Regeling vervallen per 01-01-2017

Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2014 t/m 2017

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2016

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2014 t/m 2017

De Raad van de gemeente Waalre

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 juli 2013 nr. 3;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

1.  In te trekken de “Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2010 t/m 2013”, vastgesteld bij

     besluit van 14-11-2006;

2.  Vast te stellen de “Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2014 t/m 2017”, luidende

     als volgt:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. aanvraag: verzoek tot subsidieverlening of verzoek tot subsidievaststelling;

    b. aanvrager: een rechtspersoon aan wie een subsidie wordt toegekend;

    c. raad: de raad van de gemeente Waalre;

    d. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalre;

    e. activiteitensubsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele activiteiten of evenementen die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van te voren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken;

    f.  raad: raad van de gemeente Waalre;

    g. prestatiesubsidie: een subsidie die is gebaseerd op een uitvoeringsovereenkomst met een rechtspersoon;

    h. ondersteuningssubsidie: subsidie ten behoeve van de subsidieontvanger naar financiële zelfstandigheid;

    i. boekjaar: een kalenderjaar;

    j. rechtspersoon: de besloten vennootschap, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, de stichting, de coöperatie en de onderlinge    waarborgmaatschappij. Onder rechtspersoon wordt in deze verordening tevens verstaan de maatschap en de vennootschap onder firma. De subsidie ten behoeve van een maatschap, vennootschap onder firma of besloten vennootschap kan alleen door alle vennoten gezamenlijk ten behoeve van de desbetreffende maatschap of vennootschap worden aangevraagd.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1 1. De Raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:

    a. Wmo;

    b. AWBZ;

    c. Jeugdzorg;

    d. Sport;

    e. Cultuur;

    f. Onderwijs;

    g. Cultuur en recreatie.

    h. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;

    i. volksgezondheid en milieu;

    2. Activiteiten die enkel zijn gericht op religieuze, levensbeschouwelijke, politieke of commerciële doeleinden worden niet gesubsidieerd.

    3. activiteiten die door het college langs een andere weg worden bekostigd komen niet in aanmerking voor een subsidie in het kader van deze verordening.

    4. Subsidie wordt alleen verstrekt als de aanvrager de kosten van activiteiten niet uit eigen middelen of middelen van derden kan betalen.

    5. Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie worden omschreven.

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

    2. Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden.

Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1 1. De raad kan voor de terreinen waarop deze verordening van toepassing is kaders vaststellen waaruit het college voorwaarden kan afleiden voor de subsidieverlening.

    2. De raad stelt jaarlijks bij het vaststellen van de begroting de subsidieplafonds vast.

    3. Het college is door de raad belast met het uitvoeren van deze verordening.

    4. Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.

     

Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie

Artikel 5 Aanvraag van de subsidie

  • 1 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

    2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    a. een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd;

    b. de doelstelling en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetene en op de door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen;

    c. een begroting en dekkingsplan van de activiteiten, waar subsidie voor wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen te behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    d. indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

    3. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1 1. Een aanvraag voor een activiteitensubsidie wordt gedaan uiterlijk 4 weken voorafgaand van de start van de activiteit.

    2. Een aanvraag voor een prestatiesubsidie wordt voor 1 april voorafgaand aan het eerste kalenderjaar van het tijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft, schriftelijk ingediend bij het college met gebruikmaking van het daartoe door het college vastgestelde formulier.

    3. een aanvraag voor een ondersteuningssubsidie wordt gedaan uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

    4. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1 1. Het college beslist op een aanvraag voor een subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel, indien het college hiertoe regels heeft opgesteld, 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie.

    2. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend.

Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie

Artikel 8 weigeringgronden

  • 1 Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente, haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.

Artikel 9 Wet BIBOB

  • 1 Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordeling door het openbaar bestuur.

Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie

Artikel 10 Verlening subsidie

  • 1 1. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt.

    2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en het gebruik van de subsidie.

Artikel 11 Betaling en bevoorschotting

  • 1 1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.

    2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.

    3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.

Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 12 Tussentijdse rapportage

  • 1 Bij subsidies, hoger dan 50.000 euro, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.

Artikel 13 Meldingsplicht

  • 1 De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend.

    2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:

    a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;

    b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen;

    d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.

    3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.

     

Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Artikel 15 Verantwoording subsidies tot 5.000 euro

  • 1 1. Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:

    a. direct vastgesteld of;

    b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

    2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro

  • 1 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

    2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

    3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro

  • 1 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:

    a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;

    b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.

    2. De aanvraag tot vaststelling bevat:

    a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

    b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

    d. een accountantsverklaring.

    3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

Artikel 18 Vaststelling subsidie

  • 1 1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.

    2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.

    3. Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

    4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling.

Hoofdstuk 8 Overige bepalingen

Artikel 19 Standaardberekeningswijzen van uurtarieven en uniforme kostenbegrippen

  • 1 1. Indien bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, dienen deze tarieven door de subsidieaanvrager te worden berekend met gebruikmaking van een door het college voor te schrijven standaardberekeningswijze.

    2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van door het college bepaalde definities.

Artikel 20 Hardheidsclausule

  • 1 Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 21 Intrekking

  • 1 De Algemene subsidieverordening gemeente Waalre 2010 t/m 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 25 Citeertitel

  • 1 Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening Gemeente Waalre 2014 t/m 2017.