Regeling vervallen per 23-06-2015

Verordening Leerlingenvervoer Rijswijk 2012

Geldend van 27-07-2012 t/m 22-06-2015

Intitulé

De verordening leerlingenvervoer gemeente Rijswijk 2012

De gemeenteraad van Rijswijk

Bijeen in openbare vergadering op 3 juli 2012

Gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders

d.d. 15 mei 2012 nr. 12-026

Besluit vast te stellen

De verordening leerlingenvervoer gemeente Rijswijk 2012

Titel 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder

  • a.

    school:

    • -

      een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998, 495);

    • -

      een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998, 496);

    • -

      een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

  • b.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • c.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder a;

  • d.

    leerling met een beperking: een leerling bedoeld onder c, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken;

  • e.

    woning: de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft;

  • f.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • g.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • h.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto;

  • i.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten (school)busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • j.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • k.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;

  • l.

    toegankelijke school:

    • -

      voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • -

      voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • m.

    inkomen: het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stb. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • n.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra , niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra , niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum instandhouden;

  • o.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen;

  • p.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • q.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • s.

    opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h , derde lid, Wet op het voortgezet onderwijs ;

  • t.

    ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • u.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28c van de Wet op de expertisecentra;

  • v.

    college: onder college wordt verstaan college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2: Vergoeding van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten

  • 1. Voor het schoolbezoek kent het college aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een geheel of gedeeltelijke vergoeding toe als het college de vervoersvoorziening noodzakelijk vindt en houdt daarbij rekening met het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Als het college toepassing geeft aan het eerste lid, verlangt zij van de ouders aan wie slechts een gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, betaling van een bijdrage om hun kinderen van de vervoersvoorziening gebruik te laten maken. De hoogte van bedrag dat de ouders volgens het bepaalde in deze verordening moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer wordt vastgesteld in het financieel besluit behorende bij deze verordening. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van deze bijdrage doet de aanspraak op de vergoeding vervallen.

  • 3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

  • 4. Als de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de vergoeding op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3: Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

  • 1. Vergoeding van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2. Vergoeding van de vervoerskosten naar een school die op grotere afstand van de woning ligt dan in artikel 10 of 16 van deze verordening is bepaald, terwijl één of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, wordt slechts vergoeding toegekend van de school op grotere afstand als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel de godsdienstige of levensbeschouwelijke richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen die dichterbij de woning ligt.

Artikel 4: Uitbetaling van de vergoeding

Het college bepaalt bij het verstrekken van vergoeding van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte vergoeding, met dien verstande dat de tijdsduur, indien dit mogelijk is, voor meerdere jaren of de hele schoolperiode wordt vastgesteld.

Artikel 5: Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor vergoeding van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens en gevraagde bijlagen.

  • 2. De aanvraag wordt, indien het een aanvraag voor het eerstvolgende schooljaar betreft, voor 1 juni voorafgaand aan dat schooljaar ingediend.

  • 3. Als de aanvraag onvolledig is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 4. Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 5. Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken uitstellen, daarbij stelt het college de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 6. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • a.

      met ingang van het nieuwe schooljaar indien de aanvraag voor 1 juni is ingediend;

    • b.

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag tijdens het schooljaar betreft, met dien verstande dat de datum waarop vergoeding wordt toegekend niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door het college.

  • 7. Het college kan in bijzondere gevallen een andere ingangsdatum van de vergoeding, dan bedoeld in het zesde lid, vaststellen.

Artikel 6: Doorgeven van wijzigingen

  • 1. De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende vergoeding van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, binnen één week schriftelijk mee te delen aan het college.

  • 2. Als een wijziging van invloed is op de toegekende vergoeding, vervalt de aanspraak op vergoeding en kent het college al dan niet opnieuw vergoeding van de vervoerskosten toe.

  • 3. Als de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte een vergoeding is ontvangen, vervalt de aanspraak op vergoeding van de vervoerskosten onmiddellijk en kent het college al dan niet opnieuw vergoeding van de vervoerskosten toe.

  • 4. Ten onrechte ontvangen vergoeding kan van de ouders worden teruggevorderd of worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning.

Artikel 7: Peildatum leeftijd leerling

Voor de toekenning van de vervoerskosten op basis van artikel 11 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vergoeding betrekking heeft.

Artikel 8: Andere vergoedingen

De aanspraak op vergoeding wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voorzover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

TITEL 2: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN (ZONDER BEPERKING) VAN (SPECIALE) SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9: Vergoeding van vervoerkosten naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

  • Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt vergoeding verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning en:

    a.de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

    b.een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, als het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 10: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2. Het college kent een vergoeding toe op basis van de kosten van openbaar vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor speciaal basisonderwijs bezoekt, als de afstand meer dan vier kilometer bedraagt.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid kent het college aan de ouders een vergoeding toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets, als de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 11: Vergoeding van de kosten van vervoer voor een begeleider

  • 1. Als aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 10, vergoedt het college ook de daarin bedoelde kosten voor een begeleider, als de leerling jonger dan negen jaaris, en door de ouders voor het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer voor een begeleider voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 12: Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college kent een vergoeding toe, op basis van de kosten van aangepast vervoer, aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 10, en

  • a.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 13: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Als aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Als toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

  • 3. Als toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van de kosten van openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van de gemeente voor het vervoer van één of meer leerlingen een vergoeding ontvangen, afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen vergoeding verstrekt.

  • 5. Als aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, vergoedt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 14: Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Als het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, wordt bij de beschikking de beslissing betrokken van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs.

  • 2. Het college betrekt bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn.

TITEL 3: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 15 Vergoeding van vervoerskosten naar de dichtstbijzijnde toegankelijke WEC school cluster 4

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 16: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders een vergoeding op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, als de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 17: Vergoeding van de kosten van vervoer voor een begeleider

  • 1. Als aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 16, vergoedt het college ook de daarin bedoelde kosten voor een begeleider, als door de ouders voor het college genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2. Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer voor een begeleider voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 18: Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college verstrekt een vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, als voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 16, en

    • a.

      de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • b.

      openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 19: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Als aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Als toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, als aanspraak zou bestaan op vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, als aanspraak zou bestaan op vergoeding van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Als toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van de gemeente voor het vervoer van één of meer leerlingen een vergoeding ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen vergoeding verstrekt.

  • 5. Indien aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, vergoedt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 20 Commissie voor de begeleiding

  • Als het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, wordt bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken.

TITEL 4: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN LEERLINGEN MET EEN BEPERKING VAN (SPECIALE) SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS , VOORTGEZET ONDERWIJS EN (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 21: Vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 kent het college een vergoeding toe op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Voor een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2. Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer voor één begeleider voor vergoeding in aanmerking.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kent het college de ouders een vergoeding toe op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, als de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 22: Vergoeding op basis van kosten van aangepast vervoer

  • 1. Het college vergoedt op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, als

    • a.

      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding - van het openbaar vervoer gebruik te maken. Voor een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht, of:

    • b.

      aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 21 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

    • c.

      aanspraak bestaat op vergoeding zoals bedoeld in artikel 21 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 23: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer

  • 1. Als aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

    • a.

      een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer met begeleiding, als aanspraak zou bestaan op vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid;

    • b.

      een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, als aanspraak zou bestaan op vergoeding van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3. Als toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoedt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van de gemeente voor het vervoer van één of meer leerlingen een vergoeding ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen vergoeding verstrekt.

  • 5. Als aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders een vergoeding van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 24: Vergoeding vervoerskosten ten aanzien van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

  • 1. Het college kent eveneens een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, als het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.

  • 2. Als het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, wordt bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrokken.

  • 3. Als aanspraak bestaat op vergoeding van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 23 van toepassing.

Artikel 25 Permanente commissie leerlingenzorg

  • 1. Als het college de gevraagde voorziening voor een leerling, waarop Titel 4 van toepassing is, niet of slechts gedeeltelijk toekent, wordt bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen betrokken.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde is niet van toepassing op artikel 23 en 24.

TITEL 5: BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 26: Vergoeding van de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college vergoedt desgewenst de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel.

Artikel 27: Vergoeding van de kosten weekeinde en vakantievervoer

  • 1. Het college verstrekt aan de ouders vergoeding van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2. Het college vergoedt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 20, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder a, artikel 18, tweede lid, en artikel 24.

TITEL 6: SLOTBEPALINGEN

Artikel 28: Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 29: Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 30: Financieel besluit

  • 1. Het college stelt jaarlijks een financieel besluit op, behorend bij deze verordening. Hierin worden de drempelbedragen, de kilometervergoedingen en de vergoedingen naar financiële draagkracht vastgesteld.

Artikel 31: Intrekking oude regeling

De verordening leerlingenvervoer gemeente Rijswijk 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 32: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 33: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening leerlingenvervoer gemeente Rijswijk 2012.

Aldus besloten door de Raad van de Gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 3 juli 2012.

de waarnemend griffier, de voorzitter,

de heer J.A. Massaar, de heer N.J. van Dam RA

toelichtin