Regeling vervallen per 27-07-2023

Financiële verordening gemeente Voorst 2017

Geldend van 24-04-2021 t/m 26-07-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Financiële verordening gemeente Voorst 2017

Hoofdstuk 1. Begroting en verantwoording

Artikel 1. Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.

  • 2.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode op voorstel van het college de taakvelden per programma vast.

  • 3.

    De raad stelt op voorstel van het college per programma de beleidsindicatoren vast. Het voorstel van het college bevat tenminste de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Artikel 2. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting en de jaarstukken worden onder elk van de programma’s het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het overzicht van de overhead de baten en lasten per taakveld weergegeven.

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven.

  • 3.

    In de jaarrekening worden van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven en inkomsten weergegeven.

Artikel 3. Kaders begroting

  • 1.

    Het college biedt de raad eens in de vier jaar een "Perspectiefnota" aan met een voorstel voor de financiële kaders van de ontwerpbegroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming voor de komende vier jaren. De raad stelt deze nota vast.

  • 2.

    Het college presenteert de raad jaarlijks een "Prioriteitennota", waarin voor de komende vier jaar de beleidsprioriteiten worden aangegeven. De raad stelt deze nota vast.

Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    De raad autoriseert met de vaststelling van de begroting de baten en de lasten per programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en het overzicht overhead.

  • 2.

    Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen.

    De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met de vaststelling van de financiële positie geautoriseerd.

  • 3.

    Het college informeert de raad als ze verwacht, dat

  • a.

    de lasten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden,

  • b.

    de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of

  • c.

    de baten van een taakveld of een prioriteit de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.

  • 4.

    Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad bedoeld in artikel 5, doet het college, in geval van lid 3, voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid

Artikel 5. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad in de eerste helft van een jaar door middel van een tussentijdse rapportage (voortgangsbericht) over de actuele ontwikkelingen binnen het lopende begrotingsjaar en de structurele ontwikkelingen, blijkend uit de jaarrekening van het jaar daarvoor. Overigens geeft het college hierbij de "Autonome ontwikkelingen" in het komende begrotingsjaar weer.

  • 2.

    Het college informeert de raad in de tweede helft van een jaar door middel van een tussentijdse rapportage (bestuursrapportage) over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste acht maanden van het lopende begrotingsjaar.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting en geschiedt overigens op overeenkomstige wijze als die van de begroting.

  • 4.

    De tussenrapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid en een overzicht met de bijgestelde ramingen.

Artikel 6. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel tot wijzing van de begroting.

Hoofdstuk 2. Financieel beleid

Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Het college biedt de raad minimaal eens in de vier jaren een "Activanota" aan. De raad stelt deze nota vast.

  • 2.

    Voor de waardering en afschrijving van activa worden de methodieken en termijnen gehanteerd, als vermeld in de Activanota.

Artikel 8. Reserves en voorzieningen

Het college biedt de raad eens in de vier jaren een nota reserves en voorzieningen aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en behandelt de vorming en besteding van de reserves en voorzieningen.

Artikel 9. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor de bepaling van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2.

    Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.

  • 3.

    Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 salarissen en sociale lasten en 3.5.1 ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 salarissen en sociale lasten en 3.5.1 ingeleend personeel.

Artikel 10. Prijzen economische activiteiten

Het college past bij economische activiteiten de gedragsregels als bedoeld in hoofdstuk 4b (Overheden en overheidsbedrijven) van de Mededingingswet toe, tenzij het activiteiten betreft die de gemeenteraad heeft aangewezen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang.

Artikel 11. Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, de rioolheffingen, de afvalstoffenheffing, de leges, de marktgelden en de lijkbezorgingsrechten.

Artikel 12. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college neemt bij de uitzetting en de aantrekking van middelen de volgende kaders in acht:

  • a.

    voor de aan te trekken financieringen met een looptijd langer dan één jaar worden ten minste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd en

  • b.

    er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen, het verstrekken van garanties en het verstrekken van risicodragend kapitaal bedingt het college indien mogelijk zekerheden.

Artikel 13. Onderhoud kapitaalgoederen

Bij de meerjarenprogrammabegroting en de jaarstukken geeft het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen het beleidskader, de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de programmabegroting weer. Tevens doet het college in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, riolering en gebouwen.

Artikel 14. Grondbeleid

Het college biedt de raad ten minste eens in de 4 jaren een nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

  • a.

    de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • b.

    de organisatie, het financieel beheer en de risicobeheersing;

  • c.

    de kaders voor de prijzen voor de verhuur en verkoop van onroerende zaken en in het bijzonder de prijzen voor de uitgifte van gronden en erfpachtcanons.

Hoofdstuk 3. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 15. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    de sturing en beheersing van activiteiten en processen in de gemeente als geheel;

  • b.

    de verstrekking van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden en contracten;

  • c.

    de verschaffing van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor de te maken kostencalculaties;

  • d.

    de verschaffing van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid;

  • e.

    de verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatig- en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 16. Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van baten en lasten aan de taakvelden;

  • f.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen en

  • h.

    het beleid en de interne regels om misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 17. Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheer handelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 18. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De "Financiële verordening gemeente Voorst 2008" wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor 1 januari 2017 zijn gedaan, blijft de "Financiële verordening gemeente Voorst 2008" van toepassing zoals deze gold op de dag voor de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 19. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: "Financiële verordening gemeente Voorst 2017".

Twello, 6 maart 2017

de raad

Ondertekening

drs. B.J.M. Jansen, griffier

drs. J.T.H.M. Penninx, burgemeester