Regeling vervallen per 05-12-2017

Verordening Cliëntenparticipatie werk en bijstand

Geldend van 01-10-2009 t/m 04-12-2017

Intitulé

Verordening Cliëntenparticipatie werk en bijstand

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      aanverwante regelingen: de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz);

    • c.

      cliënt: de persoon, die een uitkering ontvangt op grond van de de wet of een aanverwante regeling (als onder b), alsmede de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid onder a van de wet, alsmede de persoon die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 2 Wet investeren in jongeren;

    • d.

      belangenorganisatie: een organisatie te Wageningen, die mede de belangen van cliënten (als onder c) behartigt, waaronder begrepen werknemersorganisaties;

    • e.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen;

    • f.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Wageningen.

  • 3. In deze verordening wordt onder de wet mede verstaan de Wet investeren in jongeren.

Hoofdstuk 2 – Cliëntenraad

Artikel 2 – Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van werk en bijstand. Ten behoeve van dit doel wordt een cliëntenraad opgericht.

Artikel 3 – Taak

  • 1. De taak van de cliëntenraad bestaat uit:

    • a.

      het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het college over beleid inzake en uitvoering van de wet en aanverwante regelingen; en:

    • b.

      het gevraagd en ongevraagd adviseren aan de raad over beleid inzake de wet en aanverwante regelingen.

  • 2. Tot de onder het eerste lid genoemde onderwerpen behoren geen klachten, bezwaarschriften of andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, maar wel de hiervoor gehanteerde beleidsrichtlijnen en de wijze waarop deze worden uitgevoerd.

  • 3. De cliëntenraad adviseert niet inzake het personeels- en organisatiebeleid van de afdeling Sociale Zaken.

Artikel 4 – Samenstelling

  • 1. De clientenraad bestaat uit cliënten van de afdeling Sociale Zaken en vertegenwoordigers van belangenorganisaties in een verhouding 40%-60%.

  • 2. De cliëntenraad bestaat uit maximaal elf leden.

  • 3. De vergaderingen van de cliëntenraad worden voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter, die geen lid is van de cliëntenraad. De voorzitter is niet stemgerechtigd. Onverminderd het vijfde lid is de voorzitter geen cliënt van de afdeling Sociale Zaken, geen vertegenwoordiger van een belangenorganisatie en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de gemeente Wageningen.

  • 4. De cliëntenraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 5. Het lidmaatschap en het voorzitterschap van de cliëntenraad zijn niet verenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de raad;

    • b.

      het lidmaatschap van het college;

    • c.

      het lidmaatschap van een door de raad, het college of de burgemeester op basis van de Gemeentewet ingestelde commissie;

    • d.

      het werknemer zijn van de gemeente Wageningen.

Artikel 5 – Ambtelijke ondersteuning

Vervallen.

Artikel 6 – Benoeming en zittingsduur

  • 1. Het college benoemt en ontslaat de leden van de cliëntenraad. De benoeming geschiedt voor een periode van vier jaar.

  • 2. Benoeming van nieuwe leden van de cliëntenraad vindt plaats op voordracht van de cliëntenraad. Het college is niet gebonden aan de voordracht.

  • 3. De voorzitter van de cliëntenraad wordt voor een termijn van twee jaar op persoonlijke titel benoemd door het college, op voordracht van het hoofd van de afdeling Sociale Zaken.

  • 4. Het college ontslaat de voorzitter of een lid van de cliëntenraad wanneer:

    • a.

      de voorzitter of het lid daarom verzoekt;

    • b.

      de hoedanigheid waaraan het lid zijn benoeming ontleent, eindigt;

    • c.

      de voorzitter of het lid ophoudt te voldoen aan de eisen voor het lidmaatschap van de cliëntenraad of het voorzitterschap zoals in deze verordening gesteld.

  • 5. Het college kan de voorzitter of een lid van de cliëntenraad ontslaan:

    • a.

      wanneer hij of zij de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 86 Gemeentewet schendt;

    • b.

      op voorstel van de cliëntenraad wegens disfunctioneren van het lid, indien dit voorstel bij meerderheidsbesluit en met redenen omkleed wordt gedaan.

  • 6. De aftredende voorzitter of leden van de cliëntenraad blijven, zo mogelijk, hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien. Dit geldt niet in geval van ontslag op grond van het vijfde lid.

Artikel 7 – Taken voorzitter

  • 1. Tot de taak van de voorzitter behoort:

    • a.

      het vaststellen van de agenda;

    • b.

      het bepalen van dag en uur van de vergadering;

    • c.

      het leiden van de vergadering;

    • d.

      het handhaven van de orde;

    • e.

      het schorsen van de vergadering;

    • f.

      het peilen van meningen en het mededelen van de uitslagen van stemmingen;

    • g.

      het bewaken van de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen;

    • h.

      het bewaken van het beschikbaar gestelde budget;

    • i.

      het vertegenwoordigen van de cliëntenraad naar buiten.

  • 2. De voorzitter zoekt actief afstemming met de voorzitters van andere adviesraden van de gemeente, met name daar waar een integraal advies nodig is.

Artikel 8 – Vergaderingen

  • 1. De cliëntenraad vergadert minimaal vier keer per jaar en maximaal twaalf keer per jaar.

  • 2. Onverminderd artikel 86 Gemeentewet zijn de vergaderingen van de cliëntenraad als regel openbaar.

  • 3. Toehoorders bij een vergadering van de cliëntenraad kunnen de voorzitter bij aanvang van de vergadering om spreektijd verzoeken. De voorzitter bepaalt of aan dit verzoek gehoor wordt gegeven.

  • 4. De agenda wordt zo mogelijk twee weken voor de vergadering aan de leden van de cliëntenraad en aan de voorzitter toegezonden.

  • 5. Ieder lid van de cliëntenraad heeft het recht om schriftelijke voorstellen aan de cliëntenraad te doen. Deze voorstellen dienen bij de secretaris te worden ingediend.

  • 6. Ieder lid van de cliëntenraad heeft het recht om agendapunten in te leveren bij de secretaris.

  • 7. Ieder lid van de cliëntenraad heeft het recht om een voorstel betreffende de orde van de vergadering te doen.

  • 8. De cliëntenraad mag niet beraadslagen noch besluiten als niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 9. Besluiten van de cliëntenraad worden genomen bij meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.

  • 10. Het verslag van de vergadering en de besluitenlijst worden ter vaststelling aan de cliëntenraad aangeboden in de eerstvolgende vergadering.

Artikel 9 – Informatieoverdracht

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat aan de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad.

  • 2. Indien het college de cliëntenraad om advies vraagt ten behoeve van een collegebesluit, gebeurt dit op een zodanig tijdstip, dat het uitgebrachte advies in de voorbereiding van het besluit kan worden betrokken.

  • 3. Minimaal vier keer per jaar vindt overleg plaats tussen de cliëntenraad en het hoofd van de afdeling Sociale Zaken.

  • 4. Het college draagt er zorg voor dat stukken ter bespreking door de cliëntenraad uiterlijk 14 dagen vóór de vergadering van de cliëntenraad aan de cliëntenraad worden verstrekt.

Artikel 10 – Vergaderfaciliteiten

Onverminderd artikel 8 eerste lid van deze verordening stelt de gemeente voor de reguliere vergaderingen van de cliëntenraad vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar.

Artikel 11 – Financiële voorzieningen

  • 1. De voorzitter en de leden van de cliëntenraad ontvangen een vergoeding overeenkomstig de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden.

  • 2. De kosten van deze vergoedingen, alsmede van materiële voorzieningen zoals vergaderruimte, deskundigheidsbevordering en organisatiekosten worden jaarlijks, mits goedgekeurd door het college, door de gemeenteraad vastgesteld door opname in de gemeentebegroting. Deze kosten worden opgenomen in de begroting van de cliëntenraad.

Hoofdstuk 3 – Slotbepalingen

Artikel 12 – Uitvoering

  • 1. Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening, op voorstel van de cliëntenraad, nadere regels stellen.

  • 2. In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 13 – Wijziging of intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats dan nadat de cliëntenraad hierover is gehoord.

Artikel 14 – Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie werk en bijstand.

Artikel 15 – Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. De laatste wijziging treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Vastgesteld in de raadsvergadering van 28 juni 2004, nummer 04.0022651-4, afdeling Szbel en laatstelijk gewijzigd in de raadsvergadering van 28 september 2009.

Toelichting op de Verordening cliëntenparticipatie werk en bijstand

Artikel 47 Wet werk en bijstand (WWB) schrijft voor dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt voor de wijze waarop cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de WWB. Met ingang van 1 oktober 2009 is de Wet investering in jongeren (WIJ) ingevoerd. Ook deze wet schrijft in artikel 12 voor, dat de gemeente in een verordening de cliëntenparticipatie regelt.

Van de zijde van de regering is ten aanzien van de cliëntenparticipatie WIJ opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie WWB. In de verordening worden cliënten mede verstaan de jongeren zoals bedoeld in de WIJ.

Gelet hierop wordt er een vertegenwoordiger van de jongeren gevraagd zitting te nemen in de Cliëntenraad werk en bijstand.

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van werk en bijstand. Het betreft het beleid ter uitvoering van de WWB, de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) en de WIJ. Om dit doel te bereiken wordt door de gemeente Wageningen een cliëntenraad in het leven geroepen.

Op grond van het eerste lid van artikel 4 van de verordening zal de cliëntenraad bestaan uit enerzijds cliënten van de afdeling Sociale Zaken en anderzijds uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Op basis van interne en externe ervaringsgegevens is het maximum aantal leden gesteld op twaalf en de verhouding cliënten-vertegenwoordigers gesteld op 40%-60%. Waar gesproken wordt over cliënten wordt daaronder mede begrepen de jongeren. De jongeren worden in de cliëntenraad door 1 lid vertegenwoordigd. Indien zich minder leden aanmelden dat het maximum aantal, wordt gestreefd naar een oneven aantal leden in de cliëntenraad, om de mogelijkheid van stakende stemmen te voorkomen.

Artikel 47 WWB en artikel 12 WIJ bepalen dat in de verordening in ieder geval opgenomen moet worden de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met cliënten (zijnde de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid WWB en jongeren zoals bedoeld in de WIJ) of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    cliënten of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    cliënten of hun vertegenwoordigers worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

In artikel 8, vijfde en zesde lid is geregeld dat leden van de cliëntenraad voorstellen of agendapunten in kunnen leveren bij de secretaris van de cliëntenraad. De wijze waarop overleg wordt gevoerd is geregeld in het vierde lid van artikel 9 van de verordening, waarin wordt gesteld dat minimaal vier keer per jaar overleg plaatsvindt tussen de cliëntenraad en het hoofd van de afdeling Sociale Zaken. In het eerste lid van artikel 9 wordt geregeld dat de leden van de cliëntenraad worden voorzien van benodigde informatie.