Regeling vervallen per 01-01-2023

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden gemeente Westerkwartier 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2022

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden gemeente Westerkwartier 2020

De raad van de gemeente Westerkwartier;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de “Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden gemeente Westerkwartier 2020”.

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam "marktgeld" wordt in deze gemeente een recht geheven voor het gebruik of genot van een standplaats op de daarvoor aangewezen marktterreinen of op andere voor de openbare dienst bestemde plaatsen.

Artikel 2. Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene, die het in artikel 1 omschreven gebruik of genot heeft of bij gebreke van deze van degene die in zijn plaats treedt.

Artikel 3. Maatstaf van heffing

Het marktgeld wordt geheven naar de frontbreedte van de stand- of grondplaats in strekkende meters.

Artikel 4. Tarieven

Het marktgeld bedraagt voor de markt te Marum per marktdag of gedeelte daarvan:

  • 1.

    voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, weegtoestellen, hand- of andere wagens en andere soortgelijke inrichtingen per iedere langs de frontbreedte van de standplaats gemeten strekkende meter of gedeelte daarvan: € 0,75;

  • 2.

    als gebruik wordt gemaakt van de elektriciteitsvoorziening van de gemeente bedraagt de bijdrage in de algemene kosten van elektriciteitsvoorzieningen per marktdag of gedeelte daarvan:

    • -

      bij minder dan zes meter stand- of grondplaats: € 1,11;

    • -

      zes meter of meer, doch minder dan acht meter stand- of grondplaats: € 1,33;

    • -

      acht meter stand- of grondplaats: € 1,55;

    • -

      voor elke volgende twee meter of een gedeelte daarvan stand- of grondplaats vermeerderd met € 0,22;

  • 3.

    voor het gebruik of genot van een stand- of grondplaats als standwerker geldt een bedrag gelijk aan het tarief zoals genoemd in dit artikel onder lid 1.

Het marktgeld bedraagt voor de markt te Grootegast en Zuidhorn per marktdag of gedeelte daarvan:

  • 4.

    voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, weegtoestellen, hand- of andere wagens en andere soortgelijke inrichtingen per iedere langs de frontbreedte van de standplaats gemeten strekkende meter of gedeelte daarvan: € 1,00;

  • 5.

    als gebruik wordt gemaakt van de elektriciteitsvoorziening van de gemeente bedraagt de bijdrage in de algemene kosten van elektriciteitsvoorzieningen per marktdag of gedeelte daarvan:

    • -

      bij minder dan zes meter stand- of grondplaats: € 1,11;

    • -

      zes meter of meer, doch minder dan acht meter stand- of grondplaats: € 1,33;

    • -

      acht meter stand- of grondplaats: € 1,55;

    • -

      voor elke volgende twee meter of een gedeelte daarvan stand- of grondplaats vermeerderd met € 0,22;

  • 6.

    voor het gebruik of genot van een stand- of grondplaats als standwerker geldt een bedrag gelijk aan het tarief zoals genoemd in dit artikel onder lid 4.

Het marktgeld bedraagt voor de markt te Leek per marktdag of gedeelte daarvan:

  • 7.

    voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, weegtoestellen, hand- of andere wagens en andere soortgelijke inrichtingen per iedere langs de frontbreedte van de standplaats gemeten strekkende meter of gedeelte daarvan: € 1,50;

  • 8.

    als gebruik wordt gemaakt van de elektriciteitsvoorziening van de gemeente bedraagt de bijdrage in de algemene kosten van elektriciteitsvoorzieningen per marktdag of gedeelte daarvan:

    • -

      bij minder dan zes meter stand- of grondplaats: € 1,11;

    • -

      zes meter of meer, doch minder dan acht meter stand- of grondplaats: € 1,33;

    • -

      acht meter stand- of grondplaats: € 1,55;

    • -

      voor elke volgende twee meter of een gedeelte daarvan stand- of grondplaats vermeerderd met € 0,22;

  • 9.

    voor het gebruik of genot van een stand- of grondplaats als standwerker geldt een bedrag gelijk aan het tarief zoals genoemd in dit artikel onder lid 7.

Artikel 5. Wijze van heffing

Het marktgeld wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, dat aanslagen tot € 30,00, moeten worden betaald in één termijn. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid geldt, dat aanslagen tot € 30,00 moeten worden betaald in één termijn. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 7. Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Met inwerktreding van deze verordening worden de volgende verordening vervallen verklaard, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:

    • a.

      ‘Verordening op de heffing en inning van marktgelden 2018’ van de gemeente Grootegast;

    • b.

      ‘Verordening …’ van de gemeente Marum;

    • c.

      ‘Verordening marktgelden wekelijkse warenmarkt 2018’ van de gemeente Leek;

    • d.

      ‘Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2018’ van de gemeente Zuidhorn;

    • e.

      ‘Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2019’ van de gemeente Winsum.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking de eerste dag na bekendmaking van de verordening.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Marktgelden gemeente Westerkwartier 2020’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad van gemeente Westerkwartier

d.d. 11 december 2019,

A. van der Tuuk, voorzitter

J.L. de Jong, griffier