Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR389022
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR389022/1
Regeling vervallen per 01-01-2017
Verordening precariobelasting 2016
Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016
Intitulé
Verordening precariobelasting 2016De raad van de gemeente Weesp;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016.
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, een belasting geheven overeenkomstig de in deze verordening opgenomen bepalingen en in de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 2 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen worden aangetroffen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Artikel 3 Heffingsgrondslag en tarief
-
1 De belasting wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de tabel gegeven aanwijzingen.
-
2 De belasting wordt niet geheven voor zover deze niet meer bedraagt dan € 25,00, met dien verstande dat de belastingplicht daarvan geldt voor een periode niet langer dan 14 dagen.
Artikel 4 Begripsomschrijvingen
-
1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- -
jaar:
een kalenderjaar;
- -
maand:
een tijdvak van 30 achtereenvolgende dagen;
- -
week:
een tijdvak van 7 achtereenvolgende dagen;
- -
dag:
een tijdvak van 24 uur, aanvangende te 00.00 uur.
- -
-
2 De in deze verordening en bijbehorende tarieventabel genoemde gedeelten van tijdseenheden en andere eenheden worden voor een geheel gerekend.
-
3 Indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het belastbaar feit aanvangt in de loop van het heffingstijdvak, wordt de belasting geheven over zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag, als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het heffingstijdvak resteren.
-
4. Een gedeelte van een week, een maand of een jaar wordt aangemerkt als een gehele week, respectievelijk een gehele maand of een geheel jaar, indien zulks leidt tot een voor belastingplichtige voordeliger tarief.
-
5 Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toegepast zou kunnen worden, vindt uitsluitend toepassing van het hoogste tarief plaats.
Artikel 5 Heffingstijdvak
-
1 Het heffingstijdvak is de in een kalenderjaar gelegen periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet of zal voordoen.
-
2 Indien het belastbaar feit betrekking heeft op meer dan een afzonderlijke periode in een kalenderjaar, kan de heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk plaatsvinden.
Artikel 6 Wijze van heffing en tijdstip verschuldigdheid
-
1 De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
-
2 De belasting is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak of zo dit later is, op het tijdstip waarop het belastbaar feit een aanvang neemt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 8 Vrijstelling
De belasting wordt niet geheven ter zake van:
- a
het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de ANWB of andere soortgelijke instellingen;
- b
het hebben van voorwerpen, welke noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de publiekrechtelijke taak door het rijk, de provincie, het waterschap of de gemeente;
- c
het hebben van halteborden, abri's en dergelijke ten dienste van het openbaar vervoer per bus;
- d
het hebben van buizen, pijpen, leidingen en dergelijke - waaronder afvoerbuizen van hemelwater - die zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering;
- e
het hebben van pilasters, plinten, kozijndorpels, gevelversieringen, goten, puilijsten, goot- en kroonlijsten, spionnen, naamplaatjes, vlaggenstokhouders en dergelijke;
- f
het hebben van fietsenrekken, fietsklemmen, fietstegels en dergelijke, alsmede aan de gevel bevestigde stangen of buizen, bestemd om rijwielen tegen te plaatsen, voor zover deze voorwerpen niet zijn voorzien van reclame-uitingen;
- g
het hebben van rolluiken, voor zover kan worden aangetoond dat dit vanwege inbraakpreventie door een verzekeringsmaatschappij verplicht wordt gesteld;
- h
het hebben van zonneschermen door particulieren, niet zijnde zonneschermen bij inrichtingen voor commerciële doeleinden, zoals winkels, kantoren en bedrijven;
- i
het hebben van voorwerpen door instellingen die geen commerciële activiteiten nastreven, zoals instellingen met een politiek, godsdienstig, geestelijk wereldbeschouwelijk, sociaal, weldadig of algemeen nut beogend doel;
- j
het ten behoeve van evenementen hebben van voorwerpen op evenementenlocaties (zoals wegen, pleinen en dergelijke), die in eigendom en beheer zijn van de gemeente, tenzij het evenement langer duurt dan drie dagen.
Artikel 9 Ontheffing
Indien het heffingstijdvak gelijk is aan het kalenderjaar kan op verzoek van de belastingschuldige ontheffing worden verleend indien blijkt dat de belastingplicht in de loop van het jaar is beëindigd. De ontheffing wordt verleend over de na beëindiging van de belastingplichtige nog volle resterende kalendermaanden. Eventuele afronding van bedragen vindt plaats op twee decimalen nauwkeurig.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1 De ‘Verordening precariobelasting 2015’, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 17 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
-
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
-
4 Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening precariobelasting 2016’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 16 december 2015.
Tarieventabel:
behorende bij de ‘Verordening precariobelasting 2016’ (behorende bij raadsbesluit van 16 december 2015).
00. |
Algemeen tarief |
||
00.01 |
Voorwerpen waarvoor onder de navolgende onderdelen |
||
niet in een bijzonder tarief is voorzien: |
|||
per m2, of per strekkende meter, per dag |
€ |
0,81 |
|
per m2, of per strekkende meter, per week |
€ |
1,42 |
|
per m2, of per strekkende meter, per maand |
€ |
4,24 |
|
per m2, of per strekkende meter, per jaar |
€ |
34,41 |
|
10. |
Bouw, sloop- en onderhoudswerken |
||
10.01 |
Het innemen, overdekken of op enigerlei wijze aan de |
||
openbare dienst onttrekken van openbare gemeente- |
|||
grond met voorwerpen ten behoeve van bouw, sloop en |
|||
onderhoudswerken, andere dan die zijn genoemd onder |
|||
10.02 en 10.03, per m2, per voorwerp: |
|||
per dag |
€ |
0,81 |
|
per week |
€ |
1,42 |
|
per maand |
€ |
4,24 |
|
per jaar |
€ |
34,41 |
|
10.02 |
Voor het hebben van een schutting of hekwerk per |
||
strekkende meter |
|||
per dag |
€ |
0,81 |
|
per week |
€ |
1,42 |
|
per maand |
€ |
4,24 |
|
per jaar |
€ |
34,41 |
|
10.03 |
Een lozingspunt voor het machinaal lozen van water |
||
op de riolering van de gemeente: |
|||
per lozingspunt per dag |
€ |
36,01 |
|
20. |
Kabels, leidingen, buizen en/of soortgelijke voorwerpen |
||
20.01 |
Voor het hebben van kabels, leidingen, buizen en/of |
||
soortgelijke voorwerpen, per strekkende meter, per jaar |
€ |
2,50 |
|
30. |
Automaat, speeltoestel, weegtoestel, betaalautomaat |
||
30.01 |
Voor het hebben van een automatisch verkooptoestel, |
||
speeltoestel, weegtoestel, of soortgelijk voorwerp |
|||
berekend naar de grootste afmeting van het voorwerp |
|||
per ½ meter: |
|||
per jaar |
€ |
28,22 |
|
40. |
Voorwerpen bij onroerende zaken |
||
40.01 |
Voor het hebben van een neerklapbaar zonnescherm |
||
of markies: |
|||
per jaar |
€ |
14,03 |
|
40.02 |
Voor het hebben van een vast zonnescherm of markies: |
||
per m2. per jaar |
€ |
17,29 |
|
40.03 |
Voor het hebben van een luifel of een beluifeling: |
||
voor de eerste 3 m2, per jaar |
€ |
14,03 |
|
en voor ieder volgende m2, daarboven per jaar |
€ |
17,29 |
|
40.04 |
Voor een uitbouw, overbouwing, kelder, tunnel, |
||
balkon en dergelijke onderdelen van onroerende |
|||
zaken (hieronder niet begrepen de voorwerpen |
|||
als bedoeld in onderdeel 70 van deze tabel) |
|||
per m2 oppervlakte, per bouwlaag, per jaar |
€ |
17,29 |
|
50. |
Terras |
||
50.01 |
Voor het hebben van banken, tafels en stoelen, bloemen- |
||
of plantenbakken, windschermen en eventuele andere |
|||
voorwerpen onderdeel uitmakend van een terras, in de |
|||
periode van 1 april tot 1 oktober: |
|||
per m2, of m1, per maand |
€ |
6,01 |
|
buiten de periode van 1 april tot 1 oktober: |
|||
per m2, of m1, per maand |
€ |
1,42 |
|
60. |
Standplaatsen |
||
60.01 |
Voor de verkoop van diverse goederen, zoals bijvoor- |
||
beeld bloemen, fruit, versnaperingen, fritures, vis en |
|||
tijdschriften al dan niet met behulp van een kraam, |
|||
kiosk, (verkoop)wagen, tent, caravan of ander opstal: |
|||
per m2, per dag |
€ |
1,72 |
|
per m2, per week |
€ |
4,97 |
|
per m2, per maand |
€ |
14,81 |
|
per m2, per jaar |
€ |
112,84 |
|
70. |
Voorwerpen voor reclame of soortgelijke doeleinden |
||
70.01 |
Voor het hebben van een bord, sandwichbord, verplaats- |
||
baar bord, kledingrek, verrijdbare reclame-uiting, lichtbak, |
|||
lantaarn, uithangbord, gevelbord, gevelplaat, spot, vlag, |
|||
reclametegel of andere tot reclame of andere doeleinden |
|||
gebezigde voorwerpen indien de grootste afmeting van |
|||
het voorwerp niet meer bedraagt dan: |
|||
een ½ meter per jaar |
€ |
14,03 |
|
indien zij meer bedraagt dan: |
|||
een ½ meter, maar niet meer dan één meter per jaar |
€ |
28,22 |
|
indien zij meer bedraagt dan: |
|||
één meter per jaar |
€ |
28,22 |
|
en voor elke meter daarboven per jaar |
€ |
14,03 |
|
70.02 |
Voor het hebben van neonbuizen, lichtprikkabels, een rij |
||
geschakelde gloeilampen of dergelijke lichtapparaten, |
|||
indien de grootste afmeting van de installatie niet meer |
|||
bedraagt dan: |
|||
5 meter per jaar |
€ |
28,22 |
|
indien zij meer bedraagt dan: |
|||
5 meter, maar niet meer dan 10 meter per jaar |
€ |
42,25 |
|
indien zij meer bedraagt dan: |
|||
10 meter per jaar |
€ |
56,42 |
|
70.03 |
Voor het hebben van straatversieringen zoals vlaggetjes, |
||
slingers, lichtprikkabels en dergelijke, aangebracht |
|||
namens een winkeliersvereniging, buurtvereniging en |
|||
soortgelijke instellingen en uitsluitend aangebracht ter |
|||
gelegenheid van speciale aangelegenheden, zoals de |
|||
sluis en brugfeesten, Koninginnedag, de sinterklaas- |
|||
periode en kerstperiode en voor zover met die voorwerpen |
|||
geen reclame wordt gemaakt of beoogd voor bepaalde |
|||
merkartikelen, objecten of subjecten: |
|||
per steeg, straat, laan of plein: |
|||
per gebeurtenis per jaar |
€ |
56,42 |
|
70.04 |
Voor het hebben van een spandoek per strekkende meter, |
||
gerekend naar de grootste afmeting: |
|||
per dag |
€ |
0,81 |
|
per week |
€ |
1,42 |
|
per maand |
€ |
4,24 |
|
per jaar |
€ |
34,41 |
|
70.05 |
Voor het hebben van een uitgebouwde uitstalkast, |
||
etalage, vitrine of dergelijke inrichting, voor zover boven |
|||
gemeentegrond hangende berekend over de verticale |
|||
hoogte keer de horizontale breedte: |
|||
per m2. per jaar |
€ |
63,66 |
|
70.06 |
Voor het hebben van een rijwielrek met daarop aange- |
||
gebrachte reclame berekend over de grootste afmeting |
|||
van het voorwerp: |
|||
per meter, per jaar |
€ |
28,22 |
|
80. |
Gebruik van betaalde parkeerplaatsen |
||
80.01 |
Voor het hebben van voorwerpen, niet zijnde een motor- |
||
rijtuig in de zin van de Wegenverkeerswet 1994, op een |
|||
parkeerplaats bestemd voor betaald parkeren, is een |
|||
tarief verschuldigd dat gelijk is aan 75% van het verschul- |
|||
digde parkeergeld volgens de ten tijde van het gebruik |
|||
geldende 'Verordening parkeerbelastingen'. |
|||
90. |
Aanmeren van vaartuigen in gemeentewater |
||
90.01 |
Voor het hebben van een vaartuig bedraagt de belasting |
||
per strekkende meter lengte van het vaartuig, per jaar |
€ |
38,47 |
Voor eensluidend afschrift,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl