Regeling vervallen per 15-06-2012

VERORDENING ONKOSTENVERGOEDINGEN EN VOORZIENINGEN RAADSLEDEN 2011

Geldend van 15-06-2012 t/m 14-06-2012

Intitulé

VERORDENING ONKOSTENVERGOEDINGEN EN VOORZIENINGEN RAADSLEDEN 2011

De raad van de gemeente Scherpenzeel,

gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 26 april 2011,

gelet op artikel 95, 97, 99 en 149 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

besluit

De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden te actualiseren en aan te passen van € 175,00 naar € 203,21 per jaar. Dit conform de circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken

VERORDENING ONKOSTENVERGOEDINGEN EN VOORZIENINGEN RAADSLEDEN 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;

  • b

    Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;

  • c

    Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;

  • e

    raadslid: lid van gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • f

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 2 vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1 De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 2, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 2, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1 Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2 De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1 Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;

    • b

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1 De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentebelang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2 Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.

Artikel 8 Computer

Voor de kosten van een ADSL-abonnement, alsmede de kosten voor papier, inktcartridges en virusscanner e.d. ten behoeve van de uitoefening van het raadslidmaatschap, wordt een maandelijkse, vaste, bruto vergoeding verstrekt van € 39,38.

Artikel 9 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10 Fietsregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 14 Ziektekostenvoorziening

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175 per jaar.

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 15 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1. De artikelen 2 tot en met 4, 8, 9 tot en met 12 en 14 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2. De artikelen 1 tot en met 8 en 11 tot en met 14 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

Artikel 16 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen, of

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 17 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Het declareren van reis- en verblijfkosten, bedoeld in artikel 5 en 6, die een raadslid vooruit heeft betaald uit eigen middelen, geschiedt door het indienen van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld.

  • 2. Een raadslid dient het declaratieformulier volledig ingevuld, ondertekend en binnen twee maanden bij de griffier in of een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 18 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in artikel 7 vindt plaats door rechtstreekse toezending van de door een raadslid voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. Binnen twee maanden dient een raadslid de factuur bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar in.

Artikel 19 Intrekking oude regeling en inwerkingtreding nieuwe regeling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 april 2011.

  • 2. De Verordening onkostenvergoedingen en voorzieningen raadsleden 2007 wordt per 1 april 2011 ingetrokken.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening onkostenvergoedingen en voorzieningen raadsleden 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 12 mei 2011,
E. Hoogstraten, J.J.H. Colijn-de Raat
griffier, voorzitter