Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent de heffing en de invordering van forensenbelasting (Verordening Forensenbelasting Westland 2020)

Geldend van 15-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent de heffing en de invordering van forensenbelasting (Verordening Forensenbelasting Westland 2020)

De raad van de gemeente Westland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders met nummer 19-0225714 van 29 oktober 2019;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

gehoord de beraadslagingen in de vergadering van de raadscommissie Economie Financieel beleid en Organisatie (EFO) van 27 november 2019;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN

FORENSENBELASTING WESTLAND 2020.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam ‘forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per woning € 357,00.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn één maand later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, € 100,00 of meer bedraagt, maar minder of gelijk is aan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld. Elk van de volgende termijnen vervalt telkens één maand later op de laatste werkdag van die maand.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Overgangsrecht, Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening Forensenbelasting Westland 2019’ wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Forensenbelasting Westland 2020’.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 10 december 2019,

de griffier,

A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter,

B.R. Arends