Regeling vervallen per 31-12-2021

Verordening parkeerbelasting 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 30-12-2021

Intitulé

Verordening parkeerbelasting 2021

De raad van de gemeente Ommen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2020, nummer 109779;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Ommen 2019;

Besluit:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTING 2021

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • b.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • c.

    houder: degene die naar omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat ingeschreven in het – krachtens de WVW 1994 – aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt:

    • a.

      degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven, of;

    • b.

      degene die middels een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het register was ingeschreven, of;

    • c.

      degene die middels een verklaring kan aantonen dat hij de bestuurder is van het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van een ander in het register was ingeschreven;

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van een gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze wordt een belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

1. Het tarief voor een parkeervergunning bedraagt voor:

  • a.

    een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening Ommen 2019 voor de eerste auto geregistreerd op het (woon)adres, per jaar € 36,-;

  • b.

    een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Parkeerverordening Ommen 2019 voor de tweede en verdere auto’s geregistreerd op het (woon)adres, per jaar € 71,-;

2. Het tarief voor een wijziging op de parkeervergunning bedraagt:

€ 0,00 voor de eerste wijziging,

€ 8,- voor de tweede en de daaropvolgende wijzigingen.

3. Het tarief voor het verstrekken van een nieuwe parkeervergunning als gevolg van vermissing, verlies of diefstal bedraagt: € 10,-.

Artikel 5 Ontstaan van belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling

1. De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak waarover de belasting wordt geheven.

2. De belasting moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verstrekt.

3. Ingeval de vergunning wordt toegezonden, moeten de verschuldigde bedragen voorafgaand aan de verzending van de vergunning worden voldaan doch uiterlijk binnen 14 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving van het verschuldigde bedrag.

4. Indien een parkeervergunning in de loop van een kalenderjaar wordt aangevraagd wordt het bedrag berekend naar rato van het verschuldigde parkeergeld voor een heel jaar, op basis van het aantal maanden tot het einde van het desbetreffende kalenderjaar. De maand waarin de dag valt waarop de parkeervergunning wordt verleend, wordt meegerekend.

5. Indien de belasting voor een vergunning is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die vergunning voor het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. De in de vorige volzin bedoeld ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de vergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.

6. Indien een vergunninghouder de belasting heeft voldaan over een tijdvak van langer dan één kalendermaand, als gevolg van door of met medewerking van het gemeentebestuur getroffen maatregelen andere dan die bedoeld in het vijfde lid, gedurende één of meer in dat tijdvak vallende kalendermaanden niet kan parkeren op een plaats waarop zijn vergunning betrekking heeft, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de vergunninghouder niet heeft kunnen parkeren.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Overgangsrecht

De ‘Verordening parkeer­be­lasting 2020’ van 28 november 2019, met zaaknummer 15344, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid van artikel 9 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien ver­stande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorge­daan.

Artikel 9 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening parkeer­be­lasting 2021’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 26 november 2020.

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

J.A.R. Tenkink mr. drs. J.M. Vroomen

Ondertekening