Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum

Geldend van 10-04-2013 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum

De raad van de gemeente Renkum;

  • -

    gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 januari 2013, nr. … ;

  • -

    gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel i, van de Wet werk en bijstand;

  • -

    gelezen het advies van de commissie Inwoners van 4 februari 2013;

besluit

vast te stellen de “Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum”.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

  • b. recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid, van de Wet werk en bijstand;

  • c. bezit:waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Wet werk en bijstand;

  • d. verrekenen:verrekening als bedoeld in artikel 60, vierde lid, van de Wet werk en bijstand.

Hoofdstuk 2Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive

Artikel 2. Verrekenen met beslagvrije voet bij voldoende bezit

  • 1. Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.

  • 2. De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

Artikel 3. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit

  • 1. Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.

  • 2. Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.

  • 3. Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Wet werk en bijstand.

Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet

In afwijking van de artikelen 2 en 3 verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet indien:

  • a.

    aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin; of

  • b.

    anderszins sprake is van dringende redenen.

Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes

De artikelen 2, 3 en 4 zijn ook van toepassing op de verrekening van een nog niet (geheel) betaalde bestuurlijke boete wegens het niet nakomen van de inlichtingplicht zoals bedoeld in artikel 18a, eerste lid Wet werk en bijstand.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 10 april 2013.

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Renkum.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering

Van

De raad voornoemd.

De griffier,

J.I.M. Le Comte

De voorzitter,

J.P. Gebben