Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen;

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen;

• b.

  de raad: de gemeenteraad van de gemeente Vlissingen;

• c.

  WWB: Wet Werk en Bijstand;

• d.

  schoolgaand kind: ten laste komend kind op het regulier basisonderwijs van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, als bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtenwet, geldt;

• e.

  zwemvaardig: een kind wordt geacht zwemvaardig te zijn als het beschikt over een A en B zwem- diploma;

• f.

  peildatum: 1 januari van het kalenderjaar waarop de voorziening betrekking heeft;

• g.

  peilmaand: de maand januari van het kalenderjaar waarop de voorziening betrekking heeft.

1. De “ Vangnetregeling zwemvaardigheid” heeft tot doel het voorzien van een financieel vangnet voor het behalen van een zwemvaardigheidsdiploma aan de belanghebbenden die tot de doelgroep behoren.

2. Tot de doelgroep behoort het ten laste komend kind of kinderen deel uitmakend van het gezin of alleenstaande ouder dat op de peildatum het inkomen gelijk is aan of minder dan 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm conform de WWB.

1. Om voor een voorziening in aanmerking te komen dient de belanghebbende en partner op de peildatum in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Vlissingen ingeschreven te staan.

2. In het kalenderjaar waarop de voorziening betrekking heeft mag niet eerder eenzelfde voorziening verstrekt zijn volgens deze regeling

1. Bij het vaststellen van het inkomen wordt in aanmerking genomen het inkomen zoals vermeld in artikel 31, 32 en 33 van de WWB.

2. Voor het vaststellen van het vermogen zijn de bepalingen als genoemd in artikel 34 van de WWB van toepassing.

3. Indien als gevolg van wisselende of eenmalige inkomsten het inkomen in de peilmaand hoger is dan de norm wordt uitgegaan van een gemiddeld inkomen. Het gemiddeld inkomen wordt berekend door de som van het inkomen dat maximaal 12 maanden voorafgaand aan de peilmaand is ontvangen te delen door het aantal maanden waarover het inkomen is ontvangen;

4. Voor het niet in aanmerking nemen van middelen en inkomen wordt aangesloten bij de bepalingen van artikel 31, 32 en 33 WWB.

1. De voorziening wordt op aanvraag verstrekt.

2. De voorziening wordt verstrekt door het Jeugdsportfonds Zeeland.

3. De aanvraag dient door een erkend intermediair (bijv. Porthos, scholen etc.) bij het Jeugdsportfonds Zeeland te worden aangemeld, voor de belanghebbende van wie de inkomensgegevens over de peilmaand bekend en getoetst is, te zijn aangevraagd.

4. De aanvraag voor de voorziening moet bij het Jeugdsportfonds Zeeland worden ingediend binnen het kalenderjaar waarop de voorziening betrekking heeft.

5. Een aanvraag wordt gedaan op een daartoe door het Jeugdsportfonds Zeeland vastgesteld formulier, onder overlegging van de op dat formulier vermelde bescheiden.

1. De volledige AB diplomapakket, exclusief inschrijfgeld, wordt per deelnemer aan het Jeugdsportfonds ten behoeve van de zwemvaardigheid vergoed.

2. Aan Sport Zeeland als uitvoerder van het Jeugdsportfonds wordt door het college per deelnemer administratiekosten betaald.

1. Voor de uitvoering van de voorziening wordt aangesloten bij het reguliere Jeugdsportfonds Zeeland. Het Jeugdsportfonds Zeeland wordt uitgevoerd door Sport Zeeland.

2. Voor de verantwoording over de uitvoering van deze regeling wordt aangesloten bij artikel 4 (prestatieafspraken Jeugdsportfonds) van de overeenkomst Jeugdsportfonds – gemeente Vlissingen van februari 2013.