Regeling vervallen per 01-01-2022

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent de subsidie om winkelcentra te versterken (Subsidieregeling Investeringsimpuls MKB Westland 2021)

Geldend van 13-03-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent de subsidie om winkelcentra te versterken (Subsidieregeling Investeringsimpuls MKB Westland 2021)

Het college van burgemeester en wethouders,

gelet op artikel 3, derde en vierde lid en artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Westland 2016;

overwegende dat: het de wens is om aantrekkelijke winkelcentra in de Westlandse dorpscentra te versterken en dat daarom de subsidieregeling wordt vastgesteld;

besluit vast te stellen de volgende subsidieregeling:

Subsidieregeling Investeringsimpuls MKB Westland 2021

Artikel 1 - Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    project: een activiteit met een aanvangsdatum en een einddatum, dat als oogmerk heeft een bijdrage te leveren aan het versterken van aantrekkelijke winkelcentra in de Westlandse dorpscentra, waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    aanvrager subsidiabele activiteiten onder artikel 4 a tot en met c: rechtspersoon met als doelstelling collectieve belangen behartigen ten behoeve van de Westlandse winkelcentra;

  • c.

    aanvrager subsidiabele activiteit onder artikel 4 d: rechtspersoon of natuurlijk persoon (bijvoorbeeld bij een eenmanszaak) met als doelstelling ondernemerschap, zoals bijvoorbeeld retailactiviteiten;

  • d.

    winkelcentrum: een eenduidig gebied in de dorpscentra van de Westlandse dorpskernen waar detailhandel is geconcentreerd;

  • e.

    dorpscentra van de Westlandse dorpskernen: het centrum van de in Westland gelegen dorpskernen, te weten: De Lier, ’s-Gravenzande, Honselersdijk, Kwintsheul, Maasdijk, Monster, Naaldwijk, Poeldijk en Wateringen.

Artikel 2 - Doel van de subsidieregeling

Het doel van de subsidieregeling is het versterken van aantrekkelijke winkelcentra in de Westlandse dorpscentra.

Artikel 3 - Verhouding Algemene subsidieverordening Westland 2016

De verordening is van toepassing, voor zover in deze regeling daarvan niet wordt afgeweken.

Artikel 4 - Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verleend ten behoeve van:

  • a.

    Onderzoek, gericht op versterking van de winkelcentra;

  • b.

    Versterking professionaliseren ondernemerschap, bijvoorbeeld door middel van trainingen;

  • c.

    Uitvoering van projecten, gericht op versterking van de winkelcentra;

  • d.

    Tegemoetkoming in de huurkosten voor startende ondernemers die zich vestigen in de hoofd/kernwinkelgebieden en reeds gevestigde ondernemers in Westland buiten de hoofd/kernwinkelgebieden, die hun onderneming verplaatsen naar de hoofd/kernwinkelgebieden.

Artikel 5 - Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidie wordt alleen verstrekt voor kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de subsidiabele activiteiten.

  • 2. Indien in de aanvraag personele kosten zijn opgenomen, dan moeten deze worden onderbouwd met het aantal uren en het uurtarief per medewerker.

Artikel 6 - Subsidieplafond

Met inachtneming van de begroting betreft het subsidieplafond voor 2021 € 225.000,-.

Artikel 7 - Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie ten behoeve van een onderzoeksactiviteit, zoals genoemd in artikel 4 onder a van deze subsidieregeling, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,-.

  • 2. De hoogte van de subsidie ten behoeve van de versterking professionaliseren ondernemerschap (bijvoorbeeld trainingen), zoals genoemd in artikel 4 onder b van deze subsidieregeling, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,-.

  • 3. De hoogte van de subsidie ten behoeve van projecten, zoals genoemd in artikel 4 onder c van deze subsidieregeling, bedraagt maximaal 60% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 30.000,-. Wanneer een aanvraag namens meerdere partijen wordt ingediend met één penvoerder, is het totale maximumbedrag gelijk aan het aantal partijen maal € 30.000,- per partij, waarbij de subsidiegrens van 60% van de subsidiabele kosten blijft gelden.

  • 4. De hoogte van de subsidie ten behoeve van ondernemers, zoals genoemd in artikel 4 onder d van deze subsidieregeling, bedraagt eenmalig € 5.000,-.

  • 5. Indien toepassing van lid 1 tot en met 3 ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 1.000,- wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 8 - De aanvrager

De subsidie kan voor de subsidiabele activiteiten van artikel 4 onder a tot en met c alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon. De subsidie kan voor de subsidiabele activiteit van artikel 4 onder d worden aangevraagd door zowel een rechtspersoon als door een natuurlijk persoon (bijvoorbeeld eenmanszaak).

Artikel 9 - Bij de aanvraag in te dienen gegevens

  • 1. Als een subsidieaanvraag wordt gedaan voor de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 4 onder a, b of c, dan bevat de aanvraag:

    • a.

      een kopie van een uittreksel Kamer van Koophandel;

    • b.

      cofinancieringsverklaringen van de co-financiers;

    • c.

      een projectplan, met daarin een omschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • d.

      een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd een bijdrage levert aan de doelstelling van de subsidie;

    • e.

      een gespecificeerde begroting, die inzicht geeft in de geraamde inkomsten en uitgaven voor zover deze betrekking hebben op de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd;

    • f.

      een tijdsplanning waaruit blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd binnen 6 maanden wordt aangevangen en binnen 2 jaar is uitgevoerd.

  • 2. Bij een aanvraag voor de subsidiabele activiteit genoemd in artikel 4 onder d dient alleen een kopie van een uittreksel Kamer van Koophandel en van de huurovereenkomst te worden overlegd.

Artikel 10 - Toekenningscriteria

  • 1. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. De datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als de datum van binnenkomst.

  • 2. De activiteiten komen enkel in aanmerking voor subsidie, indien de activiteiten een bijdrage leveren aan het versterken van aantrekkelijke winkelcentra in de Westlandse dorpscentra.

  • 3. De cofinanciering kan zowel in geld als op geld waardeerbare zaken (zoals: uren en natura) plaatsvinden. De omvang en wijze van de cofinanciering dient bij de aanvraag opgegeven te worden.

Artikel 11 - Weigeringsgronden en buiten behandelingstelling

  • 1. Subsidie kan worden afgewezen, indien sprake is van één of meer van de volgende omstandigheden:

    • a.

      het betreft activiteiten die voortkomen uit de activiteitenplannen van winkeliersverenigingen, alsmede BIZ-en, zoals bijvoorbeeld: Sinterklaasintocht, kerstmarkt, sfeerverlichting enzovoort;

    • b.

      de activiteiten uit de aanvraag dragen niet of onvoldoende bij aan de doelstellingen of de effectiviteit en de impact van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd staan niet in verhouding tot de hoogte van de gevraagde subsidie;

    • c.

      de aanvrager voldoet niet aan de voorwaarden die in deze subsidieregeling zijn gesteld om voor een financiële bijdrage in aanmerking te komen;

    • d.

      de activiteit heeft eerder subsidie ontvangen van gemeente Westland;

    • e.

      de activiteiten waarvoor de aanvraag wordt ingediend worden niet uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van Westland;

    • f.

      het subsidieplafond is bereikt;

    • g.

      de activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid, verordeningen of bestemmingsplannen.

  • 2. Een aanvraag voor eenzelfde project, die eerder op inhoudelijke gronden is afgewezen, wordt niet meer in behandeling genomen, tenzij de inhoud van de aanvraag substantieel is gewijzigd en de aanvrager hiervan melding maakt.

Artikel 12 - Inwerkingtreding en werkingsduur.

  • 1. Deze regeling treedt op de dag na bekendmaking op de wettelijk voorgeschreven wijze in werking tot en met 31 december 2021 en blijft van toepassing op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling Investeringsimpuls MKB Westland 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 2 maart 2021.

de secretaris

A.C. Spindler

de burgemeester

B.R. Arends

Toelichting algemeen

Het college heeft in het WestlandProgramma 2018-2022 en het Uitvoeringsprogramma 2019 haar ambitie uitgesproken om samen met de BIZ-en, winkeliersverenigingen en het MKB Westland de levendigheid, aantrekkelijkheid en veiligheid in de winkelgebieden verder te verbeteren, waarbij dorpscentra in Westland levendig blijven.

Om concreet invulling te kunnen geven aan deze ambitie is de subsidieregeling Investeringsimpuls MKB Westland 2021 geformuleerd. Deze subsidieregeling komt in de plaats van het MKB Investeringsfonds, dat in de periode 2016-2019 van kracht is geweest.

Het doel van de subsidie is het versterken van aantrekkelijke winkelcentra in de dorpscentra van de Westlandse dorpskernen, specifiek te weten: De Lier, ’s-Gravenzande, Honselersdijk, Kwintsheul, Maasdijk, Monster, Naaldwijk, Poeldijk en Wateringen.

Aanvragers in Westland dragen zelf actief activiteiten aan, die in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage vanuit het subsidiebudget, waarbij cofinanciering een nadrukkelijke voorwaarde is.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 2 - Doel van de subsidieregeling

Evenals bij het MKB Investeringsfonds Westland, dat van kracht was in de periode vanaf 2016 tot en met 2019, is deze subsidieregeling erop gericht om de aantrekkelijkheid van de Westlandse winkelcentra te vergroten en daarbij specifiek de detailhandels-, horeca- en toeristensector te versterken.

Deze sectoren omvatten in Westland ongeveer 900 bedrijven, waaronder circa 500 winkels, 200 horecabedrijven en 200 bedrijven in de commerciële publieksgerichte dienstverlening en is daarmee een belangrijke economische pijler voor de gemeente.

Aspecten zoals onder meer online-verkoop, gedragsverandering van bezoekers en bevolkingsgroei hebben effect op de winkelcentra in de Westlandse dorpskernen. De recente COVID-19 pandemie heeft eveneens zijn effect op de winkelgebieden, waarbij specifiek de horecasector zwaar getroffen is. Om te kunnen anticiperen op dergelijke aspecten is het noodzakelijk dat de gemeente een bijdrage levert om initiatiefnemers financieel te ondersteunen bij activiteiten met als doel de aantrekkelijkheid van de winkelcentra te versterken.

Artikel 4 - Subsidiabele activiteiten

Subsidieaanvragen kunnen worden verleend, indien de aanvragen het doel (zoals omschreven in artikel 2) dienen.

In artikel 4 onder a is beschreven dat subsidie kan worden verleend voor onderzoek naar de versterking van winkelcentra. Hierbij kan men denken aan het inhuren van een onderzoeksbureau om bijvoorbeeld inzicht te krijgen in mogelijkheden om een winkelcentrum aantrekkelijker te maken voor bezoekers, of leegstand tegen te gaan. Een dergelijke aanvraag kan worden gedaan door bijvoorbeeld een winkeliersvereniging, een BIZ of een andere belangenbehartiger van ondernemers in de winkelcentra.

In artikel 4 onder b is beschreven dat subsidie kan worden verleend voor het professionaliseren van ondernemerschap. Hierbij kan men denken aan bijvoorbeeld hulp bij het formeren van een stichting of vereniging bijvoorbeeld ten behoeve van een BIZ van een Westlandswinkelgebied. Indien een BIZ reeds is geformeerd, dan kan er bijvoorbeeld subsidie worden aangevraagd voor trainingen ten dienste van de professionalisering daarvan.

In artikel 4 onder c zijn subsidiemogelijkheden beschreven ten behoeve van projecten met als doel de winkelgebieden te versterken. Dit kan bijvoorbeeld zijn het projectmatig inhuren van een centramanager voor gerichte werkzaamheden ten dienste van de versterking van de winkelgebieden. Tevens kan er subsidie worden aangevraagd voor projecten gericht op fysieke veranderingen en/of aanpassingen in de winkelgebieden.

In artikel 4 onder d is beschreven dat startende ondernemers die zich vestigen in de hoofd/kernwinkelgebieden eenmalig in aanmerking kunnen komen voor een subsidie als tegemoetkoming in de huurkosten. Deze subsidie geldt tevens voor ondernemers die hun onderneming in Westland buiten de hoofd/kernwinkelgebieden gevestigd hebben en deze willen verplaatsen naar de hoofd/kernwinkelgebieden. De subsidiehoogte bedraagt een vast bedrag van € 5.000,- dat in eenmaal wordt uitgekeerd aan de ondernemer. Deze subsidie wordt slechts toegekend aan ondernemers die zich vestigen in of verplaatsen naar de hoofd/kernwinkelgebieden van de winkelcentra in de Westlandse dorpscentra, zoals omschreven in de detailhandelsvisie van de gemeente Westland.

Artikel 6 – Subsidieplafond

De hoogte van het subsidieplafond is afhankelijk van het budget dat het college hiervoor vaststelt. Voor het jaar 2021 is het budget vastgesteld op € 225.000,-.

Artikel 7 – Subsidiehoogte

Als een subsidieaanvraag wordt gedaan voor de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 4 onder a, b of c wordt een percentage van de subsidiabele kosten door de gemeente gesubsidieerd. Het overige deel dient de aanvrager zelf of met hulp van derden te financieren.

Bij een aanvraag voor een tegemoetkoming in de huurkosten als genoemd in artikel 4 onder d wordt er een vast bedrag van € 5.000,- aan subsidie verstrekt.

Artikel 8 – De aanvrager

Aanvrager subsidiabele activiteiten onder artikel 4 a tot en met c: zoals toegelicht in de begripsbepaling dient de rechtspersoon de doelstelling te hebben om collectieve belangen te behartigen ten behoeve van de Westlandse winkelcentra. Enkel deze rechtspersonen kunnen een aanvraag indienen voor deze subsidie om zorg te dragen dat er geen individuele belangen van bijvoorbeeld een individuele ondernemer worden behartigd.

Aanvrager subsidiabele activiteit onder artikel 4 d: dit kan een rechtspersoon zijn of een natuurlijk persoon, bijvoorbeeld bij een eenmanszaak. Het doel van deze subsidie is om ondernemers zich te helpen vestigen in of verplaatsen naar de kernen van de winkelgebieden om onder meer langdurige leegstand tegen te gaan.