Verordening Wet Inburgering 2013

Geldend van 08-09-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening Wet Inburgering 2013

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op de artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24e, 24f en 35 van de Wet inburgering; zoals deze luidde op 31 december 2012 en de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet Inburgering (2012, 430);

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgerinsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;

overwegende dat als gevolg van de wijziging van de Wet Inburgering de taken van gemeenten op het terrein van inburgering op termijn beëindigd zullen worden;

overwegende dat gedurende een overgangsperiode gemeenten nog een aantal taken op het terrein van inburgering zullen uitoefenen;

overwegende dat daarom de onder de Wet Inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 opgestelde verordening dient te worden gewijzigd/aangepast;

Besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening Wet Inburgering 2013

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012

    • c.

      de wetswijziging: de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet Inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb.2012,430).

    • d.

      inburgeringsplichtige: persoon, bedoeld in artikel X, 2e t / m 5e lid van de wetswijziging

    • e.

      casemanager: de gemeentelijke regisseur van de aan de inburgeringsvoorziening met bevoegdheden op het gebied van onder meer bewaking, handhaving, coaching en begeleiding.

    • f.

      voorziening: een inburgeringsvoorziening of een taalkennis-voorziening.

  • 2. De begripsomschrijvingen in de wet, de wetswijziging en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichten

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang van inburgeringsvoorzieningen.

  • 2. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      Het spreekuur inburgering: de inburgeringstelefoon en inburgeringsmail;

    • b.

      Informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen aan wie een inburgeringsvoorziening wordt aangeboden tijdens de oproep zoals bedoeld in artikel 25 van de wet;

    • c.

      De gemeentelijke website;

    • d.

      Het nieuwkomersloket en overige relevante gemeentelijke loketten.

  • 3. Hiernaast vindt informatieverstrekking vindt plaats op aanvraag van inburgeringsplichtigen.

Hoofdstuk 2. Het vaststellen van een voorziening aan inburgeringsplichtigen

Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen

1.Het college biedt een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige, te weten:

  • a.

    de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 en

  • b.

    de geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet, die geen oudkomer is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de wet, voor zover deze uiterlijk 31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden.

Artikel 4 De samenstelling van de voorziening

  • 1. Het college stemt de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 onder a een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

  • 3. Een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, één of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      Nederlandse taalles;

    • b.

      Kennis van de Nederlandse samenleving;

    • c.

      Voorbereiding op en één maal kosteloze deelname aan het inburgeringsexamen;

    • d.

      Individuele begeleiding door een casemanager;

    • e.

      Maatschappelijke begeleiding;

    • f.

      Activiteiten gericht op arbeid of de verwerving daarvan;

    • g.

      Activiteiten gericht op een vervolgopleiding en/of voorbereiding daarop;

    • h.

      Activiteiten gericht op participatie en gezin.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in beginsel in één keer voldaan.

  • 2. Op aanvraag van de inburgeringsplichtige kan in maximaal 10 termijnen worden betaald.

  • 3. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening het tijdstip en indien daarvoor een aanvraag is ingediend, de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 6 Opleggen van verplichtingen

Het college kan een inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 bij beschikking één of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de casemanager;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod

Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 1.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en plichten vermeld die aan die voorziening worden verbonden.

  • 2.

    De inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 3.

    Wanneer de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 3 het aanbod aanvaardt, neemt het college het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 8 De inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • b.

    de duur van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening;

  • c.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • d.

    het tijdstip waarop voor de eerste maal aan het inburgeringsexamen moet zijn deelgenomen;

  • e.

    de datum waarop het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet zijn behaald;

  • f.

    de termijnen en wijze van betaling;

Hoofdstuk 3. De bestuurlijke boete

Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt 40% van de netto bijstandsnorm per maand indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgerings-voorziening of taalkennisvoorziening bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 6 van deze verordening.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt 40% van de netto bijstandsnorm per maand indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 10 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoelt in artikel 9, eerste lid, bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste maximaal 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn zijn inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste maximaal € 1000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 11 Stimuleringsbonus

Indien de inburgeringsplichtige het inburgeringsexamen is geslaagd voor het inburgeringsexamen binnen in de beschikking genoemde termijn zal een stimuleringsbonus ter hoogte van het bedrag van de eigen bijdrage worden uitgekeerd.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze nieuwe verordening Wet Inburgering gemeente Tilburg treedt in werking op de achtste dag na die van haar bekendmaking. Daarmee vervalt de oude Verordening Wet Inburgering gemeente Tilburg die op 18 februari 2011 door de raad is vastgesteld.

Artikel 13 Intrekking oude verordeningen

De “Verordening Wet Inburgering Tilburg 2011” wordt ingetrokken.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet Inburgering gemeente Tilburg.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 augustus 2013,
de griffier,
de voorzitter,

Nota-toelichting

toelichting verordening wet inburgering 2013