Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Voorst 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Voorst 2020

DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2019, nummer 2019-75169;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Voorst 2020.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt als 'perceel' aangemerkt:

  • a.

    de onroerende zaak, bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

  • b.

    een binnen de gemeente gelegen roerende zaak;

  • c.

    een gedeelte van een roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

  • d.

    een samenstel van twee of meer roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

  • e.

    het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    'gebruik maken' in Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • b.

    'grijze container met groene deksel': een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamel-middel, zijnde een container van 180 l bestemd voor huishoudelijk groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval), dan wel bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval afkomstig van bedrijven en instellingen die door hun aard, omvang of hoeveelheid gelijktijdig met de huishoudelijke GFT-afvalstoffen periodiek worden ingezameld;

  • c.

    'grijze container met grijze deksel': een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamel-middel, zijnde een container van 180 l bestemd voor huishoudelijk restafval dan wel bestemd voor afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen die door hun aard, omvang of hoeveelheid gelijktijdig met de huishoudelijke afvalstoffen periodiek worden ingezameld;

  • d.

    'grijze container met blauwe deksel': een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel, zijnde een container van 180 l bestemd voor de inzameling van papier en karton;

  • e.

    'grijze container met oranje deksel': een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel, zijnde een container van 180 l bestemd voor de inzameling van plastic, metaal en drinkpakken in aangewezen delen van de gemeente;

  • f.

    'Afvalstoffenverordening 2009': de 'Afvalstoffenverordening 2009' van 21 december 2009 of zoals die verordening sindsdien is gewijzigd;

  • g.

    'Uitvoeringsbesluit 2017': het 'Uitvoeringsbesluit 2017 bij de Afvalstoffenverordening 2009 van de gemeente Voorst' met bijlagen van 11 april 2017 of zoals dat besluit en bijlagen sindsdien zijn gewijzigd;

  • h.

    'PMD afvalzak': een van gemeentewege beschikbaar gesteld inzamelmiddel, zijnde een doorzichtige plastic zak bestemd voor de inzameling van plastic, metaal en drinkpakken als bedoeld in het 'Uitvoeringsbesluit 2017';

  • i.

    'Voorster afvalzak': een inzamelmiddel, zijnde een van gemeentewege ter beschikking gestelde afvalzak van 12,5 l, 25 l of 50 l bestemd voor de inzameling van huishoudelijk afvalstoffen als bedoeld in het 'Uitvoeringsbesluit 2017';

  • j.

    'Medische indicatie': een besluit van burgemeester en wethouder dat erop is gericht om huishoudens, die als gevolg van een chronische ziekte of handicap van één of meerdere bewoners, extra afval produceren tegemoet te komen in de kosten van de afvalstoffenheffing.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbare feiten

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De Afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt:

  • a.

    gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken door het door de in artikel 232, vierde lid onder a, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;

  • b.

    gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die het deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

  • c.

    het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    De belasting voor het op verzoek inzamelen van 'grove' huishoudelijke afvalstoffen, wordt geheven van degene ten behoeve van wie de afvalstoffen worden ingezameld.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstukken 1 en 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1.1 en/of 2.1.2 wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 3.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1.1 en/of 2.1.2, in combinatie met onderdeel 2.1.3, wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 4.

    Per belastbaar feit kan een afzonderlijke aanslag worden opgelegd of kennisgeving worden gedaan.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor de belasting bedoeld hoofdstuk 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.  

  • 3.

    Indien de belastingplicht voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige, die voor het desbetreffende belastingjaar al een aanslag afvalstoffenheffing heeft ontvangen, binnen de gemeente Voorst verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt en waarbij er geen sprake is van wijziging van de maatstaf van heffing.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50 maar minder dan € 10.000 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, dat de belasting bedoeld in artikel 7, tweede lid en derde lid, moet worden betaald:

  • a.

    ingeval van uitreiking van de kennisgeving of andere schriftuur, op het tijdstip van uitreiking;

  • b.

    ingeval van toezending van de kennisgeving of andere schriftuur, uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk III Reinigingsrechten

Artikel 10 Belastbare feiten

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente Voorst in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 11 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 13 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 14 Wijze van heffing

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht voor het rechten in hoofdstuk 3 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.  

  • 3.

    Indien de belastingplicht voor het rechten in hoofdstuk 3 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige, die voor het betreffende jaar al een aanslag reinigingsrecht heeft ontvangen, binnen de gemeente Voorst verhuist waarbij er ter zake van de maatstaf van heffing geen wijziging optreedt.

  • 5.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50 maar minder dan € 10.000 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen

Artikel 17 Kwijtschelding

  • 1.

    Bij de invordering van de belasting bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a. kan kwijtschelding worden verleend

  • 2.

    Bij de invordering van de belasting bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b. wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 18 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn:

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 19 Overgangsrecht

De Verordening reinigingsheffingen Voorst 2019 van 17 december 2018 wordt ingetrokken, met ingang van de in artikel 20, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 20 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening reinigingsheffingen Voorst 2020.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2019.

drs. B.J.M. Jansen, griffier

drs. J.T.H.M. Penninx, burgemeester

Ondertekening

Tarieventabel 2020 behorende bij de Verordening reinigingsheffingen Voorst 2020

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

Algemeen

  • 1.

    De belasting genoemd in hoofdstukken 1 en 2 zijn inclusief omzetbelasting, indien deze verschuldigd is.

  • 2.

    Per huishouden, per perceel wordt één basisset van inzamelmiddelen in bruikleen ter beschikking gesteld. Onder een basisset van inzamelmiddelen wordt verstaan:

  • één grijze container met een grijze deksel;

  • één grijze container met een groene deksel;

  • naar keuze één grijze container met een blauwe deksel;

  • naar keuze één grijze container met oranje deksel.

  • 3.

    Voor een huishouden, perceel, dat ingevolge de 'Afvalstoffenverordening 2009' en het 'Uitvoeringsbesluit 2017' of zoals de verordening of het uitvoeringsbesluit sedertdien is gewijzigd, het huishoudelijk afval in de 'Voorster afvalzak' moet aanbieden, wordt onder inzamelmiddel verstaan:

  • de 'Voorster afvalzak'.

  • 4.

    Een huishouden, perceel, dat ingevolge de 'Afvalstoffenverordening 2009' en het 'Uitvoeringsbesluit 2017' of zoals de verordening of het uitvoeringsbesluit sedertdien is gewijzigd, het huishoudelijk afval in de 'Voorster afvalzak' moet aanbieden, kan op verzoek een grijze container met een groene deksel en/of een grijze container met blauwe deksel en/of een grijze container met oranje deksel ter beschikking krijgen.

1.0

De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief (hoofdstuk 1. 'Vast deel'), verhoogd met één of meer variabele tarieven (hoofdstuk 1. 'Variabel deel' en hoofdstuk 2.)

Vast deel

Nieuw

Oud

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel, per belastingjaar, voor het periodiek verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen

€ 136,70

€ 109,20

1.1.2

De belasting als bedoeld in 1.1.1 wordt vermeerderd voor het beschikbaar stellen van een extra, boven de basisset, grijze container met grijze deksel, met per container

€ 36,40

€ 36,40

1.1.3

De belasting als bedoeld in 1.1.1 wordt vermeerderd voor het beschikbaar stellen van een extra, boven de basisset, grijze container met groene deksel, met per container

€ 36,40

€ 36,40

1.1.4

Voor een huishouden met een 'medische indicatie' geldt dat, indien het huishoudelijk afval wordt aangeboden met een grijze container met grijze deksel, wordt de belasting als bedoeld in 1.1.1 voor alleen de eerste container vermeerderd, met vier containerledigingen

€ 21,20

€ 21,20

1.1.5

Voor een huishouden met een 'medische indicatie' geldt dat, indien het huishoudelijk afval wordt aangeboden met een Voorster afvalzak, wordt de belasting als bedoeld in 1.1.1 vermeerderd, voor naar keuze de eerste: 58 afvalzakken van 12,5 liter, of 29 afvalzakken van 25 liter, of 15 afvalzakken van 50 liter, met

€ 21,20

€ 21,20

Variabel deel

Nieuw

Oud

Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 tot en met 1.1.3 bedraagt de belasting, per aanbieding ter lediging van een:

1.2.1

grijze container met grijze deksel

€ 5,30

€ 5,30

1.2.2

grijze container met groene deksel

€ 0,00

1.2.3

grijze container met blauwe deksel

€ 0,00

1.2.4

grijze container met oranje deksel

€ 0,00

Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 en 1.1.5 bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een 'Voorster afvalzak':

1.2.5

van 12,5 liter, per set van 25 stuks

€ 9,20

€ 9,20

1.2.6

van 25 liter, per set van 25 stuks

€ 18,40

€ 18,40

1.2.7

van 50 liter, per set van 25 stuks

€ 36,80

€ 36,80

1.2.8

van 12.5 liter, per set van 5 stuks

€ 1,85

€ 1,85

1.2.9

van 25 liter, per set van 5 stuks

€ 3,70

€ 3,70

1.2.10

van 50 liter, per set van 5 stuks

€ 7,35

€ 7,35

Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 tot en met 1.1.5 bedraagt de belasting voor het ter beschikking stellen van een 'PMD afvalzak':

1.2.11

per set van 12 stuks

€ 1,00

€ 1,00

Onverminderd het bepaalde in 1.1.1 tot en met 1.1.3 bedraagt de eenmalige belasting voor het op aanvraag beschikbaar stellen van:

1.2.12

een grijze container met blauwe deksel en/of een grijze container met oranje deksel

€ 53,00

€ 53,00

1.2.13

Indien meerdere containers tegelijkertijd worden aangevraagd en bezorgd, wordt de belasting als bedoeld in 1.2.12 vermeerderd met

€ 36,40

€ 36,40

Hoofdstuk 2. Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.0

Algemene bepalingen:

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1 zijn tevens de in dit hoofdstuk genoemde tarieven van toepassing.

De belasting bedraagt voor het op mondelinge, telefonische of digitale aanvraag, bij een perceel:

Nieuw

Oud

2.1.1

inzamelen van grof huishoudelijke rest afval, per m3

€ 15,00

€ 15,00

2.1.2

inzamelen van grof huishoudelijk tuinafval, per m3

€ 12,50

€ 12,50

Onverminderd het bepaalde in 2.1.1 en/of 2.1.2 bedraagt de belasting:

2.1.3

ingeval de kennisgeving of ander schriftuur voor de dienstverlening in dit hoofdstuk moet worden toegezonden

€ 15,35

€ 15,35

Hoofdstuk 3. Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

Algemeen

  • 1.

    De rechten genoemd in hoofdstuk 3 zijn inclusief omzetbelasting, indien deze verschuldigd is.

  • 2.

    Voor het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen wordt, voor aangewezen bedrijfspercelen, één basisset van 4 inzamelmiddelen in bruikleen beschikbaar gesteld. Onder een basisset van inzamelmiddelen wordt verstaan:

  • a.

    één grijze container met grijze deksel;

  • b.

    naar keuze één of meerdere grijze containers met groene deksel;

  • c.

    naar keuze één of meerdere grijze containers met blauwe deksel;

  • d.

    naar keuze één of meerdere grijze container met oranje deksel.

3.0

De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief (hoofdstuk 3 'Vast deel'), verhoogd met één of meer variabele tarieven (hoofdstuk 3 “Variabel deel')

Vast deel

Nieuw

Oud

3.1.1

Het recht bedraagt per bedrijfsperceel, per belastingjaar voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafvalstoffen van beperkte omvang en hoeveelheid, per basisset inzamelmiddelen

(waarvan BTW €  2 8,70 )

€ 165,40

€ 132,10

3.1.2

Het recht als bedoeld in 3.1.1 wordt vermeerderd voor het beschikbaar stellen van een extra, boven de basisset, grijze container met grijze deksel, met per container

(waarvan BTW € 7,6 4 )

€ 44,00

€ 44,00

3.1.3

Het recht als bedoeld in 3.1.1 wordt vermeerderd voor het beschikbaar stellen van een extra, boven de basisset, grijze container met groene deksel, met per container

(waarvan BTW € 7,6 4 )

€ 44,00

€ 44,00

Variabel deel

Nieuw

Oud

Onverminderd het bepaalde in 3.1.1 tot en met 3.1.3 bedraagt de belasting, per aanbieding ter lediging van een:

3.2.1

grijze container met grijze deksel

(waarvan BTW € 1,11)

€ 6,40

€ 6,40

3.2.2

grijze container met groene deksel

€ 0,00

3.2.3

grijze container met blauwe deksel

€ 0,00

3.2.4

grijze container met oranje deksel

€ 0,00

Onverminderd het bepaalde in 3.1.1 tot en met 3.1.3 bedraagt het eenmalige recht voor het op aanvraag beschikbaar stellen van:

3.2.5

een grijze container met blauwe deksel en/of een grijze container met oranje deksel

(waarvan BTW € 11,13)

€ 64,10

€ 64,10

3.2.6

Indien meerdere containers tegelijkertijd worden aangevraagd en bezorgd, wordt de belasting als bedoeld in 3.2.5 vermeerderd met

(waarvan BTW € 7,64 )

€ 44,00

€ 44,00

Hoort bij raadsbesluit van 16 december 2019.

drs. B.J.M. Jansen, griffier