Verordening cliëntenparticipatie integraal gehandicaptenbeleid

Geldend van 15-09-2001 t/m heden

Intitulé

VERORDENING CLIENTENPARTICIPATIE INTEGRAAL GEHANDICAPTENBELEID VLISSINGEN

GEMEENTEBLAD VLISSINGEN nr. V.02

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

1.

Wet

Wet voorzieningen gehandicapten;

2.

Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid

de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening;

3.

Cliëntenparticipatie integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid

de gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisaties van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid;

4.

Platform integraal gehandicaptenbeleid

de in deze gemeente actief zijnde zelforganisatie(s) van mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening;

5.

Het college

het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen.

Artikel 2 Instellen en instandhouden platform integraal gehandicaptenbeleid

Het college bevordert het instellen en in stand houden van een gemeentelijk platform integraal gehandicaptenbeleid. De leden van het platform worden aangewezen door de op Walcheren werkzame gehandicaptenorganisaties.

Artikel 3 Doelstelling

Het platform c.q. de cliëntenparticipatie heeft tot doel:

  • 1.

    Bevorderen van een evenwichtig integraal gehandicaptenbeleid binnen de gemeente en geeft daartoe gevraagd en ongevraagd adviezen aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Bij te dragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden aan mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening.

Artikel 4 Beleidsterreinen

Het platform wordt betrokken bij:

  • 1.

    Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wet.

  • 2.

    Het (integrale) gemeentelijk beleid op de andere beleidsterreinen voor zover dat gevolgen heeft voor gehandicapten.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1. Het college vraagt het platform advies op de beleidsterreinen als bedoeld in artikel 4.

  • 2. Het college draagt zorg dat van de zijde van de gemeente aan het platform informatie wordt verstrekt die betrekking heeft op voornemens, beleid of activiteiten op de terreinen genoemd in artikel 4 ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van het platform.

  • 3. Bij advies van het college aan de gemeenteraad wordt het advies van het platform vermeld en/of ter inzage gelegd of meegestuurd.

  • 4. Het college kan gemotiveerd afwijken van het advies van het platform.

  • 5. Het college wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de communicatie met het platform.

  • 6. Tussen de (coördinerend) wethouder gehandicaptenbeleid en het platform vindt minimaal twee maal per jaar structureel overleg plaats over de door beide partijen aangedragen onderwerpen. Dit overleg vindt plaats onder voorzitterschap van het platform.

  • 7. Daarnaast vindt minimaal vijf maal per jaar overleg plaats tussen de contactambtenaar en vertegenwoordigers van het platform.

  • 8. Van de overleggen en de afspraken met het platform doet de gemeente binnen drie weken schriftelijke rapportage aan het platform.

  • 9. Het functioneren van de samenwerking tussen de gemeente en het platform wordt jaarlijks geëvalueerd, mede aan de hand van het jaarverslag dat door het platform is opgesteld.

  • 10. Het college maakt jaarlijksafspraken met het platform over:

    • a.

      de onderwerpen waarover het platform geconsulteerd wordt;

    • b.

      de wijze en het moment waarop het platform in het beleidsvormingsproces wordt betrokken;

    • c.

      het budget op basis van werkplan en begroting opgesteld door het platform;

    • d.

      het jaarlijks op te stellen werkplan gehandicaptenbeleid door de gemeente in overleg met het platform.

Artikel 6 Middelen

  • 1. Aan het platform stelt de gemeente zodanige financiële middelen ter beschikking dat men redelijkerwijs in staat kan worden geacht namens een brede achterban uitvoering te geven aan de doelstelling als bedoeld in artikel 3.

  • 2. De financiële middelen worden jaarlijks toegekend op basis van een werkplan en een daaraan gekoppelde begroting, opgesteld door het platform.

  • 3. Op deze subsidie is de Algemene subsidieverordening 2008 van de gemeente Vlissingen van toepassing.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college na overleg met het platform.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening cliëntenparticipatie integraal gehandicaptenbeleid Vlissingen"

  • 3. Deze verordening treedt in werking drie dagen na de dag van publicatie.

Ondertekening

Vlissingen 30 augustus 2001
De raad voornoemd,
De secretaris voornoemd,
de secretaris, de voorzitter,
mr. A.L. Pronk A.van Dok- Weele

Nota-toelichting

Artikel 1

In dit artikel wordt er van uitgegaan dat overleg over het gehandicaptenbeleid door de gemeente zal worden gevoerd met één platform, vertegenwoordigende de gehandicaptenorganisaties. Momenteel is dit de Stichting Werkgroep gehandicapten Walcheren.

Artikelen 2 en 3

Behoeven geen toelichting

Artikel 4

In dit artikel is een onderscheid gemaakt tussen het beleid voortvloeiende uit de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) en de overige beleidsterreinen. Achtergrond van deze verdeling is, dat het voor de hand ligt dat overleg over de uitvoering van de WVG wordt gevoerd door het Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Maatschappelijke Zorg Walcheren (MZW). Voor de overige beleidsterreinen zal dat per gemeente veelal de (coördinerend) wethouder gehandicaptenbeleid zijn. Een en ander betekent dat het platform enerzijds adviseert aan het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Maatschappelijk Zorg Walcheren en anderzijds aan het gemeentebestuur.

Artikel 5

In dit artikel worden 3 te hanteren vormen bij de participatie gegeven, namelijk:

  • q

    Advisering als de meest formele gang van zaken;

  • q

    Periodiek overleg met het gemeentebestuur via de (coördinerend) wethouder gehandicaptenbeleid;

  • q

    Contact met het ambtelijk apparaat.

In de praktijk zal dat overleg veelal lopen vanuit het contact met de beleidsadviserende ambtenaren en de contactambtenaar (zijnde de coördinerend ambtenaar gehandicapten- beleid). De advisering kan betrekking hebben op beleidsvoorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie. Adviezen van het platform niet betrekking hebbende op de WVG komen tenminste ter kennis van het gemeentebestuur.

Artikel 6 en 7

Deze artikelen spreken voor zich