Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 14 juli 2020, nr. 8211942C, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Opstartregeling voor cultuur- en erfgoedinstellingen in het kader van de Coronacrisis provincie Utrecht)

1. Subsidie kan worden verstrekt op grond van artikel 27a van de Asv voor:

• a.

  praktische en fysieke aanpassingen die noodzakelijk zijn om te kunnen functioneren in de 1,5 meter samenleving, zoals de aanschaf van een pinautomaat, het invoeren van een reserveringssysteem, het aanbrengen van spatschermen of aanpassen van zalen;

• b.

  advies voor benodigde aanpassingen in de bedrijfsvoering en locatie specifieke oplossingen die noodzakelijk zijn om te kunnen functioneren in de 1,5 meter maatschappij, zoals logistieke aanpassing of een aanzet tot alternatieve programmering, alternatieve invulling van de locatie en nieuwe programmaconcepten;

• c.

  advies bij de inventarisatie van exploitatietekorten als gevolg van coronacrisis en de vertaling naar een aanvraag bij compensatieregelingen (Overbruggingsregeling voor cultuur- en erfgoedinstellingen in het kader van de Coronacrisis provincie Utrecht en anderszins, fondsen en gemeente).

2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid kan worden verstrekt voor kosten die zijn gemaakt in de periode vanaf 15 maart 2020.

1. Subsidie kan worden verstrekt aan cultuur- en erfgoedinstellingen in de provincie Utrecht.

2. Subsidie wordt niet verstrekt aan een instelling die een beroep kan doen op aanvullende sectorspecifieke maatregelen voor cultuur en erfgoed die beschikbaar zijn gesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

3. Subsidie wordt tevens niet verstrekt aan ondersteunende bedrijven die werkzaam zijn voor cultuur- en erfgoedinstellingen, zoals voor licht, geluid en decorbouw, en personen die werkzaam zijn als zzp-er.

1. Aanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 15 augustus 2020 tot 1 oktober 2020.

2. Onder toepassing van artikel 6, vierde lid, van de Asv worden de aanvragen behandeld op volgorde van binnenkomst.

3. Bij de aanvraag moeten in ieder geval worden gevoegd:

• a.

  een omschrijving van de voorziening(en) respectievelijk adviesopdracht waarvoor de subsidie wordt aangevraagd binnen het kader van artikel 2;

• b.

  een factuur of een begroting van de gevraagde voorziening(en) respectievelijk adviesopdracht;

• c.

  gegevens over de aanvrager, waaronder in elk geval het nummer waarmee de aanvrager ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel;

• d.

  de meest recente jaarrekening indien beschikbaar;

• e.

  een ingevulde en ondertekende verklaring de-mininissteun.

1. De subsidie bedraagt minimaal €1.000 en maximaal € 3.000 per aanvraag, waarbij dit bedrag verdeeld kan worden over de verschillende onderdelen, bedoeld in artikel 2.

2. Per cultuur- of erfgoedorganisatie mag 1 aanvraag worden ingediend op basis van deze uitvoeringsverordening.

3. Tot de subsidiabele kosten behoren:

• a.

  kosten voor fysieke of praktische aanpassingen die noodzakelijk zijn voor het invoeren van de ‘1,5 metermaatschappij’.

• b.

  kosten voor advies geleverd door een externe dienstverlener die rechtstreeks voortvloeien uit het invoeren van de ‘1,5 metermaatschappij’ zoals bedoeld in artikel 2, onder b en c.

4. Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: kosten voor persoonsgebonden beschermingsmiddelen zoals mondkapjes en desinfectiemiddelen.