Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Teylingen

Geldend van 21-10-2010 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Teylingen

Rechtspositieregeling Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand

Burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen,

gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘ het Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 2 januari 2006,

gelet op de bereikte overeenstemming in de commissie voor georganiseerd overleg in maart 2010,

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Teylingen

Artikel 1: Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

  • b.

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Teylingen.

Artikel 2: Aanstelling

  • 1.

    Aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst voor de periode van twee jaar.

  • 2.

    De aanstelling in tijdelijke dienst wordt automatisch verlengd met een periode van telkens twee jaar.

  • 3.

    Indien de aanstelling niet wordt verlengd wordt betrokkene hiervan uiterlijk twee maanden vóór de einddatum van de aanstelling in kennis gesteld. De aanstelling eindigt dan van rechtswege.

  • 4.

    Bij tussentijds ontslag (op eigen verzoek) wordt een opzegtermijn van twee maanden gehanteerd.

Artikel 3: Bezoldiging

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan viermaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 7, bijlage IIa van de CAR/UWO

  • 2.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage volgens artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

  • 3.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering volgens artikel 3:6 van de CAR/UWO.

  • 4.

    De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met een percentage van 8,6% ter compensatie van het niet genoten van het vakantieverlof.

Artikel 4: Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    De buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar heeft bij ziekte, langer dan een maand, recht op begeleiding en bezoldiging volgens de artikelen 7:1 tot en met 7:3 van de CAR/UWO.

  • 2.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar zijn verplichtingen en sancties, opgenomen in artikel 7:9 tot en met 7:14 van de CAR/UWO van toepassing.

  • 3.

    Indien de buitengewoon ambtenaar een ziektewetuitkering heeft, wordt de bezoldiging in mindering gebracht op de uitkering volgens artikel 7:19 tot en met 7:21van de CAR/UWO.

  • 4.

    Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 5.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 5: Ontslag en schorsing

  • 1.

    Ontslag kan onder andere worden verleend op eigen verzoek, na ouderdomspensioen of wegens FPU, reorganisatie, arbeidsongeschiktheid, onbekwaamheid, ongeschiktheid of als disciplinaire straf. E.e.a. overeenkomstig de artikelen 8:1, 8:2 en 8:2a, 8:4, 8:5, 8:6, 8:7 en 8:8, 8:11, 8:12 en 8:12:1 en 8:13 van de CAR/UWO.

  • 2.

    Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 6: Overige rechten en verplichtingen

  • 1.

    Voor de buitengewoon ambtenaar zijn de artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit) van overeenkomstige toepassing

  • 2.

    Overeenkomstig artikel 15.1.12 van de CAR/UWO kan de ambtenaar worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van door de gemeente geleden schade, voor zover deze aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten.

  • 3.

    Jaarlijks vindt een gesprek plaats met de ambtenaar waarin het gedrag wordt besproken met betrekking tot het uitoefenen van zijn functie. Daarbij wordt aandacht geschonken of het gedrag of de wijze waarop hij zijn betrekking vervult naar het oordeel van het college verbeterd kan worden. E.e.a. overeenkomstig Artikel 15:1:15 van de CAR/UWO.

  • 4.

    Tevens zijn de artikelen 15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De ambtenaar burgerlijke stand heeft recht op een vergoeding van reiskosten op de dag van het huwelijk van en naar de huwelijkslocatie. 15:1:22 (reis- en verblijfkosten).

Artikel 7: Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Artikel 8:

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 9:

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Teylingen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 februari 2010
Burgemeester en wethouders van Teylingen,
de secretaris, de burgemeester,
M.J.A. van Rhijn. Drs. S.W.J.G. Schelberg.

Toelichting op de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Toelichting artikel 1: Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders.

De gemeente Teylingen heeft een Reglement burgerlijke stand. Daarin is geregeld zijn welke benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Zij vallen onder de rechtspositie van hun basis-aanstelling.

De vergoeding voor de werkzaamheden is alleen van toepassing op de in tijdelijke dienst voor de periode van twee jaar aangestelde babs van buiten de gemeentelijke organisatie.

De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CAR/UWO niet op hem van toepassing is, is deze afzonderlijke rechtspositieregeling vastgesteld (volgens art. 125 van de Ambtenarenwet). De functie van babs is doorgaans een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Toelichting artikel 2: Aanstelling

In deze rechtspositieregeling is een benoemingstermijn geregeld van twee jaar dat telkens automatisch met twee jaar wordt verlengd.

De aanstelling kan steeds opnieuw tijdelijk verleend worden. De flexwetbepaling geldt niet omdat noch de CARUWO, noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.

Zoals in de beleidsregels behorende bij de regeling Burgerlijke stand is gesteld, kan de tijdelijke aanstelling worden verleend indien de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand 2 dagen per week, waaronder de vrijdag, beschikbaar is om ingezet te worden.

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs wordt de benoeming beperkt tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Toelichting artikel 3: Bezoldiging

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt een vergoeding uitbetaald waarin de vakantietoelage en eindejaarsuitkering en het recht op verlof zijn verdisconteerd. De berekeningsystematiek is dezelfde als die in de CAR/UWO, dat wil zeggen dat de vakantietoelage wordt gebaseerd op de bezoldiging en de eindejaarsuitkering op het salaris.

Voorbeeld salarisberekening op basis van salaristabel 1-6-2008:

 

 

Salaris per verrichting

68,51 (4 maal 1/156e deel van 2672 (max. schaal 7)

Vakantietoelage

5,48 (8% van 68,51)

Eindejaarsuitkering

3,43 (5% van 68,51)

Compensatie vakantie-uren

5,89 (8,60% van 68,51)

Totaal

83,31

Afkopen niet genoten vakantie

In het vierde lid wordt het recht op vakantie-uren, dat de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de CAR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantie-aanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

In deze rechtspositieregeling babs is de afkoop van vakantie opgenomen omdat de babs in verband met zijn hoofdfunctie al gebonden is aan het opnemen van het wettelijk minimum aan vakantie. In de praktijk zijn babsen bovendien veelal vrij om huwelijken in te plannen.

Toelichting artikel 4: Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR/UWO op het punt van doorbetaling bezoldiging bij ziekte van toepassing op de babs jonger dan 65 jaar. De CAR/UWO geeft de persoon “krachtens publiekrechtelijke aanstelling gehouden tot het verrichten van arbeid” bij ziekte het recht op 104 weken (of zolang als het dienstverband nog duurt) doorbetaling van de bezoldiging of, indien de bezoldiging op een ander wijze dan naar tijdruimte vastgesteld wordt, de gemiddelde bezoldiging die betrokkene, wanneer hij niet verhinderd was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen.

Eerste dag van ongeschiktheid: in lid 3 is bepaald (conform de Ziektewet) welke dag als eerste ziektedag geldt. Het is niet de bedoeling dat de babs direct bij aanvang van het ziekteverzuim bezoldiging krijgt doorbetaald, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest.

In de praktijk van de babs zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag valt en daarmee op welk moment de doorbetaling bezoldiging ingaat, omdat een rooster ontbreekt. Dan geldt een vaste termijn van twee maanden na ziekmelding vastgesteld als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag. De door te betalen bezoldiging wordt na herstel of bij uitdiensttreding berekend en gebaseerd op het gemiddeld inkomen van de laatste 12 maanden voor de ziekmelding. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

In artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1d van de CAR/UWO op de babs van toepassing verklaard. Dat betekent dat de babs verplicht is zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven aan de leidinggevende van het team Burgerzaken; Indien er geen huwelijk staat gepland is de babs verplicht de verhindering tot werken door te geven indien hij/zij verwacht dat de ziekte langer dan twee weken gaat duren. De babs is verplicht zich weer beter te melden zodra hij weer in staat is te werken.

Naast het recht op doorbetaling van bezoldiging staat de verplichting van werkgever en werknemer (jonger dan 65 jaar) zich in te spannen tot reïntegratie in het arbeidsproces. In de praktijk is deze verplichting niet altijd wenselijk voor beide partijen. De functie van babs is immers voor een beperkt aantal uren per jaar. Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waar vanuit reïntegratieverplichtingen bestaan.

Daarom kiest de gemeente Teylingen er voor zich in principe niet in te spannen voor reïntegratieactiviteiten. In de praktijk zal maatwerk worden afgesproken ten aanzien van reïntegratie van een zieke babs.

Toelichting artikel 5: Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO.

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. De CAR/UWO biedt mogelijkheden om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen.

Toelichting artikel 6: Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO zijn voor een groot gedeelte van toepassing verklaard. Enkele opmerkingen hierover:

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat de gemeente Teylingen de kwaliteit van haar producten zo veel mogelijk wil waarborgen. Daartoe worden jaarlijks gesprekken gevoerd met de ambtenaar burgerlijke stand. Het eerste jaar is dat in de vorm van een functioneringsgesprek met de teamcoordinator van het team Burgerzaken; het tweede jaar volgt een beoordelingsgesprek met het afdelingshoofd van de Gemeentewinkel.

Een beoordeling geeft mogelijkheden tot verbetering van de voltrekking van het huwelijk. In een uitzonderlijk geval kan een beoordeling consequenties hebben voor het niet verlengen van de aanstelling.

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard. De hoogte van deze vergoeding is € 10,- bruto per huwelijk is vastgesteld aan de hand van een gemiddelde reisafstand van en naar de huwelijkslocatie. Deze vergoeding is aan belastingheffing onderworpen.

Geen toelichting opgenomen bij de artikelen 7, 8 en 9

De artikelen in de CAR/UWO kunt u vinden op www.car-uwo.nl