Regeling vervallen per 01-01-2024

Reglement op de Monumentencommissie 2011

Geldend van 01-03-2011 t/m 31-12-2023

Intitulé

Reglement op de Monumentencommissie 2011

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit reglement verstaat onder:

  • 1.

    monumentencommissie: de commissie van onafhankelijke deskundigen als bedoeld in de artikelen van de Monumentenwet 1988;

  • 2.

    college: het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen;

  • 3.

    de raad: de gemeenteraad van Vlissingen;

  • 4.

    gemeente: de gemeente Vlissingen;

  • 5.

    commissie: de monumentencommissie;

  • 6.

    advies: advies als bedoeld in artikel 2.26, derde en vierde lid  van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht , in combinatie met artikel 6.2, eerste en tweede lid  van de Bor.

Artikel 2 Taak

  • 1. De monumentencommissie heeft tot taak, gevraagd of ongevraagd advies uit te brengen aan het college over:

    • a.

      aanvragen voor omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder f en artikel 2.2, eerste lid onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • b.

      de Monumentenwet 1988, de verordening, het monumentenbeleid;

    • c.

      wijzigingen en vrijstellingen van de bestemmingsplannen of gedeelten daarvan waarvoor een aanwijzing als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988 tot beschermd stads- of dorpsgezicht de toepassing van voorschriften omtrent de welstand, geldt;

    • d.

      beeldbepalende panden als aangewezen in bestemmingsplannen op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening;

    • e.

      archeologische monumenten.

  • 2. Jaarverslag monumentencommissie: de monumentencommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. Ten minste eenmaal per jaar vindt, ten behoeve van het jaarverslag, een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het gemeentebestuur en de monumentencommissie. Het verslag wordt in het eerste half jaar volgend op het jaar van verslaglegging voorgelegd aan de gemeenteraad.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De monumentencommissie bestaat uit:

    • a.

      de leden van de welstandscommissie;

    • b.

      een monumentendeskundige.

  • 2. De leden mogen geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen van de gemeente Vlissingen.

  • 3. De leden worden benoemd door het college. Voor deze benoeming kan de monumentencommissie een aanbeveling doen.

  • 4. De gemeentearchivaris wordt als adviseur aan de monumentencommissie toegevoegd

  • 5. Het college ontslaat de leden van de monumentencommissie:

    • a.

      op hun verzoek;

    • b.

      wanneer zij uit hoofde van ziekten of gebreken blijvend ongeschikt zijn de functie te vervullen;

    • c.

      bij aanvaarding van een ambt of betrekking, dat onverenigbaar is met het lidmaatschap van de monumentencommissie;

    • d.

      wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak  wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak  een maatregel is opgelegd, de vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      wanneer zij ingevolge  een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld.

  • 6. De leden die op eigen verzoek tussentijds worden ontslagen, blijven de functie vervullen tot in de vacature een opvolger is benoemd.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1. De monumentencommissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, daartoe aangewezen door het college.

  • 2. Het college kan één of meer ambtenaren als adjunct-secretaris aanwijzen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van de leden van de monumentencommissie bedraagt maximaal drie jaar.

  • 2. De monumentendeskundige en de overige leden kunnen na afloop van de zittingsduur terstond worden herbenoemd.

  • 3. Het lid dat in een tussentijdse vacature is benoemd, heeft zitting tot het tijdstip waarop degene in de plaats waarvan hij of zij is benoemd, zou moeten aftreden.

  • 4. Een benoemingsboekhouding wordt opgezet en bijgehouden door de secretaris van de monumentencommissie.

Artikel 6 Werkwijze

  • 1. De monumentencommissie vergadert ten minste eenmaal per drie weken en voorts zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of indien een van de andere leden het verlangen daartoe onder opgaaf van redenen aan de voorzitter van de monumentencommissie kenbaar maakt. Indien een vergadering is gevraagd wordt zij binnen een week gehouden.

  • 2. De monumentencommissie kan slechts beraadslagen en besluiten, indien ten minste drie leden aanwezig zijn.

  • 3. Plannen met betrekking tot monumenten, beschermde gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in beschermde stadsgezichten en in archeologische monumenten worden binnen drie weken door de monumentendeskundige en de gemeentearchivaris voorzien van een preadvies.

  • 4. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter, onder verwijzing naar dit artikel opnieuw een vergadering. Op deze vergadering is het tweede lid niet van toepassing.

  • 5. In de vergadering van de monumentencommissie hebben de leden elk een stem.

  • 6. De besluiten van de monumentencommissie worden genomen bij meerderheid van stemmen. Voor het tot stand komen van een besluit bij een stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen. Bij een schriftelijke stemming worden de leden, die blanco briefjes hebben ingeleverd, geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 7. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Indien hierbij de stemmen staken, vindt in de volgende vergadering van de monumentencommissie herstemming plaats. Bij wederom staken van de stemmen beslist terstond het lot.

  • 8. Over zaken wordt mondeling gestemd. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen van de leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. Bij staking van stemmen over zaken beslist de stem van de voorzitter.

  • 9. De voorzitter draagt zorg voor oproeping van de leden  onder mededeling van de voor de vergadering vastgestelde agenda. De agenda wordt ten minste twee werkdagen voor het houden van de vergadering aan de leden bezorgd.

  • 10. De monumentencommissie kan, de aanvrager van een vergunning, ontheffing of vrijstelling of de ontwerper van een te beoordelen plan in de gelegenheid stellen dit ten overstaan van de monumentencommissie toe te lichten. Indien opdrachtgevers/ontwerpers bij de behandeling aanwezig willen zijn en gebruik willen maken van het spreekrecht, vermelden ze dit op het daarvoor bestemde formulier of rechtstreeks bij Bouw- en woningtoezicht. De secretaris zorgt voor de uitnodigingen.

  • 11 Alle opdrachtgevers/ontwerpers van bouwplannen, eigenaren van panden hebben spreekrecht tijdens de vergadering.

  • 12 De leden van de monumentencommissie onthouden zich van deelneming aan de beraadslagingen en aan de besluitvorming omtrent enige zaak, indien er hunnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan waardoor hun onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

  • 13 Vooroverleg over bouwplannen: de gemeente biedt de aanvrager de mogelijkheid, om een nog niet formeel aangevraagd bouwplan in een vooroverleg met de monumentencommissie toe te lichten en te bespreken. De secretaris maakt altijd een verslag van het vooroverleg.

Artikel 8 Verslaglegging

  • 1. De secretaris maakt aantekeningen van het verhandelde in de vergadering van de monumentencommissie en maakt een verslag op.

  • 2. Het verslag vermeldt:

    • a.

      de namen van de leden van de monumentencommissie, die aanwezig zijn;

    • b.

      de namen van ter vergadering verschenen adviseurs en belanghebbenden;

    • c.

      een zakelijke weergave van het in de vergadering behandelde;

    • d.

      het door de commissie uitgebrachte advies.

  • 3. Het verslag  wordt voor de eerstvolgende vergadering aan de leden van de monumentencommissie toegezonden.

  • 4. Het verslag wordt in deze vergadering van de monumentencommissie aan de orde gesteld en, na vaststelling wordt het verslag op de internetpagina van de gemeente geplaatst.

Artikel 9 Advisering

  • 1. De monumentencommissie stelt zoveel mogelijk over de haar om advies voorgelegde zaken in haar eerstvolgende vergadering een advies op. De monumentencommissie brengt in ieder geval binnen een zodanig termijn advies uit, dat het college binnen de termijnen genoemd in de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de bouwverordening en de Algemene wet bestuursrecht tijdig een beslissing kan nemen.

  • 2. De monumentencommissie brengt haar adviezen schriftelijk uit aan het college.

  • 3. De uit te brengen adviezen zijn met redenen omkleed, tenzij zij strekken tot onvoorwaardelijke goedkeuring van een  aan de monumentencommissie voorgelegd plan. Bij niet (geheel) positieve adviezen geeft de commissie de richting aan waarin het bouwplan aangepast moet worden om wel voor een positieve beoordeling in aanmerking te kunnen komen.

  • 4. Indien de minderheid dit verlangt, maakt de monumentencommissie bij het uitbrengen van adviezen tevens de opvatting van de minderheid kenbaar.

Artikel 10 Toezicht

  • 1. Het college is belast met het toezicht op het functioneren van de monumentencommissie.

  • 2. De monumentencommissie verstrekt alle door het college verlangde inlichtingen betreffende haar werkzaamheden.

Artikel 11 Wijziging reglement

Dit reglement wordt niet gewijzigd dan nadat de monumentencommissie over het voorstel haar zienswijze heeft gegeven.

Artikel 12 Intrekken oude regeling

Het Reglement op de monumentencommissie 2004, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 3 maart 2004, wordt ingetrokken op 1 maart 2011.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 maart 2011.

Artikel 14 Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als “Reglement op de Monumentencommissie 2011”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2011.
de raad van de gemeente Vlissingen,
de griffier,                               de voorzitter,
 
 
mr. F. Vermeulen                   drs. R.H. Roep