Besluit tot vaststelling nadere regels Parkeerverordening Ommen 2019

Geldend van 09-05-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit tot vaststelling nadere regels Parkeerverordening Ommen 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Ommen,

gelet op artikel 3 van de Parkeerverordening Ommen 2019,

Besluit: 

een nadere uitwerking te geven van het bepaalde in artikel 3 van de Parkeerverordening Ommen 2019.

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    centrumgebied Ommen: de zone zoals is weergegeven in bijlage 1;

  • b.

    RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • c.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • d.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • e.

    houder: degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat ingeschreven in het – krachtens de WVW 1994 – aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:

    • a.

      degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven, of;

    • b.

      degene die middels een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het register was ingeschreven, of;

    • c.

      degene die middels een verklaring kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van een ander in het register was ingeschreven;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die :

    • a.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of

    • b.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie ene vergunning is verleend;

  • i.

    aanvrager:

    • a.

      de natuurlijke persoon die:

      • 1.

        houder is van het betreffende motorvoertuig, of

      • 2.

        ingeschreven staat op hetzelfde woonadres als de houder van het motorvoertuig, en

      • 3.

        een verzoek richt aan het college tot het verlenen van een vergunning;

    • b.

      de rechtspersoon die:

      • 1.

        houder is van het betreffende motorvoertuig, en

      • 2.

        een verzoek richt aan het college tot het verlenen van een vergunning;

  • j.

    privé parkeergelegenheid: parkeergelegenheid die niet openbaar toegankelijk is;

  • k.

    bewoner: inwoner van de gemeente Ommen die staat ingeschreven als ingezetene in de basisregistratie personen van de gemeente Ommen op het adres dat hij/zij bewoont als zelfstandige woning;

  • l.

    zelfstandige woning: de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten die woning;

  • m.

    adres: het adres zoals dat bekend staat in de basisregistratie personen.

Artikel 2 Onderwerp van de regeling

Deze regeling is van toepassing op het aanvragen, verlenen en gebruiken van vergunningen in Ommen.

Artikel 3 Aanvraag van de vergunning

Een aanvraag voor een vergunning moet worden ingediend bij het college van de gemeente Ommen.

Artikel 4 Verlenen vergunning algemeen

  • 1.

    De vergunningen zijn van toepassing op specifiek aangewezen parkeerplaatsen (belanghebbende plaatsen) waarvan de parkeerlocatie op de vergunningen zijn omschreven.

  • 2.

    Het college kan aan de vergunningen extra voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen zich alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare ruimte.

  • 3.

    Kamerverhuurbedrijven, kamerbewoners en pensiongasten komen niet voor een vergunning in aanmerking.

  • 4.

    De vergunningen worden verleend:

    • a.

      op kenteken van het motorvoertuig of brommobiel waarvoor de vergunning is verleend;

    • b.

      voor ten hoogste één jaar.

  • 5.

    De vergunningen bevatten in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      het kenteken van het motorvoertuig of brommobiel waarvoor de vergunning is verleend.

  • 6.

    De vergunningen moeten duidelijk zichtbaar en volledig leesbaar achter de voorruit van het motorvoertuig of brommobiel zijn aangebracht.

  • 7.

    Een vergunning wordt niet eerder afgegeven dan na voldoening van de verschuldigde kosten.

Artikel 5 Verlenen vergunning specifiek

  • 1.

    Een vergunning kan worden verleend aan de houder van een motorvoertuig of brommobiel wanneer deze:

  • a.

    bewoner is van een adres gelegen in het centrumgebied Ommen, zoals weergegeven in bijlage 1 van deze regeling, met dien verstande dat:

    • 1.

      per woonadres maximaal 4 vergunningen worden verstrekt, en;

    • 2.

      privé parkeergelegenheid in mindering wordt gebracht op het aantal te verkrijgen vergunningen voor parkeren op de openbare weg, en;

    • 3.

      privé parkeergelegenheid het recht op het tarief voor de eerste auto zoals bedoeld in artikel 4 onder a van de Verordening parkeerbelasting 2019 doet vervallen.

  • b.

    ten behoeve van incidentele werkzaamheden met het motorvoertuig in de directe omgeving aanwezig moet zijn:

    • 1.

      aan de houder van een motorvoertuig – waarop duidelijk en expliciet de bedrijfsnaam is aangegeven wordt maximaal één vergunning verstrekt.

  • c.

    een medisch of paramedisch beroep uitoefent of aan gemeentediensten:

    • 1.

      per bedrijf of instantie wordt het minimaal benodigde aantal vergunningen verstrekt.

 

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan ten gunste van de aanvrager het bij of krachtens deze regeling bepaalde buiten toepassing laten of daarvan afwijken, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

 

Artikel 7 Diefstal, verlies of vermissing

  • 1.

    In geval van diefstal, verlies of vermissing van een vergunning op kenteken kan een duplicaat vergunning worden verstrekt.

  • 2.

    Duplicaten van een vergunning worden hoogstens éénmaal per kalenderjaar verstrekt.

  • 3.

    Een duplicaat wordt niet eerder afgegeven dan na voldoening van de verschuldigde kosten.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op de bekendmaking

De burgemeester en secretaris van de gemeente Ommen,

Secretaris,

 

J.W.H. Blaauw

Burgemeester,

 

mr. drs. J.M. Vroomen