Regeling vervallen per 01-01-2014

Algemene subsidieverordening gemeente Renkum 2006

Geldend van 01-12-2008 t/m 31-12-2013

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Renkum 2006

De raad van de gemeente Renkum, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 december 2005

Besluit

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien het positieve advies van de commissie bedrijvigheid;

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen voor de subsidieverstrekking ;

Voor zover een andere wettelijke regeling of gemeentelijke verordening hierin niet voorziet;

§tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening gemeente Renkum 2006 met toelichting onder intrekking van:

1. de Algemene subsidieverordening gemeente Renkum 2002;

2. de deelverordening periodiek gesubsidieerde vrijwilligersorganisaties;

3. de additionele beleidsregels budgetsubsidiëring.

Raadsbesluit

Nummer

Onderwerp

Algemene subsidieverordening

Datum

25 januari 2006

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Gemeente : de gemeente Renkum

De raad : de gemeenteraad van de gemeente Renkum

Het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum

De wet : de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2 Reikwijdte:

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten in het maatschappelijk belang van de gemeente.

  • 2. Behoudens er zover sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit, dienen de activiteiten van de aanvrager open te staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid;

  • 3. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere beleidsregels vaststellen.

  • 4. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening binnen de door de raad gestelde kaders.

Artikel 3 Subsidie ontvanger

  • 1. In het algemeen worden slechts activiteiten gesubsidieerd die georganiseerd worden door rechtspersonen.

  • 2. In bijzondere gevallen kan subsidie worden verleend ten behoeve van door(een groep van) natuurlijke personen georganiseerde activiteiten.

Artikel 4 Weigeringsgronden

De subsidieverlening kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gronden geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat :

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen van de ingezetenen van de gemeente of niet past binnen het beleid van de gemeente;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de activiteiten reeds plaatsvinden of hebben gevonden alvorens een aanvraag om subsidie is ingediend;

  • d.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de (communautaire) wet- en regelgeving, het algemene belang of de openbare orde;

  • e.

    de activiteiten van de instelling op enige wijze strijdig zijn met de in internationale verdragen algemeen erkende rechten van de mens;

  • f.

    de activiteiten in hoofdzaak op zuiver politieke of godsdienstige gronden worden ontplooid;

  • g.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende middelen kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Indien in de door de raad vastgestelde begroting of in een daarvan deel uitmakende bijlage een post is opgenomen die blijkens de daarbij behorende omschrijving uitsluitend bestemd is als subsidie ten behoeve van een afzonderlijk programma binnen de begroting of een onder dit programma vallend product, geldt deze begrotingspost als subsidieplafond.

  • 2. Indien uit de omschrijving van het programma binnen de begroting of onder dit programma vallend product niet zonder meer blijkt dat de raad voor dit programma of product een subsidieplafond heeft vastgesteld is het college bevoegd binnen de kaders van de begroting van de gemeente een subsidieplafond voor dit programma of product vast te stellen.

  • 3. Indien een subsidieplafond is vastgesteld zoals bedoeld in dit artikel worden aanvragen om subsidie in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan, tenzij het college vooraf criteria bekend heeft gemaakt aan de hand waarvan aanvragen zullen worden beoordeeld.

Artikel 6 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt zij verleend onder de voorwaarde dat door de gemeenteraad voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 7 Subsidiesoorten

  • 1. Als soorten van subsidie als bedoeld in art.4:21 van de wet worden onderscheiden :

    • a.

      Budgetsubsidie: subsidie waarbij de subsidieontvanger zich verplicht de subsidie aan te wenden binnen de door de instelling gestelde doelstellingen en overeenkomstig de hierover met het college gemaakte prestatieafspraken in de vorm van activiteiten.

    • b.

      Incidentele subsidie: subsidie voor een experiment, eenmalige activiteit of projectmatige activiteit.

    • c.

      Waarderingssubsidie: een incidentele of periodieke subsidie ten behoeve van activiteiten van de aanvrager als blijk van waardering of aanmoediging, aan de vaststelling waarvan geen verlening voorafgaat.

    • d.

      Activiteitensubsidie: een incidentele of periodieke subsidie, anders dan als blijk van waardering of aanmoediging, ten behoeve van activiteiten. Aan de vaststelling kan een verlening voorafgaan.

  • 2. Artikelen 4:75, 4:76, 4:78, 4:79 en 4:80 van de wet zijn van toepassing op incidentele subsidies,als bedoeld in lid 1 onder b waarvan het subsidiebedrag ¤ 50.000,- of meer bedraagt.

  • 3. Afdeling 4.2.8 van de wet is van toepassing op de budgetsubsidies die per boekjaar worden verstrekt.

Artikel 8 Tijdstip van indiening aanvraag

  • 1. Een aanvraag om een budgetsubsidie respectievelijk een aanvraag om een waarderingssubsidie moet voor 1 mei voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag om een incidentele of activiteiten subsidie moet ten minste 8 weken voordat met de activiteit wordt aangevangen, worden ingediend.

  • 3. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de onder lid 1 en lid 2 genoemde termijnen.

Artikel 9 Aanvraag

De aanvrager dient zijn aanvraag in op het daartoe door het college vastgestelde formulier, volledig ingevuld en samen met alle daarbij gevraagde bescheiden.

Artikel 10 Eerste aanvraag

Het college kan binnen een door hem te bepalen termijn overlegging van stukken of anderszins nadere informatie verlangen als dat voor de beoordeling van de subsidieaanvraag nodig wordt geacht.

Artikel 11 Aanvraag tot subsidievaststelling incidentele en activiteiten subsidies

De termijn zoals bedoeld in art.4:44 van de wet is bepaald op:

  • a.

    voor activiteiten subsidies maximaal 6 maanden na het beëindigen van de activiteit;

  • b.

    voor incidentele subsidies tot € 50.000,- maximaal 6 maanden na het beëindigen van de activiteit;

  • c.

    voor incidentele subsidies groter dan € 50.000,- wordt de termijn in de beschikking tot subsidieverlening vastgesteld.

Artikel 12 Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze verordening niet of in onvoldoende mate voorziet, beslist het college.

Artikel 13 Intrekking en Inwerkingtreding

Onder intrekking van de Algemene subsidieverordening 2002, de deelverordening periodiek gesubsidieerde vrijwilligersorganisaties en de additionele beleidsregels budgetsubsidiëring treedt deze verordening in werking op 1 februari 2006.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als : Algemene subsidieverordening gemeente Renkum 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2006.
De raad van de Gemeente Renkum
de griffier, de voorzitter,
mr. J.I.M. le Comte P.M. Bruinooge