Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats voor de gemeente Vught 2009

Geldend van 29-08-2013 t/m heden

Intitulé

Beheersverordening algemene begraafplaats

De raad van de gemeente Vught

Gelezen het voorstel van het college van 3 november 2009;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het advies van commissie Ruimte,

B e s l u i t

vast te stellen de volgende:

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats voor de gemeente Vught 2009

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:

    de algemene begraafplaats aan de St. Elisabethstraat te Vught.

  • b.

    particulier graf:

    een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of erin doen verstrooien van as.

  • c.

    particulier kindergraf:

    een graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin doen verstrooien van as van levenloos geboren kinderen, alsmede van kinderen tot 12 jaar;

  • d.

    particulier urnengraf:

    een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn of het erin verstrooien van as;

  • e.

    particuliere urnennis:

    een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

  • f.

    gedenkplaats:

    een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • g.

    particuliere gedenkplaats:

    een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om een overledene te gedenken;

  • h.

    algemeen graf:

    een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i.

    asbus:

    een bus ter berging van de as van een overledene;

  • j.

    urn:

    een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen;

  • k.

    verstrooiingsveld:

    een permanent daartoe bestemde plaats op de begraafplaats waarop as wordt verstrooid;

  • l.

    particuliere verstrooiingsplaats:

    een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen verstrooien van as van overledenen;

  • m.

    grafbedekking:

    gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

  • n.

    gedenkteken:

    duurzaam verbonden voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

  • o.

    grafbeplanting:

    alle beplanting die door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht en die door zijn aard en omvang geschikt is om op een graf te worden aangebracht;

  • p.

    los voorwerp:

    een niet nagelvast aan het grafoppervlak verbonden voorwerp ter decoratie van het graf en/of ter nagedachtenis aan de overledene;

  • q.

    duurzame materialen:

    vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en die bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen en dergelijke gewaarborgd is;

  • r.

    beheerder:

    de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • s.

    college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;

  • t.

    rechthebbende:

    de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven of het doen bijzetten in een particulier graf of het doen verstrooien van as in een particulier graf;

  • u.

    de gebruiker:

    de natuurlijke persoon of een rechtspersoon aan wie het gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • v.

    grafakte:

    het document waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

  • w.

    grafrecht:

    het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of particulier kindergraf dan wel het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis dan wel het recht om as te verstrooien in een particulier graf;

  • x.

    gebruik:

    het gebruik van een algemeen graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnennis, particuliere gedenkplaats en particuliere verstrooiingsplaats.

Beheer, bestemming en registratie

Artikel 3 Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het doen delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 4 Bestemming

  • 1. De begraafplaats is bestemd voor:

    • a.

      het begraven en begraven houden van lijken;

    • b.

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • c.

      het verstrooien van as van personen.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen.

Artikel 5 Register en plaatsregistratie

  • 1.

    De administratie bevat een register van alle de rechthebbenden en de gebruikers van de graven. In dit register worden tenminste de geslachtsnaam, voorletters, voornamen, achternaam, geboortedatum, alsmede de adresgegevens bijgehouden. Tevens worden in de administratie aantekeningen gehouden omtrent het ontstaan en de duur van het uitsluitend recht of het gebruik gekoppeld aan een grafnummer.

  • 2.

    Binnen de administratie wordt een registratie bijgehouden van de personen wier lijken zijn begraven of bijgezet, waarin kunnen worden opgenomen de geslachtsnaam, voornamen, naam van de partner alsmede geboorte-, overlijdens- en begraafdatum alsmede vermelding van het grafnummer.

  • 3.

    Per grafruimte worden aantekeningen gehouden van vergunningen verleend voor het plaatsen van gedenktekens alsmede welke soort gedenkteken.

  • 4.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht de wijziging van hun adres aan het college door te geven.

  • 5.

    Het college draagt er zorg voor dat er van elke begraafplaats een plattegrondtekening wordt aangehouden waarop de indeling en de grafnummering van de begraafplaats is aangegeven.

Openstelling van de begraafplaats

Artikel 6 Openstelling

  • 1.

    De begraafplaats is voor eenieder toegankelijk op de door het college nader te bepalen tijden.

  • 2.

    Het college kan de toegangen en/of (delen van) de begraafplaats tijdelijk sluiten.

Artikel 7 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt door het college nader bepaald.

  • 2.

    Op zondagen en algemeen erkende feest- en gedenkdagen vinden geen begravingen, bijzettingen of bezorgingen van as plaats.

  • 3.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

Ordemaatregelen

Artikel 8 Verboden

  • 1. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden, behoudens door het college te verlenen ontheffing.

  • 2. De begraafplaats is verboden voor honden.

  • 3. Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      rijwielen, bromfietsen, rij- of voertuigen, met uitzondering van gehandicaptenwagens, mee te nemen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaats te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 4. Het college kan ontheffing verlenen van de verboden, zoals genoemd in lid 3 onder punt a.

Artikel 9 Ordehandhaving

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Degenen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

  • 3.

    Het is steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van of namens het college, werkzaamheden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 4.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats en ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaats of een deel van de begraafplaats worden ontzegd door de beheerder.

Artikel 10 Plechtigheden

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Indeling begraafplaats en onderscheid graven

Artikel 11 Uitgifte en indeling graven

  • 1.

    Graven worden in volgorde van ligging voor directe begraving uitgegeven en aansluitend op de reeds uitgegeven graven.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen voor de uitgifte, indeling en inrichting van de graven, het onderscheid in graven inclusief het in één of twee lagen begraven.

Artikel 12 Soorten graven

  • 1.

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere graven;

    • b.

      particuliere kindergraven;

    • c.

      particuliere urnengraven;

    • d.

      particuliere urnennissen;

    • e.

      particuliere verstrooiingplaatsen;

    • f.

      particuliere gedenkplaatsen.

  • 2.

    Op de begraafplaats kan het gebruik worden verleend voor algemene graven.

Artikel 13 Termijn particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    • a.

      Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met steeds 10 jaar.

    • b.

      De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 26, lid 1 (Overschrijven), bedoelde personen.

  • 4.

    Het grafrecht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regels.

  • 5.

    Een uitsluitend recht als bedoeld in lid 1 kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf.

  • 6.

    Het in lid 1 bedoelde grafrecht wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte.

Artikel 14 Termijn algemene graven

  • 1.

    De gemeente verleent het gebruik van een algemeen graf voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de minimale grafrusttermijn van alle begraaflagen, op schriftelijk verzoek en op kosten van de gebruiker, in een nieuw particulier graf volgens de bepalingen van de dan vigerende beheersverordening voor de begraafplaats worden herbegraven (zie ook artikel 30).

  • 2.

    Het gebruik van een algemeen graf wordt per begraaflaag aan verschillende gebruikers verleend.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd door middel van een kennisgeving.

Vereisten voor begraving of bijzetting

Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker die wil doen begraven, een asbus wil doen bijzetten of as wil verstrooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, vóór 12.00 uur schriftelijk of telefonisch kennis aan de beheerder. Zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden niet als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Bij de in het eerste en tweede lid bedoelde kennisgeving dient het

    verlof tot begraving of de bezorging van as dan wel een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden afgegeven.

Artikel 16 Delven en sluiten van het graf

  • 1.

    Het delven van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door of in opdracht van het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

  • 2.

    De nabestaanden kunnen werkzaamheden zoals het laten zakken van de kist of het bijzetten van de urn in het graf of de nis op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

Artikel 17 Te overleggen documenten

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is afgegeven aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te wordenafgegeven. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

Artikel 18 Begraving

  • 1. De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 (Uitgifte en indeling graven) door de beheerder.

  • 2. Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 15 (Kennisgeving begraven en asbezorgen), 16 (Delven en sluiten van het graf) en 17 (Te overleggen documenten) opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht heeft verleend aan het personeel van de begraafplaats;

    • b.

      het personeel van de begraafplaats bij begraving van een stoffelijk overschot de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document. Dit document bevat tevens de namen, de overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene.

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in het Lijkomhulselbesluit 1998 gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid.

  • 2. Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3. Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

Voorzieningen

Artikel 20 Het luiden van klokken

Op verzoek en voor rekening van de rechthebbende wordt de klok bij begravingen en bijzettingen geluid van gemeentewege.

Grafbedekkingen

Artikel 21 Vereisten gedenktekens

  • 1.

    Het is verboden om zonder toestemming van het college gedenktekens of andere duurzaam verbonden voorwerpen op graven of een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen of te verwijderen.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvraag van toestemming, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van beplantingen stelt het college nadere regels vast.

  • 3.

    Het college kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 4.

    Het (doen) plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten,grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van beplantingen op particuliere graven geschiedt door of namens de rechthebbende en komen voor rekening van de rechthebbende.

  • 5.

    Het aanbrengen van een grafkelder is niet toegestaan.

  • 6.

    Op algemene graven mogen, behalve van gemeentewege, geen grafbedekkingen of gedenktekens worden aangebracht.

Artikel 22 Onderhoud gemeente

Het college voorziet uitsluitend in het algemeen onderhoud van de begraafplaats alsmede de oppervlakken van de algemene graven. Het college voorziet in het onderhoud van de paden, de algemene perken en de met gras ingezaaide oppervlakken en in het onderhoud van de omheining van de begraafplaats inclusief de zich daarin bevindende doorgangen.

Artikel 23 Onderhoud rechthebbende

  • 1.

    Dit artikel is van toepassing voor zover dit onderhoud niet bij de houder van de begraafplaats berust.

  • 2.

    De rechthebbende is verplicht het eigen grafoppervlak en de grafbedekking op het particuliere graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt verstaan: Het uitvoeren van herstellingen van de gedenktekens en losse voorwerpen, het indien nodig opnieuw stellen van het gedenkteken, het verven of vergulden van de opschriften en andere figuren op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en vernieuwen van de beplanting, potplanten en één- of meerjarige gewassen en het verwijderen van dode planten.

  • 3.

    Het afval dat vrij komt bij het onderhoud dient door de rechthebbende in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

  • 4.

    Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

  • 5.

    De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in dit artikel, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en / of de grafbeplanting.

  • 6.

    De potten, linten, siervazen en overige voorwerpen worden na verwijdering twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende om daarna definitief verwijderd te worden zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Artikel 24 Aansprakelijkheid

  • 1.

    De in artikel 21 (Vereisten gedenktekens) bedoelde gedenktekens en/of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende te zijn aangebracht.

  • 2.

    De gemeente is niet aansprakelijk voor vermissing van de op of bij een graf geplaatste grafbedekking en voorwerpen of voor schade daaraan als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken. De gemeente is tevens niet aansprakelijk voor schade ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving. Eventuele gevolgschade voor derden is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 3.

    De rechthebbende is verplicht de, door welke omstandigheden ook, daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 4.

    Indien binnen drie maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan.

  • 5.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan de beheerder direct maatregelen treffen die het gevaar wegnemen.

  • 6.

    In de gevallen als bedoeld in de leden 4 en 5 is de gemeente niet gehouden tot enige schadevergoeding.

Artikel 25 Tijdelijke verwijdering

  • 1.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een particulier graf geschiedt namens de rechthebbende en is voor rekening en risico van de rechthebbende.

  • 2.

    Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 3.

    Een rechthebbende is verplicht te gedogen dat bij het delven van een nabijgelegen graf tijdelijk grond op of bij zijn graf wordt neergelegd.

Grafrechten

Artikel 26 Overschrijven

  • 1. Een grafrecht van een particulier graf kan worden overgeschreven door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend verzoek. Ook na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een graf worden overgeschreven op naam van een rechtsopvolger. Deze rechtsopvolger is de echtgenoot of geregistreerde partner of andere levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de tweede graad. De aanvraag moet hiertoe worden gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende.

    Overschrijving ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het eerste lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 3. Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 27 Afstand doen van graf

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen van het grafrecht op het particuliere graf ten behoeve van de gemeente. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 28 Vervallen grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de grafrechten ten behoeve van de

      vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende of de gebruiker -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 26, lid 1, (Overschrijven) gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (van een deel van) de betaalde rechten.

Artikel 29 Verwijderen grafbedekking

Het eventueel op het graf aanwezige gedenkteken en/of beplanting en/of op het graf geplaatste losse voorwerpen kunnen gedurende een periode van twaalf weken na het vervallen van het grafrecht door de rechthebbende van het graf worden verwijderd. Na afloop van deze periode kan men geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden. Het op het graf aanwezige gedenkteken, de beplanting en de losse voorwerpen zullen na de voorgaand genoemde periode door of namens het college worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gedaan op enige (schade)vergoeding.

Ruimen van graven

Artikel 30 Ruiming graf

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf zal worden geruimd schriftelijk aan de belanghebbende bekend gemaakt.

  • 2.

    De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken en/of asbussen, worden respectievelijk begraven en verstrooid op een door het college aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    De rechthebbende op een particulier graf of particulier kindergraf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen en eventuele aanwezige asbussen te verzamelen voor herbegraving in hetzelfde of een ander graf.

  • 4.

    De rechthebbende op een particulier urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 5.

    De gebruiker van een algemeen graf kan gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn, bij de beheerder een aanvraag indienen om bij de ruiming de overblijfselen te verzamelen voor herbegraving in een particulier graf.

  • 6.

    Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 3, 4 en 5 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 7.

    De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 3, 4 en 5 komen voor rekening van de rechthebbende of gebruiker van het betreffende graf.

Artikel 31 Bevoegdheden

  • 1.

    Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2.

    Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 32 Historische graven

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan, onderzoekt het college of er graven zijn, die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Overige bepalingen

Artikel 33 Strafbepalingen

Hij die handelt in strijd met de verboden genoemd in deze verordening, kan worden bestraft met een geldboete van de tweede categorie en kan worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 34 Beslissingsbevoegdheid

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 35 Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de algemene begraafplaats met dien verstande dat alle voorgaande beheersverordeningen van kracht blijven op de grafrechten die daaraan onderhevig waren.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Beheersverordening algemene begraafplaats’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Vught in de vergadering van 17 december 2009

de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
R.J. van de Mortel

Bijlage Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting beheersverordening

Inhoudsopgave

Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier graf

Beheer, bestemming en registratie

Artikel 3 Beheer

Artikel 4 Bestemming

Artikel 5 Register en plaatsregistratie

Openstelling van de begraafplaats

Artikel 6 Openstelling

Artikel 7 Tijden van begraven en asbezorging

Ordemaatregelen

Artikel 8 Verboden

Artikel 9 Ordehandhaving

Artikel 10 Plechtigheden

Indeling begraafplaats en onderscheid graven

Artikel 11 Uitgifte en indeling graven

Artikel 12 Soorten graven

Artikel 13 Termijn particuliere graven

Artikel 14 Termijn algemene graven

Vereisten voor begraving of bijzetting

Artikel 15 Kennisgeving begraven en asbezorging

Artikel 16 Delven en sluiten van het graf

Artikel 17 Te overleggen documenten

Artikel 18 Begraving

Artikel 19 Lijkomhulsel en grafgiften

Voorzieningen

Artikel 20 Het luiden van klokken

Grafbedekkingen

Artikel 21 Vereisten gedenktekens

Artikel 22 Onderhoud gemeente

Artikel 23 Onderhoud rechthebbende

Artikel 24 Aansprakelijkheid

Artikel 25 Tijdelijke verwijdering

Grafrechten

Artikel 26 Overschrijven

Artikel 27 Afstand doen van graf

Artikel 28 Vervallen grafrechten

Artikel 29 Verwijderen grafbedekking

Ruimen van graven

Artikel 30 Ruiming graf

Artikel 31 Bevoegdheden

Historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 32 Historische graven

Overige bepalingen

Artikel 33 Strafbepalingen

Artikel 34 Beslissingsbevoegdheid

Artikel 35 Citeertitel