerking te komen voor een voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget op basis van:

    • a.

      een door de inburgeraar ingediend voorstel van een persoonlijk duaal inburgeringsplan;

    • b.

      een begeleidend advies van de klantmanager;

    • c.

      een bereidverklaring van de inburgeraar tot het sluiten van een overeenkomst met gemeente en aanbieder.

  • 2. Het college keurt het voorstel van de inburgeraar voor het uitvoeren van het ingediende persoonlijk duaal inburgeringsplan goed, indien dit:

    • -

      naar het oordeel van het college passend is om hem voor te bereiden op en toe te leiden naar het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, dan wel

    • -

      naar het oordeel van het college passend is om hem de kennis van de Nederlandse taal te laten verwerven die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een mbo-opleiding op niveau 1 of 2, en

    • -

      wordt verzorgd door een aanbieder inburgering en/of re-integratie die staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en die in NT2-scholing voorziet door de inzet van een daartoe bevoegd docent resp. daartoe bevoegde docenten.

  • 3. Als het college de voorziening in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget heeft vastgesteld, sluit de inburgeraar een overeenkomst met de gemeente en het inburgeringsbedrijf, waarin tevens de betalingsregeling is vastgelegd.

Artikel 6 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in beginsel in één keer betaald.

  • 2. Het innen van de eigen bijdrage begint niet eerder dan drie maanden na beëindiging van het inburgeringstraject of de taalkennisvoorziening.

  • 3. Indien degene die een eigen bijdrage verschuldigd is algemene bijstand ontvangt, verrekent het college, indien mogelijk de eigen bijdrage met de algemene bijstand, het college legt dit vast in de beschikking.

Artikel 7 Toekennen van een deelname bonus

  • 1. Indien de inburgeraar, die een eigen bijdrage als bedoeld in artikel 23, tweede lid van de wet is verschuldigd, is geslaagd voor het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, wordt hem eenmalig een bonus ter hoogte van het bedrag van de eigen bijdrage uitgekeerd.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige, die een eigen bijdrage, als bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet is verschuldigd, op grond van artikel 31 van de wet wordt ontheven van zijn of haar inburgeringsplicht wordt hem of haar de eigen bijdrage kwijtgescholden.

  • 3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de inburgeraar van wie het college op grond van door de inburgeraar aantoonbaar geleverde inspanning van oordeel is dat het voor hem of haar redelijkerwijs niet mogelijk is het inburgeringsexamen te behalen.

Artikel 8 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeraar bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    het melden aan het college indien door ziekte of door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

Hoofdstuk 3. Het vaststellen van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening

Artikel 9 De inhoud van de beschikking

  • 1. Het besluit tot toekenning van een inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van de inburgeringvoorziening of taalkennisvoorziening;

    • b.

      een opgave van de rechten en plichten van de inburgeraar;

    • c.

      de datum waarop het inburgeringexamen moet zijn behaald;

    • d.

      de wijze van betaling van de eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet; en

    • e.

      in geval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete

Artikel 10 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 125,-- indien de inburgeraar of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,-- indien de inburgeraar geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 8 van deze verordening.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,-- indien de inburgeraar niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 11 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 250,-- indien de inburgeraar zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, tweede lid, bedraagt ten hoogste € 500,-- indien de inburgeraar zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1.000,-- indien de inburgeraar niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 12 Afstemmming van de bestuurlijke boete

  • 1. Er wordt geen bestuurlijke boete, zoals bedoeld in artikel 10 en11 van deze verordening, opgelegd voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten.

  • 2. De hoogte van de bestuurlijke boete bedoeld in artikel 10 en 11 van deze verordening wordt afgestemd op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten.

  • 3. Bij de afstemming bedoeld in het tweede lid wordt zo nodig rekening gehoudenmet de omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaats gevonden.

Artikel 13 Het vaststellen van de identiteit van de vrijwillige inburgeraar

Het college stelt de identiteit van de vrijwillige inburgeraar vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 14 Budgetplafond

  • 1. Het college kan een of meer budgetplafonds vaststellen voor de voorzieningen.

  • 2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor een voorziening.

Artikel 15 Intrekking en inwerkingtreding

De Verordening Wet Inburgering 2007 wordt met ingang van inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Deze verordening treedt in werking één dag na publicatie en werkt terug tot 1 november 2010.

Artikel 16 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering gemeente Ommen 2010.

Toelichting

Toelichting