Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent tegemoetkoming in kosten kinderopvang Verordening Tegemoetkoming Kinderopvang SMI

Geldend van 26-04-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent tegemoetkoming in kosten kinderopvang Verordening Tegemoetkoming Kinderopvang SMI

Verordening Kinderopvang op Sociaal Medische Indicatie Westland

De gemeenteraad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 maart 2019;

overwegende dat:

  • -

    Sociaal Medische Indicatie een vangnetregeling is die gemeenten de mogelijkheid geeft om gezinnen tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang als zij door medische of sociale omstandigheden tijdelijk niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag;

  • -

    de taak, om te zorgen voor kinderopvang voor gezinnen, die door medische of sociale omstandigheden tijdelijk niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag, door het Rijk in 2005 is neergelegd bij de gemeenten zonder dit bij wet te regelen;

  • -

    naar de uitvoering van deze taak in 2014 en 2016 door het Rijk onderzoek is gedaan, waarbij is geconstateerd dat wettelijke borging door het Rijk niet noodzakelijk is, omdat de decentrale aanpak en uitvoering over het algemeen goed verlopen;

gelet op artikel 108 juncto 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Westland van 14 februari 2019;

besluit het volgende vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening worden de volgende begripsomschrijvingen gehanteerd:

    • a.

      Raad: de gemeenteraad van de gemeente Westland;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

    • c.

      Sociaal-medische indicatie: de indicatie waaruit blijkt dat kinderopvang nodig is om medische en/of sociale redenen;

    • d.

      Belanghebbende: de ouder die inwoner is van de gemeente en een tegemoetkoming aanvraagt in de kosten van kinderopvang van zijn/haar kind(eren) op grond van een sociaal-medische indicatie;

    • e.

      Partner: degene met wie belanghebbende is gehuwd of anderszins een gezamenlijke huishouding voert;

    • f.

      Tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie;

    • g.

      Aanvraag: een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie;

    • h.

      Kinderopvang: dagopvang of buitenschoolse opvang in een geregistreerd kindercentrum of geregistreerde voorziening voor gastouderopvang van een kind of kinderen van belanghebbende van 0 jaar tot de leeftijd dat het kind naar het voortgezet onderwijs gaat;

    • i.

      Onverwijld: binnen vijf werkdagen na de datum waarop de wijziging plaatsvindt die leidt tot wijziging of beëindiging van de tegemoetkoming;

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Jeugdwet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doel

Deze verordening heeft ten doel gezinnen die tijdelijk geen recht hebben op kinderopvangtoeslag tijdelijk te ontlasten door een financiële tegemoetkoming te verstrekken in de kosten van kinderopvang als blijkt dat deze opvang om medische of sociale redenen noodzakelijk is.

Artikel 3 Rechthebbende

  • 1. De verordening is van toepassing op een belanghebbende:

    • a.

      die volgens de Basisregistratie Persoonsgegevens woonachtig is in de gemeente Westland;

    • b.

      die een kind of kinderen heeft in de leeftijd van 0 jaar tot het moment waarop deze naar het voortgezet onderwijs gaat;

    • c.

      die tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en;

    • d.

      voor wie is vastgesteld dat een of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken of;

    • e.

      ten aanzien van wie is vastgesteld dat kinderopvang noodzakelijk is in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind.

  • 2. Het college bepaalt in nadere regels op welke wijze de noodzaak tot kinderopvang om sociaal-medische redenen aangetoond dient te worden.

Artikel 4 Voorliggende voorziening

  • 1. Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming als aanspraak kan worden gemaakt op een voorliggende voorziening.

  • 2. Tot een voorliggende voorziening worden in ieder geval gerekend:

    • a.

      Een voorziening op grond van de Wet kinderopvang;

    • b.

      Een voorziening op grond van de Jeugdwet;

    • c.

      Een voorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • d.

      Een voorziening voor voorschoolse educatie;

    • e.

      Opvangmogelijkheden binnen het sociale netwerk.

Artikel 5 Vaststellen van het recht op een tegemoetkoming

  • 1. Het college stelt op aanvraag van belanghebbende vast of sprake is van een rechthebbende als bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

  • 2. Het college kan advies vragen aan een arts of medisch deskundige om de noodzaak tot kinderopvang om sociaal-medische redenen vast te stellen;

  • 3. Het college kan op elk moment, als daar reden toe is, een onderzoek instellen naar de noodzaak en rechtmatigheid van de tegemoetkoming kinderopvang die is toegekend aan een belanghebbende.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. Het college bepaalt in nadere regels op welke wijze een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal-medische gronden kan worden ingediend;

  • 2. Het college bepaalt in nadere regels welke gegevens en bewijsstukken noodzakelijk zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 7 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt verstrekt met ingang van de datum waarop de kinderopvang op sociaal-medische gronden is begonnen;

  • 2. De tegemoetkoming kan met terugwerkende kracht, teruggaand tot zes maanden gerekend vanaf de eerste dag van opvang, worden verstrekt als er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor de aanvraag voor een tegemoetkoming niet eerder is gedaan.

Artikel 8 Periode van de tegemoetkoming

Het college stelt nadere regels vast waarin de maximale toekenningsduur van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal-medische gronden is opgenomen.

Artikel 9 Hoogte van de tegemoetkoming

Het college stelt nadere regels vast waarin de maximale hoogte van de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op sociaal-medische gronden is opgenomen.

Artikel 10 Inlichtingenplicht

  • 1. Rechthebbende informeert het college onverwijld en uit eigen beweging schriftelijk over inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming of intrekking ervan;

  • 2. Rechthebbende verstrekt op verzoek van het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen die voor het recht op en de hoogte van de tegemoetkoming van belang zijn;

  • 3. Indien rechthebbende niet voldoet aan de inlichtingenplicht zoals aangegeven in lid 1 en 2 wordt de tegemoetkoming beëindigd of ingetrokken.

Artikel 11 Intrekking recht op tegemoetkoming en terugvordering

  • 1. Het college bepaalt in nadere regels de omstandigheden waaronder een toegekende tegemoetkoming kan worden beëindigd of ingetrokken;

  • 2. Het college bepaalt in nadere regels wanneer (een deel van) de tegemoetkoming teruggevorderd kan worden.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, voor zover de toepassing hiervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking;

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening Wet kinderopvang Westland 2010 ev ingetrokken;

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Tegemoetkoming Kinderopvang SMI.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de gemeenteraad van Westland van 16 april 2019.

de griffier,

A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter

B.R. Arends