Regeling vervallen per 14-03-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent de raadscommissie (Verordening op de raadscommissie van de Raad van de gemeente Westland 2020)

Geldend van 19-12-2020 t/m 13-03-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westland houdende regels omtrent de raadscommissie (Verordening op de raadscommissie van de Raad van de gemeente Westland 2020)

De raad van de gemeente Westland

gelet op de te dezer zake relevante wet- en regelgeving

gehoord de voorstellen te dezer zake van de Werkgroep werkwijze gemeenteraad;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de raadscommissies van de Raad van de gemeente Westland 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

raadscommissies:

de raadscommissies ex artikel 82 van de Gemeentewet:

b.

beleid:

zowel de voorbereiding als de uitvoering en de evaluatie van beleid;

c.

Raad:

de gemeenteraad van Westland;

d.

Agendacommissie:

de agendacommissie vanuit de Raad, die overeenkomstig artikel 2 van het Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad 2020 als voornaamste taak heeft het vaststellen van de voorlopige agenda’s van de vergaderingen van de Raad en de door de Raad ingestelde raadscommissies;

e.

raadslid of lid van de raad:

het ingevolge de uitkomst van de raadsverkiezingen in de raad van de gemeente Westland benoemde lid;

f.

steunraadslid:

het door een fractie benoemde en door de Raad beëdigd lid, werkzaam voor één van de fracties in de Raad

g.

voorzitter raadscommissie:

voorzitter van een raadscommissie, op grond van artikel 82 lid 4 Gemeentewet is dit een raadslid;

h.

leden raadscommissie:

de in een raadscommissie benoemd raadslid of steunraadslid;

i.

griffier:

de conform artikel 107 van de Gemeentewet door de Raad benoemde secretaris van de Raad en hoofd van de raadsgriffie.

j.

commissiegriffier:

de door de griffier aangewezen secretaris van een raadscommissie.

Artikel 2 Bijeenkomsten voor onderlinge Informatie-uitwisseling en Raadsinformatieavonden

Binnen het werkgebied van de betreffende raadscommissie kunnen in het kader van de informatievergaring en beeldvorming bijeenkomsten voor onderlinge Informatie-uitwisseling resp. Inloopavonden (openbaar) worden gehouden.

Deze bijeenkomsten worden gekenmerkt als volgt:

  • 2.1.

    Informatie-uitwisseling:

    Deze bijeenkomsten worden gehouden voor de onderlinge informatie-uitwisseling en afstemming tussen het college van burgemeester en wethouders en de politieke fracties vanuit de raad in grotere en politiek-bestuurlijk importante dossiers. Deze bijeenkomsten vinden plaats naar behoefte c.q. actualiteit in de vorm van informele en besloten werkbijeenkomsten die in het bijzijn van ambtelijke deskundigheid door het college in afstemming met de griffie worden gearrangeerd.

  • 2.2

    Inloopavonden: openbaar

    Deze bijeenkomsten worden gehouden om bij grotere maatschappelijke thema’s in het kader van de beeldvorming tijdens openbare inloopbijeenkomsten informatie op te halen vanuit de samenleving. Mensen en organisaties krijgen hiermede een podium om zich uit te spreken over die grotere thema’s waarop ze met hun inbreng de raadsleden willen attenderen.

Artikel 3 Nadere vormgeving en opzet van de in artikel 2 bedoelde bijeenkomsten

Bij de organisatie van de in artikel 2 bedoelde bijeenkomsten binnen het werkgebied van de betreffende raadscommissie wordt rekening gehouden met het volgende:

  • 1.

    Er komen onderwerpen aan de orde die in de raadscommissies (nog) niet agendeerbaar zijn ten behoeven van het vormen van een oordeel of het uitbrengen van een advies door de raadscommissie in de richting van de raad in het kader van de besluitvorming door de raad;

  • 2.

    Het voorzitterschap van de bijeenkomsten wordt door tussenkomst van de griffie vervuld door een lid van het college indien het een bijeenkomst voor onderlinge Informatie-uitwisseling betreft, resp. door de voorzitter van de betreffende raadscommissie indien het een Inloopavond betreft ;

  • 3.

    Alle raadsleden en steunraadsleden kunnen aan de beraadslagingen en werkzaamheden van de bijeenkomsten deelnemen;

  • 4.

    Voor een goed vergaderverloop van de bijeenkomsten is deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 De raadscommissies

  • 1. De Raad van de gemeente Westland heeft de volgende raadscommissies:

    • a.

      de raadscommissie Maatschappelijke Omgeving

    • b.

      de raadscommissie Economie, Financieel beleid en Organisatie

    • c.

      de raadscommissie Ruimte

    • d.

      de raadscommissie Bestuur

  • 2. Op elk moment kan de Raad deze indeling wijzigen en nieuwe commissies, al dan niet ter vervanging van de bestaande commissies instellen.

Artikel 5 Evenwichtige vertegenwoordiging

Deze verordening regelt in artikel 9 lid 3 de samenstelling van de raadscommissies, waarbij overeenkomstig artikel 82 lid 3 Gemeentewet de Raad zorgdraagt dat, voor zover het benoemingen betreft van leden van de Raad, er sprake is van een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de Raad vertegenwoordigde groeperingen, inhoudende een spreiding van raadscommissiezetels over de raadsfracties, teneinde het voor alle in de Raad vertegenwoordigde fracties mogelijk te maken om met hun raadsleden of steunraadsleden aan de werkzaamheden en beraadslagingen van de raadscommissies deel te nemen.

Artikel 6 Standing invitation

Ingevolge artikel 82 lid 2 Gemeentewet zijn de burgemeester en de wethouders geen lid van een raadscommissie maar geldt voor hen, zoals ook geldt voor de vergaderingen van de Raad, een doorlopende uitnodiging ("standing invitation") voor de raadscommissies (en voor de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening) onverlet latend dat een raadscommissie of haar voorzitter de burgemeester en wethouders kan verzoeken bij een raadscommissievergadering (of bij de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening) aanwezig te zijn om vragen te beantwoorden of aan de beraadslagingen deel te nemen alsmede over bepaalde onderwerpen overleg te voeren met de raadscommissie, zoals artikel 7 van deze verordening bepaald.

Artikel 7 Grondslag en algemene taakstelling van de raadscommissie

  • 1. De raadscommissies dragen in het kader van hun informatie- en overlegtaken ingevolge artikel 82 lid 1 Gemeentewet op de aan hen door de Raad bij deze verordening toegewezen beleidsterreinen en taakvelden zorg voor de voorbereiding van de besluitvorming van de Raad. Zij kunnen op die beleidsterreinen overleg plegen met het college of de burgemeester (of de afzonderlijke wethouders).

  • 2. De raadscommissies hebben tot taak de informatiepositie van de Raad voor al zijn werkzaamheden te bevorderen en te dienen. Zij vormen het sluitstuk van het informatieproces ten behoeve van de besluitvorming door de Raad. Een hoofdtaak is, om in de raadscommissies ten aanzien van de voor behandeling in de raadsvergadering voorgedragen onderwerpen te adviseren of deze door kunnen naar de voorlopige raadsagenda.

  • 3. De adviestaak van de raadscommissies betreft de agendeerbaarheid op technisch-procedurele aspecten, onverminderd de rechten tot agendering van de leden en de fracties van de Raad en onverminderd de bevoegdheid van de Raad, om op grond van de Gemeentewet en het Reglement van Orde van de Raad, zijn agenda vast te stellen.

  • 4. Ten aanzien van de agendeerbaarheid van de onderwerpen wordt de adviserende mening van de fractievertegenwoordigers door de voorzitter van de raadscommissie gepeild en geregistreerd door de commissiegriffier en vervolgens ter kennis gebracht aan de agendacommissie.

Artikel 8 Beleidsterreinen raadscommissies

De verdeling van de beleidsterreinen over de raadscommissies wordt als volgt geregeld, waarnaast deze verdeling, de instelling en de naamgeving van de raadscommissies op ieder moment aangepast of gewijzigd kan worden door een besluit van de Raad, onverminderd het bepaalde in artikel 4 lid 2 van deze verordening.

  • a.

    Raadscommissie Maatschappelijke Omgeving:

  • Sport

  • Jeugd- en jongerenwerk

  • Zorg en welzijn (WMO en ouderen)

  • Volksgezondheid

  • Sociale zaken (Werk en inkomen)

  • Onderwijs en kinderopvang

  • Kunst, cultuur en historisch erfgoed

  • b.

    Raadscommissie Economie, Financieel beleid en Organisatie:

  • Economische zaken, Westland-infra en Agri-business (Greenport)

  • Financiën en belastingen

  • Kust, Toerisme en Recreatie

  • Vastgoed (uitgezonderd: de culturele accommodaties; die vallen onder Kunst, cultuur en historisch erfgoed)

  • Gebiedsmarketing en Internationalisering

  • Communicatie en Dienstverlening

  • ICT en facilitaire zaken

  • Arbeidsmigratie

  • c.

    Raadscommissie Ruimte:

  • Milieubeleid en -vergunningen

  • Verkeer en vervoer

  • Beheer openbare ruimte

  • Ruimtelijke ordening

  • Bouwen en wonen

  • Huisvesting gemeentelijke organisatie/nieuw gemeentehuis

  • Planontwikkeling

  • Grondzaken

  • d.

    Raadscommissie Bestuur:

  • Algemene en bestuurlijke zaken

  • Openbare Orde en Veiligheid, inclusief de APV

  • Handhaving (Ruimtelijke ordening, Bouw- en woningtoezicht en Milieu)

  • Juridische Zaken

  • Brandweer

  • Metropoolregio Rotterdam Den Haag, intergemeentelijke samenwerking en regionale aangelegenheden

  • Personeel en Organisatie

Artikel 9 Samenstelling en plaatsvervanging incl. voorzitters en plaatsvervangend voorzitters

  • 1. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de raadscommissie zijn overeenkomstig artikel 82 Gemeentewet, leden van de Raad.

  • 2. De Raad benoemt de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de raadscommissies. Deze bezetten geen fractiezetel in de raadscommissie en zij vervullen als een onafhankelijk voorzitter op politiek-neutrale wijze de door de Raad door middel van deze verordening opgelegde taken.

  • 3. De leden van de raadscommissies worden op voordracht van de fracties uit de kring van raadsleden en steunraadsleden door de Raad benoemd overeenkomstig artikel 31 en artikel 82 lid 3 van de Gemeentewet. Dit geschiedt naar evenredigheid van de vertegenwoordigers van de fracties in de Raad, met dien verstande dat voor de raadscommissies Maatschappelijke Omgeving, raadscommissie Ruimte en raadscommissie Economie, Financieel beleid en Organisatie en Bestuur, de fractie CDA Westland vijf leden per raadscommissie mag voordragen; de fracties Westland Verstandig, LPF Westland en GemeenteBelang Westland vier leden per raadscommissie mogen voordragen; de fracties VVD Westland en ChristenUnie-SGP Westland drie leden per raadscommissie mogen voordragen en de fracties GroenLinks Westland, D66 Westland en PvdA Westland twee leden per raadscommissie mogen voordragen.

  • 4. Het zogeheten Raadsoverleg Financiën ressorteert gezien haar activiteiten onder de commissie Economie, Financieel beleid en Organisatie.

  • 5. De leden van de raadscommissies worden voor de duur van een raadsperiode benoemd.

  • 6. Een raadslid of steunraadslid kan zich laten vervangen in de raadscommissie door een raadslid of steunraadslid. Hij doet daarover vooraf aan de vergadering mededeling aan de voorzitter, via de commissiegriffier.

  • 7. Alle overige, niet in een betreffende raadscommissie benoemde raadsleden of steunraadsleden, hebben toegang tot deze raadscommissie en kunnen aan de beraadslagingen ervan deelnemen.

  • 8. De Raad kan de getalsmatige verhouding in en de samenstelling van de raadscommissies op elk moment wijzigen; in ieder geval geschiedt dit wanneer de politieke verhoudingen wijzigen in de Raad. Tevens kan de verhouding en samenstelling van de raadscommissies wijzigen wanneer er vacatures in de raadscommissies ontstaan. Aan het begin van elke nieuwe raadsperiode worden de samenstelling en indeling van de raadscommissies door de Raad in nieuwe samenstelling opnieuw besloten.

  • 9. Het lidmaatschap van een raadscommissie eindigt:

    • a.

      als de voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of het lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • b.

      als het functieverband van een steunraadslid is beëindigd;

    • c.

      als het commissielid ontslag neemt als voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of lid van de raadscommissie;

    • d.

      als de raad het commissielid ontslag verleent als voorzitter, plaatsvervangend voorzitter of lid van de raadscommissie.

Artikel 10 Ondersteuning raadscommissies

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 107a Gemeentewet wijst de griffier (een) commissiegriffier aan ten behoeve van elke raadscommissie.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. De griffier regelt de vervanging van de commissiegriffier indien deze verhinderd is als zodanig op te treden.

  • 4. De voorzitter van de Raad, de voorzitter van de agendacommissie en de griffier kunnen aan iedere raadscommissievergadering en de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening deelnemen.

Artikel 11 Taken van de raadscommissie

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 van deze verordening hebben elk van de in artikel 4 van deze verordening genoemde raadscommissies de volgende taken:

  • a.

    het uitbrengen van een advies aan de Raad over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 8 van deze verordening genoemde beleidsvelden;

  • b.

    in het bijzonder adviseert de raadscommissie ten aanzien van de agendeerbaarheid van onderwerpen in de Raad;

  • c.

    het uitbrengen van advies aan de Raad uit eigen beweging;

  • d.

    het voeren van overleg met het college, de burgemeester, of afzonderlijke wethouders over zaken die de commissie van belang acht;

  • e.

    in de raadscommissies worden de adviserende meningen der fracties gepeild over de op de voorlopige raadsagenda te plaatsen onderwerpen en voorstellen;

  • f.

    indien er uitzonderingsgewijs in de raadscommissie in het kader van hun adviserende taak gestemd wordt, hebben de in de raadscommissie benoemde leden stemrecht en de raadsleden en steunraadsleden die ingevolge artikel 9 lid 6 een benoemd commissielid vervangen;

  • g.

    de raadscommissie kan nimmer in de bevoegdheden van de Raad en de agenderingsrechten van zijn leden treden of deze blokkeren.

Artikel 12 Werkwijze van de raadscommissie

  • 1. Voor een goede invulling van haar taken is een raadscommissie in ieder geval bevoegd:

    • a.

      zich tot het college, de burgemeester en de afzonderlijke wethouders te wenden ter verkrijging van alle stukken en informatie waarvan zij de kennisneming nodig acht;

    • b.

      tot het voeren van schriftelijk en mondeling overleg met het college, de burgemeester of de afzonderlijke wethouders;

    • c.

      deskundigen in te schakelen en uit te nodigen ter vergadering;

    • d.

      tot het met behulp van de griffier of anderszins vergaren van informatie uit bronnen binnen en buiten de gemeentelijke organisatie.

Artikel 13 Raadsleden, burgemeester, wethouders, ambtenaren, deskundigen en derden

  • 1. Onverminderd en overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van deze verordening kunnen raadscommissies leden van het college en de burgemeester voor overleg dan wel voor het verstrekken van informatie in de raadscommissievergadering (en de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening) uitnodigen. De wethouders en de burgemeester kunnen zich daarbij door ambtenaren doen vergezellen.

  • 2. Al dan niet op verzoek van één of meer raadscommissieleden en onverminderd artikel 12 lid c kan de voorzitter bij geagendeerde onderwerpen betrokkenen en informanten uitnodigen en hen het woord verlenen.

Artikel 14 Agendavorming, publicatie en ondersteuning

  • 1. De agendacommissie is verantwoordelijk voor de voorlopige raadscommissieagenda’s.

  • 2. De leden van de raadscommissies kunnen agendapunten stellen voor de agenda van hun raadscommissie en kunnen agendapunten aan de voorlopige agenda van de raadscommissie toevoegen voorafgaand aan de vergadering of uiterlijk in de vergadering bij de vaststelling van de agenda. Zij doen hiervan vooraf melding aan de voorzitter van de raadscommissie en de commissiegriffier. De onderliggende stukken worden via de commissiegriffier naar de commissieleden gezonden. Ingeval van een openbare agendering worden de stukken naar externen (pers en belangstellenden) gezonden met de aangevulde agenda en eveneens op de site gepubliceerd met de aangevulde agenda. Op verzoek van het raadscommissielid geeft de commissiegriffier verdere technische ondersteuning aan de agendering, bijvoorbeeld met betrekking tot het samenstellen van het dossier.

  • 3. De voorzitter is verantwoordelijk voor de publicatie van de voorlopige agenda van de raadscommissie en de overige openbare bijeenkomsten op de beleidsvelden van zijn raadscommissie.

  • 4. De voorzitter wordt ambtelijk ondersteund door de griffie en daarbij in het bijzonder door de voor zijn raadscommissie functionerende commissiegriffier, die voor de raadscommissie en haar voorzitter de secretarisrol vervult.

Artikel 15 Agenda en Oproep

  • 1. De raadscommissies vergaderen zo vaak als geregeld in het jaarlijks door de agendacommissie voorgestelde vergaderschema en voorts zo dikwijls als door hun voorzitter (in afstemming met de agendacommissie) nodig wordt geoordeeld, dan wel wanneer dit door tenminste twee fracties wordt gevraagd.

  • 2. De voorzitter zendt tenminste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 3. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86 eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden verzonden of zodanig ter kennis gebracht en toegankelijk gemaakt dat zij zonder beletsel raadpleegbaar zijn.

  • 4. Een raadscommissievergadering wordt op voorstel van de agendacommissie en/of de voorzitter geannuleerd indien alle benoemde leden van de raadscommissie het hiermee unaniem eens zijn. Dit laatste wordt in een telefonische, mondelinge peiling of mailconsultatie aangenomen indien één namens elke fractie in de raadscommissie benoemd lid te kennen heeft gegeven het met het annuleren van de raadscommissievergadering eens te zijn.

Artikel 16 Openbaarheid van vergaderingen

De vergaderingen van de raadscommissies en de in artikel 2 bedoelde Inloopavonden zijn openbaar, tenzij op grond van de Gemeentewet anders wordt besloten.

Artikel 17 Besloten vergaderingen

  • 1. De voorzitter schorst de openbare vergadering nadat tenminste eenvijfde deel van de leden die de presentielijst hebben getekend daarom verzoekt of de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 2. De voorzitter verzoekt ambtenaren, pers en publiek de zaal te verlaten met uitzondering van de daartoe aangewezen ambtenaren.

  • 3. Op een besloten vergadering of het voornemen daartoe is artikel 86 Gemeentewet van toepassing, evenals artikel 25 Gemeentewet.

  • 4. De bepalingen van deze verordening zijn overeenkomstig van toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

  • 5. De deuren worden gesloten en in de vergadering wordt besloten of er met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 6. Indien de commissie instemt met het beraadslagen met gesloten deuren, opent de voorzitter de besloten vergadering.

  • 7. Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 18 Quorum

  • 1. Een raadscommissie kan slechts bevoegd beraadslagen en adviseren wanneer naast de voorzitter ten minste een meerderheid (de helft + één) van het aantal in de raadscommissie benoemde leden ter vergadering aanwezig is.

  • 2. Indien bij een vergadering het vereiste aantal benoemde leden niet is opgekomen, belegt de voorzitter met een tussenruimte van tenminste tweemaal 24 uur een nieuwe vergadering, welke wordt gehouden ongeacht het aantal opgekomen leden van de raadscommissie.

  • 3. Indien op grond van de voorgaande leden van dit artikel niet met een quorum vergaderd kan worden en de voorzitter van de vergadering de behandeling van één of meer op de voorlopige agenda staande onderwerpen met de wel aanwezige raadsleden en steunraadsleden in het belang acht van de informatiepositie van de Raad of de externe beeldvorming kan hij besluiten dat hierover toch beraadslaagd wordt. Deze vergadering en zijn uitkomst heeft een informele status.

Artikel 19 Vergaderorde, tijdstippen, jaarlijkse planning, woordvoering

  • 1. Indien een spreker zich beledigende of ongepaste uitdrukkingen veroorlooft of op welke wijze dan ook de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Hetzelfde geldt indien naar het oordeel van de voorzitter een spreker afwijkt van het onderwerp.

  • 2. Wanneer een spreker voortgaat met het bezigen van beledigende of ongepaste uitdrukkingen, het storen van de orde of het afwijken van het onderwerp, ontneemt de voorzitter hem het woord.

  • 3. De raadscommissies en de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening hebben een aanvangstijdstip van 19:00 uur en eindigen uiterlijk om 23:00 uur van dezelfde avond, tenzij de raadscommissie daarvan afwijkt.

  • 4. De planning van de raadscommissievergaderingen (en waar mogelijk van de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening) geschiedt door de agendacommissie bij een jaarlijks vast te stellen vergaderschema van de Raadsvergaderingen en raadscommissies.

  • 5. Per onderwerp wordt in beginsel door één woordvoerder van een fractie het woord gevoerd.

Artikel 20 Rondvragen

  • 1. Het agendapunt rondvraag in de raadscommissies wordt aan het slot van de agenda geplaatst.

  • 2. Tijdens de raadscommissievergadering kunnen leden van de raadscommissie politiek-actuele, technische, informatieve vragen stellen. De fractievoorzitters en de agendacommissie hebben de zorg voor het beheersbaar houden van het aantal vragen in de vragenrondes.

  • 3. De deadline voor de raadscommissie Maatschappelijke Omgeving is op vrijdagmiddag 12:00 uur voorafgaande aan de maandag waarop 's avonds de raadscommissie Maatschappelijke Omgeving vergadert.

  • 4. De deadline voor de raadscommissie Ruimte is op maandagmiddag 12:00 uur voorafgaande aan de dinsdag waarop ’s avonds de raadscommissie Ruimte vergadert

  • 5. De deadline voor de raadscommissie Economie, Financieel Beleid en Organisatie is op dinsdagmiddag 12:00 uur voorafgaande aan de woensdag waarop ’s avonds de raadscommissie Economie, Financieel en Organisatie vergadert.

  • 6. De deadline voor de raadscommissie Bestuur is op woensdagmiddag 12:00 uur voorafgaande aan de donderdag waarop ’s avonds de raadscommissie Bestuur vergadert.

Artikel 21 Spreekrecht burgers

  • 1. Na opening van de vergadering kunnen andere aanwezige burgers het woord voeren bij het agendapunt spreekrecht voor burgers over geagendeerde onderwerpen Inspreken kan alleen bij commissievergaderingen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep open staat of heeft open gestaan;

    • b.

      benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan of kon worden ingediend;

    • d.

      een besluit dat wordt voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals opgenomen in de afdeling 3.4 van de Awb.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

Artikel 22 Spreektijd voor leden raadscommissie

  • 1. De voorzitter kan de raadscommissie voorafgaande aan, dan wel aan het begin van de vergadering, in overweging geven voor de behandeling van één of meer onderwerpen een spreektijdregeling in acht te nemen.

  • 2. De voorzitter brengt zijn voorstel zo mogelijk vóór de vergadering ter kennis van de leden van de raadscommissie. Ook een lid van de raadscommissie kan een voorstel doen over spreektijd.

  • 3. Zodra de aan een spreker toegekende spreektijd is verstreken, is hij op uitnodiging van de voorzitter gehouden zijn rede onverwijld te beëindigen.

  • 4. Voldoet een spreker niet aan het verzoek van de voorzitter, dan ontneemt de voorzitter hem het woord.

Artikel 23 Verslag, Registratie

  • 1. De commissiegriffier draagt er zorg voor dat van het verhandelde in de commissievergadering een samenvattend verslag wordt gemaakt.

  • 2. De commissiegriffier zal op een lijst de gedane toezeggingen van wethouders, college of burgemeester registreren. Overeenkomstig artikel 11 onder e van deze verordening wordt genoteerd per fractie of zij in adviserende zin wel of niet akkoord waren met plaatsing op de voorlopige raadsagenda van de voor vervolgbehandeling en besluitvorming in Raad voorgelegde onderwerpen of voorstellen.

  • 3. De geluidsbestanden van de raadscommissievergaderingen worden geïndexeerd op spreker en agendapunten. De geluidsopnames zijn direct na de vergadering te raadplegen, op de website van de gemeente Westland.

  • 4. De eventuele stukken en de geluidsbestanden van een besloten vergadering worden niet openbaar gemaakt en liggen uitsluitend voor de leden van de raadscommissie en de leden van het college ter inzage of afluistering bij de griffie.

  • 5. Van de bijeenkomsten als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, niet zijnde een commissievergadering, worden gelet op het karakter van deze bijeenkomsten enkel geluidsopnames gemaakt. De betreffende geluidsbestanden zijn op te vragen bij de griffie.

Artikel 24 Raadscommissieadvies aan de Raad

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of raadsvoorstel voldoende is behandeld, sluit hij de beraadslaging hierover, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging over een onderwerp is gesloten peilt de voorzitter overeenkomstig artikel 11 onder e van deze verordening de adviserende meningen der fracties en formuleert hij een advies voor de agendacommissie ten behoeve van diens taak de voorlopige raadsagenda op te stellen. Daarbij wordt in het bijzonder aangegeven ten aanzien van welk onderwerp de raadscommissie positief adviseert voor agendering in de Raad als hamer- of bespreekstuk.

Artikel 25 Geluid en beeldregistratie, mobiele telefoons

  • 1. Van de openbare raadscommissievergaderingen en overige bijeenkomsten in de RIA's kunnen door externen beeld- en geluidsregistraties worden gemaakt. Het filmen en het maken van foto’s is toegestaan vanaf de publieke tribune en vanuit de vier hoeken van de raadzaal (links en rechts naast de publieke tribune en links en rechts achter de voorzitterstafel). Heen en weer lopen kan, mits dit de orde van de vergadering niet verstoort.

  • 2. In de vergaderzaal en op de publieke tribune is het alleen toegestaan gebruik te maken van communicatiemiddelen zoals een mobiele telefoon, indien de geluidsfuncties hiervan die de orde van de vergadering zouden kunnen verstoren uitgeschakeld staan. In uitzonderlijke gevallen kan door de voorzitter ontheffing worden verleend.

Artikel 26 Onvoorzien

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter, de raadscommissie gehoord, of wordt de kwestie voorgelegd aan de agendacommissie van de Raad.

Ingeval van onduidelijkheid hebben de bepalingen van de Gemeentewet en het Reglement van Orde

voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Westland, voorrang.

Artikel 27 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en op dat moment vervalt elke eerdere versie van deze verordening.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening op de raadscommissies van de Raad van de gemeente Westland 2020.

  • 3. De bijlagen bij deze verordening te weten het “Protocol procesafspraken ruimtelijke procedures: bestemmingsplan en exploitatieplan (bijlage 1), resp. de Aanwijzing categorieën gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist (bijlage 2), resp. het Protocol procesafspraken Ruimtelijke Procedures: Omgevingsvergunning met grote buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan met verklaring van geen bedenkingen (bijlage 2a) maken onlosmakelijk deel uit van deze verordening.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 22 september 2020,

de griffier,

A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter,

B.R. Arends

Bijlage 1 PROTOCOL PROCESAFSPRAKEN RUIMTELIJKE PROCEDURES: BESTEMMINGSPLAN EN EXPLOITATIEPLAN

Vrijgeven voorontwerp bestemmingsplan voor inspraak

  • 1.

    In de Lange Termijn Agenda wordt bij ieder bestemmingsplan (in voorbereiding) een korte omschrijving vermeld van de inhoud van dat plan.

  • 2.

    Het college geeft een voorontwerp bestemmingsplan vrij voor inspraak. Bij actualiseringsplannen geldt het principe dat deze plannen niet worden vrijgegeven voor inspraak, tenzij het college anders beslist. Bij de voorbereiding van grootschalige ontwikkelingsprojecten (meer dan 100 woningen) en projecten met politiek zwaarwegende elementen wordt altijd de mogelijkheid tot inspraak geboden.

  • 3.

    Indien een voorontwerp bestemmingsplan voor inspraak ter inzage wordt gelegd doet het college hiervan een schriftelijke mededeling aan de raad. Technische vragen kunnen worden gesteld aan de vakafdeling. De raad heeft de mogelijkheid het voorontwerp bestemmingsplan te agenderen voor de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie Ruimte.

  • 4.

    Voor projecten in de kern met een oppervlakte van meer dan 1.000m2 en projecten met meer dan 10 woningen wordt er aan omgevingsmanagement gedaan. Dat wil zeggen dat de ontwikkelaar de omwonenden, belanghebbenden en stakeholders uitnodigt voor bijvoorbeeld een informatieavond om het project te bespreken en te peilen wat de gevoelens van de omgeving zijn. Het staat een initiatiefnemer vrij om dit te doen voor andere projecten.

  • 5.

    Indien er een informatieavond wordt georganiseerd, worden de leden van de raad eveneens uitgenodigd.

  • 6.

    Alle inspraakreacties worden doorgezonden aan de raad.

Terinzagelegging ontwerpbestemmingsplan (en ontwerp exploitatieplan) voor zienswijzen

  • 7.

    Het college geeft aan een ontwerp bestemmingsplan (en ontwerp exploitatieplan) ter inzage teleggen.

  • 8.

    Indien een ontwerp bestemmingsplan (en ontwerp exploitatieplan) ter inzage wordt gelegd doet het college hiervan een schriftelijke mededeling aan de raad. Technische vragen kunnen worden gesteld aan de vakafdeling. De raad heeft de mogelijkheid het ontwerp bestemmingsplan te agenderen voor de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie Ruimte.

Zienswijze en horen

  • 9.

    Alle ingediende zienswijzen worden doorgezonden naar de raad.

  • 10.

    De indieners van zienswijzen krijgen de mogelijkheid om de naar voren gebrachte zienswijze in een hoorzitting toe te lichten. De hoorzitting wordt in overleg tussen de griffie en de vakafdeling zo snel mogelijk na het verstrijken van de termijn van terinzagelegging ingepland. Na de hoorzitting wordt de concept nota van beantwoording opgesteld en wordt de nota met het (eventueel gewijzigde) ontwerp bestemmingsplan aangeboden aan de raadscommissie Ruimte en de gemeenteraad. Indieners van zienswijzen worden hiervan per e-mail op de hoogte gebracht d.m.v. toezending van de datum van behandeling in commissie en raad, waarbij tevens melding wordt gemaakt van de vindplaats van de stukken op de gemeentelijke website (inclusief de concept nota van beantwoording) met het telefoonnummer van de behandelaar.

Bijlage 2 AANWIJZING CATEGORIEËN GEVALLEN WAARIN EEN VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN NIET IS VEREIST

  • A.

    Algemene voorwaarde bij alle aangewezen categorieën gevallen

  • Er moet sprake zijn van een ruimtelijke ontwikkeling die past in de door de gemeenteraad vastgestelde ruimtelijke beleidskaders en de ruimtelijke beleidskaders van andere overheden.

  • B.

    Categorieën gevallen in stedelijk gebied

    • 1.

      Het bouwen en uitbreiden ten behoeve van de woonfunctie (woningen, woonzorgcentra, woonwagens et cetera) - inclusief bij die functie behorende bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen (garages, carports, parkeerkelders, zwembaden, et cetera)-, voor zover het geen omzetting betreft van bestaande functies in andere functies. Indien het wel een omzetting betreft van bestaande functies in andere functies mag het gaan om maximaal 10 woningen met een maximale bouwhoogte van 11 meter.

    • 2.

      Het bouwen en uitbreiden van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van voorzieningen van educatieve, medische, recreatieve, sociaal-maatschappelijke en levensbeschouwelijke aard (bijvoorbeeld scholen, sportvoorzieningen, horeca, gezondheidscentra, kerken, en dergelijke), voor zover het geen omzetting betreft van bestaande functies in andere functies. Indien het wel een omzetting betreft van bestaande functies in andere functies tot een maximum van 500m2.

    • 3.

      Het bouwen en uitbreiden van winkels, bedrijven en kantoren en de daarbij behorende voorzieningen, voor zover het geen omzetting betreft van bestaande functies in andere functies. Indien het wel een omzetting betreft van bestaande functies in andere functies tot een maximum van 500m2.

    • 4.

      Het bouwen en uitbreiden van openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer of het wegverkeer.

    • 5.

      Het veranderen van bestaande en het realiseren van nieuwe bruggen, lokale weg-, water-, parkeer- en groenvoorzieningen.

    • 6.

      Het bouwrijp maken, ophogen en het verrichten van andere noodzakelijke werken en werkzaamheden ten behoeve van de bovengenoemde functies en bestemmingen.

  • C.

    Categorieën gevallen op bedrijfsterreinen

    • 1.

      Het bouwrijp maken, ophogen, verharden en verrichten van andere noodzakelijke werken en werkzaamheden ten behoeve van de bedrijfsfunctie.

    • 2.

      Het aanleggen/aanpassen/wijzigen van de interne wegen-, water- en groenstructuur ten behoeve van de bedrijfsuitoefening.

    • 3.

      Het bouwen van bedrijfsgebouwen (geen dienstwoningen), bedrijfskantoren en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bedrijfsuitoefening, voorzover het geen verhoging van de toegestane milieucategorie betreft.

  • D.

    Categorieën gevallen in het buitengebied

    • 1.

      Het herbouwen, verbouwen en vergroten van bestaande en als zodanig bestemde burgerwoningen, in gebieden aangeduid op de Structuurvisie als glastuinbouwgebied met als uitgangspunt dat er geen extra woningen mogen worden toegevoegd.

    • 2.

      Het oprichten van een glastuinbouwbedrijf binnen gebieden aangeduid op de Structuurvisie als glastuinbouwgebied.

    • 3.

      Het herbouwen, verbouwen en vergroten van bestaande en als zodanig bestemde solitaire recreatiewoningen.

    • 4.

      Het herbouwen, verbouwen en vergroten van bestaande agrarische bedrijfswoningen en het bouwen van agrarische bedrijfsgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

    • 5.

      Het realiseren van projecten die passen in een vastgesteld natuurgebiedsplan.

  • E.

    Bijzondere categorieën gevallen die niet reeds vallen onder de hierboven genoemdecategorieën gevallen in de verschillende gebieden.

    • 1.

      Gevallen waarbij er sprake is van een urgent maatschappelijk belang of sociaal/medische noodzaak, waardoor het project zo spoedig mogelijk moet worden gerealiseerd.

    • 2.

      In gevallen dat de vaststelling van een integrale herziening van een bestemmingsplan voor een groter gebied in procedure is, en goed gemotiveerd kan worden dat het gewenst is om een bepaald project in dat gebied vooruitlopend op de vaststelling van het bestemmingsplan te realiseren.

    • 3.

      In gevallen waarvoor in de bestemmingsplannen een wijzigingsbevoegdheid of een uitwerkingsbevoegdheid is opgenomen.

Bijlage 2a: protocol procesafspraken ruimtelijke procedures: omgevingsvergunning met grote buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan met verklaring van geen bedenkingen

grote buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan met verklaring van geen bedenkingen

  • 1.

    In het geval een aanvraag om omgevingsvergunning betreft een grote buitenplanse afwijking van het bestemmingsplan waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de raad is vereist, wordt de aanvraag doorgezonden naar de raad. Na voorbereiding van de omgevingsvergunning stelt het college de raad voor de ontwerp verklaring van geen bedenkingen te verlenen c.q. te weigeren.

  • 2.

    In het geval er geen zienswijzen zijn ingediend tegen de ontwerp verklaring van geen bedenkingen om een omgevingsvergunning te verlenen c.q. te weigeren, wordt de ontwerp verklaring van geen bedenkingen aangemerkt als een definitieve verklaring van geen bedenkingen om de omgevingsvergunning te verlenen c.q. te weigeren.

  • 3.

    In het geval van zienswijzen tegen de ruimtelijke aspecten in een ontwerp verklaring van geen bedenkingen vindt naar aanleiding van de zienswijzen geen hoorzitting plaats.

  • 4.

    In het geval van zienswijzen tegen de ontwerp verklaring van geen bedenkingen stelt het college de raad onder overlegging van de omgevingsvergunning en beantwoording van de zienswijzen gemotiveerd voor de verklaring van geen bedenkingen voor de omgevingsvergunning te verlenen c.q. te weigeren.