Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 24-06-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

De raad van de gemeente Ridderkerk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

gelet op het advies van de commissie Samen Leven van 29 november 2018;

overwegende dat de verordening en de bijbehorende tarieventabel voor 2019 dienen te worden vastgesteld door de gemeenteraad;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

BESLUIT:

Vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019 (Legesverordening 2019)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • d.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening van een vergunning, voorzover de dienst in het belang of van wege de uitoefening van de openbare dienst verricht door of ten behoeve van de Gemeente Ridderkerk;

  • e.

    attestaties de vita tot het ontvangen van pensioen;

  • f.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikelen 3.5.2, 1.17.5, 3.1.6, 3.2.1 en 3.5.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, indien deze aanvraag een vergunning of ontheffing betreft voor een algemeen nut beogende instelling of plaatselijke sociaal belang behartigende instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers;

    voor niet-commerciële activiteiten die tijdelijk van aard zijn en die het algemeen maatschappelijk belang dienen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet  bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    aanpassingen zijn van bestaande tarieven, voor zover deze in overeenstemming zijn met de begroting van het betreffend jaar;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 1 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.8.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 13 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Legesverordening 2018” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ridderkerk van 13 december 2018.

de griffier,

mr. J.G. van Straalen

de voorzitter,

mw. A. Attema

Tarieventabel Legesverordening 2019, behorende bij de Legesverordening 2019

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in het gemeentehuis aan het Koningsplein bedraagt op:

1.1.1.1

twee vaste momenten per week of

Kosteloos;

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag compleet huwelijk incl. trouwboekje

€ 378,00

1.1.1.3

zaterdag compleet huwelijk incl. trouwboekje

€ 757,00

1.1.2

Het tarief bedraag voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een partnerschap in een huwelijk in een ander daartoe aangewezen huis der gemeente:

1.1.2.1

maandag tot en met vrijdag compleet huwelijk incl. trouwboekje

€ 428,00

1.1.2.2

zaterdag incl. trouwboekje

€ 808,00

1.1.2.3

zondag en algemeen erkende feestdagen incl. trouwboekje

n.v.t.

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.1.3.1

een trouwboekje of een partnerschapsboekje (inclusief een uittreksel van de huwelijksakte of partnerschapsregistratieakte)

€ 32,00

1.1.3.2

een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het legesbesluit akten burgerlijke stand. Dit tarief wordt niet geheven, indien van het onvermogen van partijen blijkt door een verklaring van de burgemeester van hun woon- of verblijfplaats.

a. (meertalige) uittreksels en afschriften uit de registers van de Burgerlijke Stand;

b. voor de verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

c. voor de attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

1.1.3.3

gemeentelijke getuigen (per twee)

€ 36,00

1.1.4

Het tarief bedraagt ter zake van de administratiekosten:

1.1.4.1

Annuleringskosten

€ 72,00

1.1.4.2

Wijzigingskosten rondom de locatie of het tijdstip

€ 41,00

1.1.4.3

Volledige annulering kan tot het voorbereidingsgesprek met de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Bij annulering na het gesprek met de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand is het gehele onder 1.1.1. en 1.1.2. bedoelde tarief verschuldigd. Met uitzondering van ziekte, acute ziekenhuisopname, en/of overlijden van familieleden.

1.1.4.4

Bespelen carillon voor of na huwelijksvoltrekking

€ 100,00

1.1.4.5

Bespelen carillon voor en na huwelijksvoltrekking

€ 150,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de gemeentelijke registers van de burgerlijke stand, voor een ieder daaraan besteed kwartier

€ 21,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het aanvragen van een vergunning voor uitstel van lijkbezorging buiten de wettelijke termijn.

€ 13,00

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.2

van een zakenpaspoort: nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1.

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.3

van een faciliteitenpaspoort: reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld.

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het bedrag dat vermeld is in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag dat vermeld is in artikel 6, lid 1 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,00

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met het door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vastgestelde tarief, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden

1.3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aangifte van vermissing van een rijbewijs. Dit tarief wordt niet geheven, indien uit het proces-verbaal blijkt dat er sprake is van overmacht.

€ 31,50

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van een ingezetene, per vestrekking:

€ 10,20

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens van een niet-ingezetene, per verstrekking:

€ 10,20

1.4.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het laten verrichten van genealogisch onderzoek bedraagt, ongeacht het resultaat van het onderzoek, per kwartier

€ 10,20

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van één of meer gegevens omtrent persoon waarvoor persoonskaartenarchief moet worden geraadpleegd, per kwartier

€ 10,20

1.4.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van papieren verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.17 lid 1 juncto artikel 1.14 van de wet basisregistratie personen geldt het tarief zoals dat door Ministerie van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder één verstrekking verstaan 1 of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd

Hoofdstuk 5 Vervallen

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

tot het verstrekken van een afschrift of uittreksel uit de BAG (basisregistratie adressen en gebouwen), bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen

1.7.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de levering van gegevens uit de BAG (basisregistratie Adressen en Gebouwen) in excel formaat per kwartier:

€ 27,15

1.7.2.2.1

Het tarief genoemd in 1.7.2.2 wordt verhoogd met:

1.7.2.2.2

Per geleverd adres

€ 1,10

1.7.2.2.3

Voor 2.500 geleverde adressen

€ 1.630,40

1.7.2.2.4

Voor 5.000 geleverde adressen

€ 2.673,00

1.7.2.2.5

Voor 10.000 geleverde adressen

€ 3.557,80

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.3.1

Het doen van nasporing in het Kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 27,15

1.7.3.2

Het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan wel de plaatselijke aanduiding, per inlichting

€ 12,35

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.4.1

Het verstrekken van inlichtingen uit het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 27,15

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.8.1

een verklaring omtrent het gedrag het in artikel 1, lid 1 van de Regeling leges en afdracht vergoeding afgifte verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen en rechtspersonen vermelde bedrag met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

1.8.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 5,10

1.8.3

een gewaarmerkt kopie

€ 10,20

1.8.4

een verklaring inzake Nederlanderschap

€ 10,20

1.8.5

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie of afleggen van een optieverklaring als bedoeld in de Rijkswet op het Nederlanderschap, geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit naturalisatiegelden, zoals dat laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

1.9.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een afschrift of (digitale) kopie van een in het gemeentearchief te Rotterdam berusten stukken, de tarieven zoals deze op het moment van aanvraag geldt in de legesverordening Rotterdam

1.9.2

Het tarief voor het op verzoek doen van naspeuringen in het Gemeentearchief, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 17,85

1.9.3

een afschrift of (digitale) kopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina A4 of A3

€ 0,50

1.9.4

een afschrift of (digitale) kopie groter dan A3-formaat van een in het archief van de gemeente berustend stuk, per pagina

€ 6,85

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet

1.10

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag Voor het bepalen van urgentie conform een op grond van artikel 4 lid 1 Huisvestingswet gesloten overeenkomst

€ 51,00

Hoofdstuk 10A Leegstandswet

1.10A

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag op basis van de Regeling vergunningen voor tijdelijke verhuur:

1.10A.1.1

voor het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

€ 136,60

1.10A.1.2

voor verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandswet

€ 65,70

1.10A.2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.10A.1.1 en 1.10A.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Hoofdstuk 11 vervallen

Hoofdstuk 12 vervallen

Hoofdstuk 13 Kansspelen

1.13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.13.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.13.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten

€ 90,50

1.13.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.13.1.4

voor twee kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 362,50

1.13.1.5

Voor een periode langer dan twaalf maanden doch ten hoogste vier jaren worden de in 1.13.1.1 en 1.13.1.2 genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verhoogd.

 

1.13.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 25,60

Hoofdstuk 14 Kinderopvang

1.14.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een opname in het Landelijke Register Kinderopvang van een kindercentrum of gastouderbureau

€ 1.151,40

1.14.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een opname in het Landelijke Register Kinderopvang van een voorziening voor gastouderopvang.

€ 288,10

Hoofdstuk 15 Kabels en Leidingen

1.15.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden:

1.15.1.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor instemmingsbesluit (Tracé vanaf 25 m1 tot 250 m1)

€ 295,60

1.15.1.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor instemmingsbesluit (Tracé vanaf 250 m1 tot 1500 m1)

€ 385,70

1.15.1.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor instemmingsbesluit (Tracé vanaf 1500 m1 tot 5000 m1)

€ 475,60

1.15.1.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor instemmingsbesluit (Tracé vanaf 5000 m1 en meer) Per strekkende meter tracelengte een bedrag van:

€ 0,10

1.15.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25 m

€ 45,90

Hoofdstuk 16 Verkeer en vervoer

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

1.16.1.1

voor een dag

€ 8,20

1.16.1.2

voor een week

€ 19,60

1.16.1.3

voor een jaar

€ 95,65

1.16.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor voertuigen en/of lading welke niet voldoen aan de voorschriften van het Voertuigenreglement

€ 10,70

1.16.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 13,50

1.16.4

De bijdrage in de kosten van het medisch onderzoek verbonden aan het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart of Gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 1.16.3 bedraagt

€ 31,30

1.16.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 29, eerst lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 115,00

1.16.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van toestemming voor het laden en lossen van gevaarlijke stoffen/vuurwerk (stoffen en voorwerpen van klasse I) als bedoeld in hoofdstuk 7.5, aanvullend voorschrift 7.5.11, bepaling CV1 (1)

van het ADR (voorheen randnummer 11.407 van de VLG).

€ 115,00

1.16.7

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing voor exceptionele transporten

€ 38,30

Hoofdstuk 17 Diversen

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in Algemene plaatselijke verordening in gevolge:

1.17.1.1

artikel 5:13, vergunning voor het inzamelen van geld of goederen

Kosteloos

1.17.2

Verlof tot ontleding

€ 15,30

1.17.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.17.4.1

fotokopieën van stukken voor zover deze niet betreffen de kadernota, de programmabegroting, de programmarekening, notulen van een raadsvergadering, voorstellen van het college van burgemeester en wethouders aan de raad, verordeningen, wijzigingen op verordeningen en overige beleidsnota's; per pagina tot een maximum van € 10,- per aanvraag

€ 0,15

1.17.4.2

fotokopieën van stukken, vervaardigd op grond van een aanvraag ingevolgde de Wet openbaarheid van bestuur, per fotokopie A4

€ 0,15

1.17.5

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 23,70

1.17.6

de aanleg van een individuele gehandicaptenparkeerplaats

€ 109,40

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.1.5

Principeplan: Een aanvraag voor overleg over een ruimtelijk initiatief dat in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Over het algemeen is een grote planologische ingreep noodzakelijk om het initiatief te kunnen realiseren. Het resultaat is een schriftelijke reactie van het college. Uit deze reactie blijkt of het college bereid is planologische medewerking te verlenen aan het ruimtelijk initiatief.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

2.2.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:

€ 0,00

2.2.1.2

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

€ 207,50

2.2.1.3

indien de bouwkosten € 100.000 tot € 500.000 bedragen:

€ 311,20

2.2.1.4

indien de bouwkosten meer dan € 500.000 bedragen:

percentage van de bouwkosten met een maximum van € 10.000

0,10%

2.2.2

om beoordeling van een principeplan

€ 2.223,70

2.2.3

Het tarief genoemd onder 2.2.2 kan worden verhoogd met de kosten voor externe adviseurs, indien deze adviseurs nodig zijn voor de beoordeling van het principeplan. Hierover worden vooraf afspraken gemaakt met de aanvrager van het principeplan

2.2.4

In afwijking van art. 2.2.1.1 bedragen de leges in het geval dat het vooroverleg/de conceptaanvraag leidt tot de mededeling dat voor het bouwen geen vergunning nodig is, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo

€ 48,50

2.2.5

In afwijking van art. 2.2.1.1 bedragen de leges in het geval dat het vooroverleg/de conceptaanvraag leidt tot de mededeling dat geen vergunning zal worden verleend als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo

€ 48,50

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 7.500 bedragen:

€ 113,10

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 7.500 tot € 25.000 bedragen:

€ 226,95

vermeerderd met 3%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 7.500 te boven gaan;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 25.000 tot € 250.000 bedragen:

€ 823,20

vermeerderd met 2,9%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 25.000 te boven gaan;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 250.000 tot € 1.000.000 bedragen:

€ 8.235,15

vermeerderd met 2,4%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 250.000 te boven gaan;

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen:

€ 28.679,00

vermeerderd met 1,2%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan, met een maximum van € 200.000

Welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de welstandscommissie nodig is en wordt beoordeeld:

2.3.1.2.1

Indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen

€ 45,00

2.3.1.2.2

Indien de bouwkosten € 25.000 tot € 1.250.000 bedragen

van de bouwkosten

1,8 ‰

2.3.1.2.3

Indien de bouwkosten meer dan € 1.250.000 bedragen

€ 2.250,00

2.3.1.2.4

De tarieven in dit onderdeel worden naar boven afgerond op € 5,00

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 1.227,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

110%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 226,95

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 277,70

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 277,70

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 2.223,70

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 222,20

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 222,20

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 222,20

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 222,20

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 277,70

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 277,70

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 2.223,70

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 222,20

2.3.4.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 222,20

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 222,20

2.3.4.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 222,20

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 715,80

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 1997 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 277,70

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 277,70

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 152,90

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 222,20

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 222,20

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 25,90

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:13 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 222,20

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 222,20

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 222,20

2.3.12.2

Vervallen

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 222,20

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 55,90

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschap verordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 56,60

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 56,60

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 146,00

2.3.16.2

voor het toetsen, opstellen en beoordelen door BOOR (Bureau Oudheidkundig Onderzoek van Gemeentewerken Rotterdam) voor de volgende werkzaamheden bedragen de tarieven:

2.3.16.2.1

het toetsen van een aanvraag archeologievergunning

€ 274,90

2.3.16.2.2

het opstellen van nader archeologisch advies voor bouwplannen, ruimtelijke plannen en aanlegvergunningen:

€ 274,90

2.3.16.2.3

het beoordelen van rapportages van een archeologisch onderzoek:

€ 663,90

2.3.16.2.4

het opstellen van een Programma van Eisen voor archeologisch onderzoek:

€ 1.078,80

2.3.16.2.5

het beoordelen/toetsen van een Programma van Eisen:

€ 663,90

2.3.16.2.6

het beoordelen van offertes, aanbesteding, controle veldwerk (boringen/proefsleuven), rapport en selectieadvies inclusief het toezenden van de beoordeling en voorstel voor een selectiebesluit aan de gemeente:

€ 663,90

2.3.16.2.7

het verzorgen van een archeologieparagraaf in (de ruimtelijke onderbouwing van) een bestemmingsplan of projectbesluit

€ 1.350,40

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 284,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 284,00

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.1.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.1.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 113,10

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening tenzij de kosten op een andere wijze reeds in rekening zijn gebracht (anterieure overeenkomst)

€ 2.223,70

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.223,70

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde beschikking

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 90,40

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 280,10

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 en 30a van de Drank- en Horecawet. Indien dit samengaat met een bijschrijving van een beheerder op de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening worden geen leges in rekening gebracht op basis van artikel 3.1.5

€ 84,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 37,00

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 300,80

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen in de omschrijving van de gegevens in exploitatievergunning horecabedrijf

€ 84,00

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing sluitingsuur horeca als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 84,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

3.2.1.1

Een kermis, circus of een andere meerdaags evenement

€ 222,20

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van om een exploitatievergunning sexinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 397,30

Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening (Vervallen)

Hoofdstuk 5 Standplaatsen

3.5.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het plaatsen op de wachtlijst voor het verkrijgen van een vaste standplaats op de weekmarkt

€54,70

3.5.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in Algemene plaatselijke verordening in gevolge:

3.5.2.1

artikel 5:18 standplaatsvergunning voor onbepaalde tijd

€ 219,10

3.5.2.2

artikel 5:18 standplaatsvergunning voor maximaal zes weken

€ 109,60

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of de Verordening winkeltijden Ridderkerk

€55,24

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 53,80