Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling Woon/werkverkeer (2015)

Geldend van 19-02-2015 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Regeling Woon/werkverkeer (2015)

Het college van burgemeester en wethouders stelt de volgende regeling vast.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    ambtenaar:

    • a)

      de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR op wie geen verplichting tot verhuizing (meer) rust;

    • b)

      de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijk stand;

    • c)

      degene op wie de "Regeling Stage(s), de Regeling LAP (Duale Leerweg) of de Regeling Vakantiekracht" (van de Gemeente Westland) van toepassing is en via de Informatie Beheer Groep geen studenten-OV-jaarkaart ontvangt;

  • -

    woon-werkverkeer:

    het dagelijks reizen tussen het woonhuis van de ambtenaar en de standplaats;

  • -

    woonhuis:

    de woning waar de ambtenaar ingevolge de burgerlijke stand woonachtig is;

  • -

    standplaats:

    (ingevolge artikel 18:1:1 CAR/UWO) de gemeente of het met name genoemde deel daarvan (het gebouw, gebouwencomplex of terrein) waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Artikel 2 Reiskosten openbaar vervoer

  • 1. Aan de ambtenaar die ten behoeve van het woon-werkverkeer gebruik maakt van openbare middelen van vervoer (trein per 2e klasse) worden de reiskosten vergoed volgens de voorschriften van de Belastingdienst.

  • 2. De ambtenaar kan na afloop van de periode (maand/jaar), onder bijvoeging van een vervallen vervoersbewijs of een declaratieoverzicht OV-transacties, de kosten van het openbaar vervoer declareren.

  • 3. De kosten van maandabonnementen worden volledig vergoed als aannemelijk kan worden gemaakt, dat de kosten tenminste even hoog zijn als de kosten van een OV-abonnement . Hierbij wordt incidenteel thuiswerken, kortstondige ziekte, vakantie-, sabbats- en zorgverlof nadrukkelijk betrokken.

  • 4. Ingeval het woon-werktraject deels per openbaar middel van vervoer wordt afgelegd en deels met eigen vervoer dan mag de ambtenaar de afstand(en) van het woonhuis naar het OV-opstappunt en/of van het OV-eindpunt naar de standplaats aanvullend, conform artikel 3 (Reiskosten eigen vervoer) van deze regeling, declareren.

  • 5. Ingeval voor het woon-werktraject ook van een pont (openbaar vervoer) gebruik wordt gemaakt dan mogen de kosten van een abonnement (of losse "kaarten") worden gedeclareerd onder voorwaarde dat de pont onderdeel uitmaakt van de, via de door onze software leverancier gebruikte routeplanner, vastgestelde kortste route.

  • 6. Declareren van de (aanvullende) vergoeding geschiedt door middel van het daartoe bestemde (digitale) declaratieformulier.

  • 7. Declareren dient bij voorkeur in de (1e) maand volgend op de maand waarop de declaratie betrekking heeft plaats te vinden. Declaraties ingediend na de 3e maand volgend op de maand waarop de declaratie betrekking kunnen niet meer worden gedeclareerd.

  • 8. Na ontvangst van de declaratie zal de PSA de betaling effectueren tijdens de eerstvolgende salarisrun.

  • 9. Ingeval van “Bijzondere Abonnementen” (bijv. NS Altijd Voordeel, Altijd Vrij of Weekend Vrij e.d.) gebruik wordt gemaakt kan, mits het declareren van zulke abonnementen tot lagere uitgaven voor de gemeente leidt, hiervoor eveneens tegemoetkoming/vergoeding van de kosten worden overwogen/toegekend.

Artikel 3 Reiskosten eigen vervoer

  • 1. Aan de ambtenaar die ten behoeve van het woon-werkverkeer gebruik maakt van eigen middelen van vervoer wordt, rekening houdend met de hierna volgende bepalingen, maandelijks een tegemoetkoming toegekend.

  • 2. De tegemoetkoming wordt toegekend indien de enkele reisafstand tussen het woonhuis van de ambtenaar en de standplaats méér bedraagt dan 10 kilometer*. De tegemoetkoming wordt echter maximaal berekend over een enkele reisafstand van 37 kilometer, hetgeen overeenkomt met de reisafstand die de begrenzing vormt van het door burgemeester en wethouders aangewezen woongebied (als vermeld in artikel 1 van de “Regeling aanvulling verplaatsingskosten”).

  • 3. De enkele reisafstand, overeenkomstig de leden 1 en 2, wordt vermenigvuldigd met 2 (de afstand heen en terug) en het aantal werkdagen dat de ambtenaar gewoonlijk reist evenals met een factor 13/3 (aantal weken per kwartaal gedeeld door aantal maanden per kwartaal) waardoor het gemiddelde aantal woon-werkkilometers per maand ontstaat.

  • 4. Het berekende gemiddeld aantal kilometers per maand wordt gecorrigeerd met een factor 214/260 gezien de fiscale voorschriften over een reëel aantal van gemiddeld 214 werkdagen per jaar.

  • 5. Voor het ingevolge lid 3 berekende aantal kilometers wordt een vergoeding per kilometer toegekend ad. € 0,10.

  • 6. Het ingevolge de leden 2, 3 en 4 berekende bedrag wordt maandelijks als tegemoetkoming in de reiskosten via het salaris uitgekeerd.

  • 7. Wanneer de ambtenaar, als gevolg van roosterinvulling, structureel wisselend (bijvoorbeeld 4 en 5 dagen) per week werkt wordt bij de berekening van de tegemoetkoming uitgegaan van het gemiddeld aantal werkdagen per week (in het voorbeeld derhalve 4 + 5 : 2 = 4½dag).

    *NB Voor fusiepersoneel (in dienst op 31-12-2003) geldt een overgangsbepaling, zie artikel 6.

Artikel 4 Stopzetten/wijzigen van de vergoeding (bijv. ingeval van ziekte, zwangerschaps- of ouderschapsverlof e.d.)

  • 1. De tegemoetkoming (uitgezonderd de vergoeding voor jaarabonnementen die kunnen niet worden stopgezet) wordt, geheel stopgezet als de ambtenaar gedurende een periode van meer dan 4 weken wegens ziekte zijn werkzaamheden – met uitzondering van vakantie c.q. verlof- niet verricht.

  • 2. De ambtenaar die zijn werkzaamheden na een periode van ziekte gedeeltelijk hervat of re-integreert ontvangt, na goedkeuring door zijn teamleider, maandelijks op declaratiebasis achteraf een tegemoetkoming voor de dagen die hij daadwerkelijk heeft gewerkt of gere-integreerd.

  • 3. De ambtenaar die zijn werkzaamheden volledig hervat na een periode van ziekte of re-integratie, ontvangt vanaf de eerstvolgende maand na zijn volledige herstel de gebruikelijke tegemoetkoming. De tussenliggende periode kan overeenkomstig lid 2 apart worden gedeclareerd.

  • 4. Gedurende de periode dat de ambtenaar met zwangerschaps- en bevallingsverlof gaat, wordt de (vaste) reiskostenvergoeding (als bedoeld in artikel 3) stopgezet. Hetzelfde geldt ook ten aanzien van een aanvullende tegemoetkoming voor eigen vervoer (als bedoeld in artikel 2).

  • 5. Indien de ambtenaar gebruik maakt van ouderschapsverlof dan wordt bij aanvang hiervan de vergoeding aangepast indien er sprake is van een verminderd aantal reisdagen.

  • 6. Bij wijziging van criteria die in de regeling of berekening zijn opgenomen, te weten: standplaats, woonhuis, km-vergoeding, fiscale regelgeving, aantal werkdagen e.d., zal herziening van de berekening of vergoeding per ingangsdatum van die wijziging plaatsvinden.

Artikel 5 Bepalen reisafstand

  • 1. Voor het bepalen van de reisafstand in kilometers wordt gebruik gemaakt van de door onze softwareleverancier gebruikte routeplanner met als uitgangspunt de afstand volgens de kortste reisroute tussen de postcode van het woonhuis en de postcode van de standplaats.

  • 2. Of de ambtenaar deze route zélf ook reist (respectievelijk kan reizen) en op welke wijze (auto, motor, bromfiets, scooter of fiets) is daarbij niet relevant.

Artikel 6 Overgangsbepaling (1 januari 2004)

Ambtenaren die op 31 december 2003 aangesteld waren in de gemeente(n) De Lier, Monster, Naaldwijk/Milieubureau Westland, ’s-Gravenzande of Wateringen komen, in het kader van de fusie, ook in aanmerking voor een vergoeding als de enkele reisafstand tussen het woonhuis en de standplaats 10 kilometer of minder bedraagt.

Artikel 7 Reiskosten bij verhuisplicht

Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde in hoofdstuk 18 (CAR/UWO) respectievelijk de "Regeling Aanvulling Verplaatsingskosten" en het "Informatieblad Vergoedingen".

Artikel 8 Overige bepalingen

  • 1. Burgemeester en wethouders verwijzen voorzover van toepassing naar het "Informatieblad Vergoedingen".

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet nemen burgemeester en wethouders een afzonderlijke beslissing.

Artikel 9 Slotbepaling

Deze regeling treedt na publicatie in werking per 1 januari 2015 en kan worden aangehaald als "Regeling W oon/werkverkeer ( 20 1 5 ) ".

Per gelijke datum wordt de bestaande "Regeling Woon-werkverkeer 2013”, zoals vastgesteld op 3 september 2013, ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethouders in hun vergadering van 16 december 2014 (agendapunt: 7:5:2)
Burgemeester en wethouders van Westland,
de secretaris,          de burgemeester,
M.van Beek                 J. van der Tak

Toelichting

De kosten van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer worden in beginsel volledig vergoed. Dat geldt ook voor abonnementen, ook voor parttimers, indien het abonnement niet duurder is dan de kosten van het totaal aantal benodigde ritten op werkdagen. Wanneer de kosten van een abonnement hoger zijn dan wanneer gebruik zou zijn gemaakt van de (persoonlijke) OV-chipkaart, wordt maximaal een vergoeding betaald gelijk aan de kosten die gemaakt zouden zijn bij gebruik van de OV-chipkaart. Op grond van een voorschrift van de Belastingdienst moeten de vervallen vervoersbewijzen of een declaratieoverzicht OV-transacties bij de (digitale) declaratie aan de werkgever worden gevoegd .