Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ Stadskanaal 2019

Geldend van 09-11-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ Stadskanaal 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal;

gelet op:

artikel 18a van de Pw,

artikel 20a van de IOAW

artikel 20a van de IOAZ

artikel 1, artikel 2, artikel 2a en artikel 2aa van het Boetebesluit socialezekerheidswetten

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende "Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ Stadskanaal 2019’’.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, IOAW, IOAZ, het Boetebesluit socialezekerheidswetten en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Pw: Participatiewet;

    • b.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • c.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • d.

      Inlichtingenplicht: inlichtingenverplichting zoals genoemd in artikel 1 van het Boetebesluit socialezekerheidswetten.

    • e.

      Boete: de bestuurlijke boete zoals genoemd in artikel 1 van het Boetebesluit socialezekerheidswetten

    • f.

      Beslagvrije voet: het deel van het inkomen waarop volgens 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen beslag mag worden gelegd;

    • g.

      Belanghebbende: een inwoner van de gemeente Stadskanaal die een uitkering ontvangt of heeft ontvangen op grond van de Pw, IOAW of IOAZ;

    • h.

      Uitkering: de door het college verleende uitkering op grond van de Pw, IOAW of IOAZ;

    • i.

      College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal.

Artikel 2 Schending Inlichtingenplicht

Het niet, niet behoorlijk of niet tijdig voldoen aan de inlichtingenplicht is een overtreding die wordt gesanctioneerd met een schriftelijke waarschuwing of een boete. Er wordt tijdig voldaan aan de inlichtingenplicht indien de vereiste inlichtingen worden verstrekt uiterlijk de derde dag van de maand, die volgt op de maand waarin de wijziging zich heeft voorgedaan.

Artikel 3 Boete bij de schending van de inlichtingenplicht

Gelet op de bepalingen uit het Boetebesluit socialezekerheidswetten wordt een boete aan de belanghebbende opgelegd indien de belanghebbende de inlichtingenplicht heeft geschonden.

Artikel 4 Berekening van de hoogte van de boete

  • 1.

    Indien als gevolg van een overtreding van de inlichtingenplicht sprake is van een benadelingsbedrag wordt de hoogte van de boete vastgesteld volgens de uitgangspunten genoemd in artikel 2 lid 1 tot en met lid 8 van het Boetebesluit socialezekerheidswetten.

  • 2.

    Gelet op artikel 2 lid 9 van het Boetebesluit socialezekerheidswetten dient het college opzet of grove schuld te bewijzen indien er vermoedens zijn dat er bij de overtreding van de inlichtingenplicht sprake is van grove schuld of opzet. Het college baseert zich voor het bewijs op de door hem gestelde en door betrokkende niet of niet voldoende weerlegde vermoedens die gebaseerd zijn op feiten.

  • 3.

    De stelplicht en bewijslast van feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen geven voor verlaging van de bestuurlijke boete rust op de belanghebbende. Indien het college op de hoogte is van bijzondere omstandigheden, wordt bij het opleggen van de bestuurlijke boete daarmee rekening gehouden. Het college sluit hierbij aan bij de bepalingen zoals is bedoeld in artikel 2 lid 10 van het Boetebesluit socialezekerheidswetten.

Artikel 5 maximale duur van de boete

  • 1.

    Indien er sprake is van opzet wordt de boete voor een aaneengesloten periode van maximaal 24 maanden opgelegd.

  • 2.

    Indien er sprake is van grove schuld wordt de boete voor een aaneengesloten periode van maximaal 18 maanden opgelegd.

  • 3.

    Indien er sprake is van normale verwijtbaarheid wordt de boete voor een aaneengesloten periode van maximaal 12 maanden opgelegd.

  • 4.

    Indien er sprake is van verminderde verwijtbaarheid wordt de boete voor een aaneengesloten periode van maximaal 6 maanden opgelegd.

  • 5.

    Indien er sprake is van recidive wordt de boete voor een aaneengesloten periode van maximaal 36 maanden opgelegd.

Artikel 6 Schriftelijke waarschuwing in plaats van boete

  • 1.

    Het college ziet af van een bestuurlijke boete en volstaat met het geven van een schriftelijke waarschuwing indien:

    • a.

      de overtreding van de inlichtingenverplichting niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag of het benadelingsbedrag niet hoger is dan € 150,00, of;

    • b.

      de betrokkene wel inlichtingen heeft verstrekt, die echter onjuist of onvolledig waren, of anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld heeft gemeld, maar uit eigen beweging alsnog binnen een redelijke termijn de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de betrokkene deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.

  • 2.

    Een redelijke termijn als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is niet langer dan zestig dagen nadat de inlichtingen hadden behoren te worden verstrekt.

Artikel 7 Afzien van waarschuwing of boete

Gelet op artikel 18a lid 7 van de Pw ziet het college af van het opleggen van een waarschuwing of boete bij dringende redenen. Hiervan is sprake als er in de individuele situatie van de belanghebbende op het moment waarop over de oplegging van de boete moet worden besloten, sprake is van zeer uitzonderlijke, bijzondere omstandigheden waardoor het opleggen van een boete of waarschuwing onaanvaardbare consequenties zal hebben.

Artikel 8 Kwijtschelding van de boete

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om gehele kwijtschelding te verlenen van een opgelegde boete onder voorwaarden zoals gesteld in artikel 18a lid 13 van de Pw.

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling indien onverkorte toepassing ervan leidt tot kennelijke onredelijkheid en onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    deze beleidsregels treden in werking acht dagen na bekendmaking

  • 2.

    deze beleidsregels zijn ook van toepassing op alle boete-onderzoeken waarbij op de datum van inwerkingtreding door het college nog geen besluit is genomen inclusief besluit op bezwaar.

  • 3.

    gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de ‘Beleidsregels waarschuwing of matiging boete socialezekerheidswetten Stadskanaal 2013’ ingetrokken.

  • 4.

    deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ Stadskanaal 2019’.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2019.

Burgemeester en wethouders,

de heer A.H. Grooten

locosecretaris

De heer G. Borgesius

locoburgemeester