Regeling vervallen per 01-01-2022

Minimaverordening Meedoen gemeente Someren 2017

Geldend van 09-06-2017 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

Minimaverordening Meedoen gemeente Someren 2017

De raad van de gemeente Someren;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 april 2017;

overwegende dat:

op 5 juli 2012 de Minimaverordening Meedoen 2012 in werking is getreden;

op 23 februari 2017 het Kansenbeleid is aangenomen, waarin is opgenomen de huidige regeling Meedoen te wijzigen;

deze wijziging leidt tot het vaststellen van de ‘Minimaverordening Meedoen 2017’ onder intrekking van de ‘Minimaverordening Meedoen 2012;

gelet op de Participatiewet,

b e s l u i t :

de navolgende Minimaverordening Meedoen gemeente Someren 2017 als volgt vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen en doelstelling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      norminkomen: het inkomen dat op jaarbasis niet meer bedraagt dan 120% van de voor aanvrager geldende bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de Participatiewet op jaarbasis. Bij de vaststelling van zowel het jaarinkomen als de bijstandsnorm op jaarbasis wordt uitgegaan van inkomen en de van toepassing zijnde bijstandsnorm op het moment van de aanvraag.

    • b.

      vermogen: het vermogen, zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet, met als peildatum het moment van de aanvraag.

    • c.

      De geldende bijstandsnorm bedraagt voor toepassing van lid 2 onder a:

    • i.

      voor gehuwden de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief vakantietoeslag;

    • ii.

      voor alleenstaande ouder 90% van de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief vakantietoeslag);

    • iii.

      voor alleenstaande 70% van de norm genoemd in artikel 21 onder b van de wet (exclusief vakantietoeslag).

Artikel 2 Doelstelling

Deze verordening heeft tot doel de inwoners uit de gemeente Someren met een inkomen dat niet meer bedraagt dan het norminkomen (artikel 1, tweede lid, onderdeel a) en laag vermogen (artikel 1, tweede lid, onderdeel b) de mogelijkheid te bieden om voor activiteiten van sportieve, culturele, maatschappelijke en/of educatieve aard een bijdrage te verstrekken die de participatie aan de samenleving bevordert. Extra financiële ondersteuning wordt geboden voor de aanschaf van computer /laptop /tablet aan ouders met schoolgaande kinderen.

Hoofdstuk 2 Inkomensondersteunende voorzieningen

Artikel 3 Deelname welzijnsactiviteiten

  • 1. Het college verstrekt een bijdrage in de kosten van deelname aan welzijnsactiviteiten, indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvrager is een inwoner van de gemeente Someren, dat wil zeggen staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Someren, en

    • b.

      de aanvrager is 18 jaar of ouder, niet zijnde een student, en

    • c.

      de aanvrager heeft een inkomen op of onder het norminkomen (artikel 1, tweede lid, onderdeel a), en

    • d.

      het vermogen van de aanvrager ligt beneden het toegestane bescheiden vermogen (artikel 34 WWB).

  • 2. De bijdrage in de kosten van deelname aan een of meerdere welzijnsactiviteiten wordt vastgesteld en bepaald op het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van € 200,- per persoon per kalenderjaar.

  • 3. Indien er sprake is van een gezin komen zowel beide ouders als de afzonderlijke kinderen tot 18 jaar in aanmerking voor de maximale bijdrage van € 200,-

  • 4. De kosten van deelname aan welzijnsactiviteiten die voor een bijdrage in aanmerking komen zijn opgenomen in een bij deze verordening behorende lijst.

  • 5. Bij de aanvraag om een bijdrage voor deelname aan welzijnsactiviteiten dienen op naam gestelde betalingsbewijzen van de gemaakte kosten te worden overgelegd.

  • 6. Het college bepaalt welke welzijnsactiviteiten in aanmerking komen voor deze regeling.

Artikel 4 PC-regeling voor mimimahuishoudens met kinderen in groep 8 van het basisonderwijs en/of kinderen in het voortgezet onderwijs

  • 1. Het college verstrekt eenmalig een computer aan de aanvrager indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      de aanvrager is een inwoner van de gemeente Someren, dat wil zeggen staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Someren; en

    • b.

      de aanvrager is 18 jaar of ouder, niet zijnde een student, en

    • c.

      de aanvrager heeft één of meerdere inwonende kinderen in groep 8 van het basisonderwijs en/of voortgezet onderwijs; en

    • d.

      de aanvrager kan per inwonend kind de Pc-regeling aanvragen; en

    • e.

      de aanvrager heeft een inkomen op of onder het norminkomen (artikel 1, tweede lid, onderdeel a); en

    • f.

      het vermogen van de aanvrager ligt beneden het toegestane bescheiden vermogen (artikel 34 Participatiewet); en

    • g.

      de aanvrager heeft niet eerder voor het betreffende kind, zoals genoemd in onderdeel d, een vergoeding voor een computer gehad op grond van deze regeling of een andere door de gemeente uitgevoerde regeling.

  • 2. De financiële bijdrage voor de aanschaf van een nieuwe computer (inclusief computerbenodigdheden) wordt vastgesteld op maximaal € 600,-.

Hoofdstuk 3 Aanvraag, onderzoek en beslissing

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een regeling wordt schriftelijk aangevraagd bij het college.

  • 2. De hoogte van de bijdrage wordt binnen 8 weken na indiening van de aanvraag door het college vastgesteld.

  • 3. Een aanvraag voor de regeling zoals genoemd in artikel 3 (welzijnsactiviteiten) heeft betrekking op de gemaakte dan wel te maken kosten in een kalenderjaar. De aanvraag kan tot uiterlijk 1 april van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft worden ingediend.

  • 4. Een aanvraag voor de regeling zoals genoemd in artikel 3 (welzijnsactiviteiten) wordt toegekend voor onbepaalde tijd. De uitvoering van deze toekenning voor onbepaalde tijd wordt, conform artikel 9 van deze verordening, nader uitgewerkt in uitvoeringsregels. In deze uitvoeringsregels wordt in ieder geval invulling gegeven aan de volgende aspecten: termijn voor het declareren van kosten, anticumulatie, mutaties en controle op de periodieke toekenning.

Artikel 6 Toekenning en vaststelling van de hoogte van de bijdragen

  • 1. De voorzieningen zoals genoemd in de artikelen 3 en 4 worden toegekend aan personen die voldoen aan de voorwaarden zoals bedoeld in deze artikelen.

  • 2. Als inkomen van aanvrager wordt aangemerkt het netto-inkomen exclusief vakantietoeslag. De middelen zoals genoemd in artikel 31, tweede lid Participatiewet en de individuele inkomenstoeslag en de individuele studietoeslag blijven buiten beschouwing.

  • 3. Indien het vermogen van aanvrager meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen zoals dat geldt voor de toepassing van de Participatiewet wordt geen bijdrage verleend. Het vermogen in een eigen woning wordt buiten beschouwing gelaten. Bij de berekening van het vermogen bij deze regeling worden alleen de bank- en spaartegoeden en eventuele aangetoonde schulden meegenomen.

Artikel 7 Uitvoerend orgaan

Het college is belast met de uitvoering van deze regeling.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 8 Uitvoeringsregels

Het college kan ter nadere uitvoering van deze verordening uitvoeringsregels vaststellen.

Artikel 9 Hardheidsclausule

In gevallen van zeer bijzondere aard, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan het college afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 10 Terugvordering

De bijdrage die is verstrekt op grond van onjuiste of onvolledig verstrekte inlichtingen wordt teruggevorderd.

Artikel 11 Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze verordening niet voorzien, neemt het college een beslissing

Artikel 12 Evaluatie

  • 1. De evaluatie van de regeling Meedoen heeft zowel betrekking op de uitgebreidheid van de kostensoorten als de wijze van uitvoering.

  • 2. In het eerste kwartaal van 2018 wordt de evaluatie opgeleverd over 2017. Vanaf 2018 wordt de regeling jaarlijks geëvalueerd met de participatiecommissie en de uitvoeringsorganisatie. Het college en de gemeenteraad wordt geïnformeerd over de evaluatie.

  • 3. De verordening en de uitvoeringsregels kunnen naar aanleiding van de in lid 1 en 2 beschreven evaluaties aangepast worden.

Artikel 13 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Minimaverordening Meedoen gemeente Someren 2017.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt en werkt terug met ingang van 1 januari 2017.

  • 3.

    Op hetzelfde moment komt de ‘Minimaverordening Meedoen 2012’ te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,
de raadsgriffier,
J.Laurens Janse-Oostdijk
de voorzitter,
A.P.M. Veltman

Algemene toelichting

Algemeen

De Minimaverordening Meedoen kent zijn oorsprong in 2008 en behoort tot het pakket van gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen. Het heeft in 2008 de ‘Verordening bijdrageregeling deelname welzijnsactiviteiten’ vervangen.

Deze verordening heeft tot doel de inwoners uit de gemeente Someren met een minimuminkomen de mogelijkheid te bieden om voor activiteiten van sportieve, culturele, maatschappelijke en/of educatieve aard een bijdrage te verstrekken die de participatie aan de samenleving bevordert.

De gemeente Someren biedt minimahuishoudens met schoolgaande kinderen extra ondersteuning, zodat kansarme kinderen mee kunnen doen in de samenleving.

In deze verordening zijn twee voorzieningen vastgelegd die gericht zijn op ‘meedoen in de samenleving’:

  • 1.

    een bijdrage voor deelname aan welzijnsactiviteiten (sport, cultuur, educatie of andere maatschappelijke activiteiten);

  • 2.

    een eenmalige PC-regeling voor ouders met kinderen in groep 8 van het basisonderwijs en/of kinderen in het voortgezet onderwijs.

Peuterspeelzaal

In voorgaande Minimaverordening Meedoen (2012) was een vergoeding voor de bijdrage voor deelname aan welzijnsactiviteiten mogelijk voor peuterwerk. Per 1 januari 2017 is dit uit de Minimaverordening Meedoen gemeente Someren 2017 gehaald, omdat hierin voorzien kan worden via VVE.

De nota Kansenbeleid

De decentralisaties in het sociale domein versterken de rol van de gemeenten inwoners te ondersteunen bij het participeren in de maatschappij. Door de economische crisis in 2007 is een stijging van armoede waar te nemen in de gemeente Someren. Om deze inwoners te ondersteunen is op 23 februari 2017 het Kansenbeleid door de gemeenteraad aangenomen. Het Kansenbeleid vervangt het uit 2007 gedateerde armoedebeleid. In het Kansenbeleid staan meerdere voorstellen beschreven waaronder het aanpassen van deze minimaverordening.

Artikelsgewijze toelichting

Deze verordening behoeft geen artikelsgewijze toelichting. De artikelen spreken voor zich.