Parkeerverordening vrachtwagens Teylingen 2006

Geldend van 02-01-2006 t/m heden

Intitulé

Parkeerverordening vrachtwagens Teylingen 2006

De raad der gemeente Teylingen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. …;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de: Parkeerverordening vrachtwagens Teylingen 2006

Afdeling I - Strekking van de verordening

Artikel 1.

Het gebruik van belanghebbendenplaatsen als genoemd in artikel 1 lid 4 van de Verordening parkeerbelasting Teylingen 2006 en in artikel 2 lid 5 van de onderhavige verordening geschiedt, voor zoveel niet door de Verordening parkeerbelasting Teylingen 2006 is geregeld, met inachtneming van de in deze verordening opgenomen bepalingen.

Afdeling II - Definities en beschrijvingen

Artikel 2.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    R.V.V. 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb.459;

  • 2.

    Wegenverkeerswet 1994: De Wegenverkeerswet van 21 april 1994, Stb. 475;

  • 3.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990, uitsluitend voorzover het een voertuig betreft met een lengte van meer dan 6.00 meter en/of een breedte van meer dan 2.04 meter met inbegrip van de lading;

  • 4.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel tot onmiddellijk laden of lossen van goederen, op het vrachtwagenparkeerterrein waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift verboden is;

  • 5.

    belanghebbendenplaats: een weggedeelte (of weggedeelten) op het vrachtwagenparkeerterrein, dat is (die zijn) aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het R.V.V.1990, waarop alleen geparkeerd mag worden door vergunninghouders;

  • 6.

    vergunninghouder: degene aan wie op grond van het bepaalde in deze verordening vergunning is verleend tot het parkeren van een motorvoertuig op een belanghebbendenplaats;

  • 7.

    vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een belanghebbendenplaats;

  • 8.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat van een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • 9.

    eigenaar: degene aan wie een kenteken is opgegeven voor een motorvoertuig wordt voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening beschouwd als eigenaar van dat motorvoertuig;

  • 10.

    bewijs: een door burgemeester en wethouders afgegeven bewijs van vergunning;

  • 11.

    vrachtwagenparkeerterrein: het door de raad aangewezen gebied waarop deze parkeerverordening van toepassing is.

Afdeling III - Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen.

Artikel 3.

  • 1.

    Het is de eigenaar en/of houder van een motorvoertuig verboden dit voertuig op de weg te parkeren elders dan op het vrachtwagenparkeerterrein.

  • 2.

    Het in het 1e lid bedoelde verbod geldt niet van maandag tot en met vrijdag tussen 07.00 en 18.00 uur op die wegen waar parkeren is toegestaan.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in het 1e lid van dit artikel.

Artikel 4.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende schriftelijke aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar en/of houder, ongeacht of deze een natuurlijk of een rechtspersoon is, die alleen of gezamenlijk met één of meer anderen een beroep of bedrijf uitoefent en daartoe het gebruik van een motorvoertuig behoeft, wanneer deze in Teylingen woonachtig of gevestigd is en aantoont of aannemelijk maakt, niet over stallings- of parkeerruimte te beschikken.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning verlenen aan eigenaren en/of houders van motorvoertuigen, die niet voldoen aan de in het 2e lid genoemde voorwaarden.

  • 4.

    Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken belanghebbendenplaats als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook voorschriften en/of voorwaarden verbinden. Deze voorschriften en/of voorwaarden mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 5.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

Burgemeester en wethouders kunnen de in het 2e lid genoemde termijn met ten hoogste zes weken verlengen.

Artikel 6.

  • 1.

    Een vergunning wordt voor ten hoogste één jaar verleend.

  • 2.

    De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      de naam en het adres van de vergunninghouder en het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend;

    • c.

      het weggedeelte of weggedeelten van het vrachtwagenparkeerterrein waarop de vergunninghouder krachtens de vergunning met zijn motorvoertuig mag parkeren.

  • 3.

    In afwijking van het gestelde in lid 2 kan de vermelding van het kenteken vervangen worden door de naam van de vergunninghouder, indien de vergunninghouder kan aantonen of aannemelijk maken dat de vergunninghouder van frequent wisselende motorvoertuigen gebruik maakt.

Artikel 7.

Burgemeester en wethouders verstrekken tezamen met de vergunning een bewijs waarop staan vermeld:

  • 1.

    het kenteken van het motorvoertuig waarmee mag worden geparkeerd, of indien toepassing gegeven wordt aan artikel 6 lid 3, de naam van de vergunninghouder.

  • 2.

    de belanghebbendenplaats waarop krachtens de vergunning mag worden geparkeerd.

  • 3.

    de periode waarvoor de vergunning geldt.

Artikel 8.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken:

    • a.

      indien de vergunninghouder daarom verzoekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder de gemeente Teylingen verlaat, hetzij metterwoon, hetzij voor wat betreft zijn beroepsbezigheden;

    • c.

      wanneer zich een wijziging voordoet in één of meerdere omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • d.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden beperkingen, voorschriften en/of voorwaarden;

    • e.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • f.

      om redenen van openbaar belang;

    • g.

      in geval van overlijden van de vergunninghouder.

Artikel 9.

  • 1.

    De vergunning kan niet worden overgeschreven op naam van een andere natuurlijke of rechtspersoon.

  • 2.

    Indien vergunninghouder het motorvoertuig, waarop het in artikel 7 bedoelde bewijs betrekking heeft, vervangt door een ander gelijksoortig motorvoertuig passen burgemeester en wethouders de vergunning en het bewijs dienovereenkomstig aan.

  • 3.

    Een besluit tot wijziging van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.

Afdeling IV - Verbodsbepalingen

Artikel 10.

  • 1.

    Het is verboden enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het le lid van dit artikel.

Artikel 11.

  • 1.

    Het is verboden op een belanghebbendenplaats een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van het bewijs;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden beperkingen, voorschriften en/of voorwaarden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het le lid van dit artikel.

Afdeling V - Strafbepaling.

Artikel 12.

Overtreding van het bepaalde in afdeling IV van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Afdeling VI - Overgangs- en slotbepalingen.

Artikel 13.

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 14.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Parkeerverordening vrachtwagens Teylingen 2006".

Artikel 15.

Deze verordening treedt in werking op 2 januari 2006.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 januari 2006
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,
R. van Dijk J.M. Staatsen
Afschriften van dit besluit naar: