Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen 2021 (Parkeerverordening 2021)

Geldend van 03-07-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen 2021 (Parkeerverordening 2021)

De raad van de gemeente Zaltbommel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 januari 2021;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP HET GEBRUIK VAN PARKEERPLAATSEN EN DE VERLENING VAN VERGUNNINGEN 2021 (PARKEERVERORDENING 2021)

Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen

Artikel A

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • e.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • f.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • g.

    vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen;

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • i.

    zone: binnen de gemeente gelegen door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gebied voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten ter zake van het parkeren van een motorvoertuig;

  • j.

    parkeertijd: maximale tijd dat een motorvoertuig tegen betaling van het vastgestelde tarief in een zone mag staan;

  • k.

    wachtlijst: betreft een lijst voor een te verstrekken tweede inwonersvergunning op basis van volgorde van inschrijving.

Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel B

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel C

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor voertuigen ten behoeve van het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2. Een vergunning kan in ieder geval worden verleend aan:

    • a.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een zone waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn (categorie 1: Inwoners);

    • b.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent, welk beroep of bedrijf is gevestigd in een zone waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in een zone een motorvoertuig te parkeren (categorie 2: Bedrijven);

    • c.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig die regelmatig in de binnenstad van Zaltbommel moet zijn om op woonadressen (para-)medische of maatschappelijke welzijnsdiensten te verlenen (categorie 3: Zorgen);

    • d.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig die als huisarts praktijk houdt in de binnenstad van Zaltbommel (categorie 4: Praktijkhoudende huisartsen);

    • e.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig die deze gebruikt ten behoeve van de gemeentelijke dienstverlening (categorie 5: Gemeentelijke dienstverlening);

    • f.

      een eigenaar of houder van een motorvoertuig dat gebruikt wordt ten behoeve van het uitoefenen en mogelijk maken van de weekmarkt gedurende de vastgestelde tijdstippen en tevens gekoppeld is aan de noodzakelijke marktvergunning (categorie 6: Standplaatshouders weekmarkt). Een eigenaar of houder van een motorvoertuig die na inwerkingtreding van deze Parkeerverordening een vergunning aanvraagt ten behoeve van het uitoefenen en mogelijk maken van de weekmarkt valt onder categorie 2: Bedrijven.

  • 3. Inwoners, zoals bedoeld in lid 2, onderdeel a, die uit hoofde van een andere categorie reeds een vergunning hebben, kunnen niet in aanmerking komen voor een vergunning van categorie 1: Inwoners.

  • 4. Inwoners, zoals bedoeld in lid 2, onderdeel a, die uit hoofde van categorie 1: Inwoners reeds een vergunning hebben, kunnen niet in aanmerking komen voor een vergunning van een andere categorie.

  • 5.

    • a.

      Per huisnummer kunnen in totaal maximaal twee vergunningen worden verleend uit categorie 1: Inwoners en categorie 2: Bedrijven, ongeacht het aantal bewoners en bedrijven op dat adres;

    • b.

      In afwijking van het bepaalde onder a kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen ten aanzien van het maximum aantal te vergeven eerste en tweede vergunningen in categorie 1: Inwoners en ten aanzien van het gebruik van een wachtlijst.

  • 6. Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

  • 7. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels vaststellen met betrekking tot het toewijzen van vergunningen ter uitwerking van de categorieën als genoemd in artikel C, lid 2.

Artikel D

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen 2 maanden na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste 2 maanden verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld

Artikel E

  • 1. Een vergunning wordt voor ten hoogste 12 maanden verleend.

  • 2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de periode waarvoor de vergunning geldt;

    • b.

      de zone waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend;

    • d.

      het type of soort vergunning;

    • e.

      een uniek vergunningnummer.

Artikel F

Het college van burgemeester en wethouders kan een vergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in de zone, waarvoor de vergunning is verleend;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voor zijn vergunning heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    om redenen van openbaar belang.

Afdeling III Verbodsbepalingen

Artikel G

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats te plaatsen of te laten staan.

  • 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel H

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Afdeling IV Strafbepaling

Artikel I

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V Toezichtsbepalingen

Artikel J

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen personen belast.

Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel K

  • 1. Vergunningen verleend voor het moment van de inwerkingtreding van deze verordening komen te vervallen tenzij deze op grond van deze verordening verleend hadden kunnen worden. Deze worden van rechtswege omgezet naar een vergunning conform deze verordening;

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan een overgangsregeling vaststellen voor vergunningen die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening komen te vervallen;

  • 3. Voorzover op grond van de parkeerverordening 2010 en de verordening tot eerste wijziging van de Parkeerverordening 2010 een vergunning kon worden verkregen en dit op grond van de parkeerverordening 2021 niet langer mogelijk is, blijven de bepalingen uit de parkeerverordening 2010 en de verordening tot eerste wijziging van de Parkeerverordening 2010 van kracht op:

    • a.

      aanvragen om vergunning die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening; en

    • b.

      besluiten op aanvragen die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet onherroepelijk zijn.

Artikel L

  • 1. De Parkeerverordening 2010, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 november 2009, laatstelijk gewijzigd op 27 februari 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is gelijk aan de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel M

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Parkeerverordening 2021’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zaltbommel in zijn vergadering van donderdag 18 maart 2021

De raad voornoemd,

de raadsgriffier,

drs. M.S.P. (Monique) Muurling

de voorzitter,

dhr. P.C. (Pieter) van Maaren