Regeling vervallen per 01-06-2018

Subsidiekader 2018

Geldend van 01-06-2017 t/m 31-05-2018

Intitulé

Subsidiekader 2018

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen ter uitwerking van artikel 2.3.2 van de subsidieregeling 2016; om voor de jaarsubsidies 2018 vast te leggen welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid:

Besluiten vast te stellen:

Subsidiekader 2018

1. Subsidieplafonds jaarsubsidies 2018 

Het college stelt voor de jaarsubsidies 2018 de volgende subsidieplafonds vast:

 

Programma(onderdelen)

Subsidieplafond jaarsubsidies 2018

Programma 1: iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee

 

Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan (armoedebeleid)

€ 1.161.815

Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren en Beperken uitval in het onderwijs

€ 4.198.589

Programma 2: vergroten zelfredzaamheid en participatie

 

Bevorderen opgroeiklimaat voor jongeren en Bevorderen zorg op maat voor jongeren

€ 6.054.384

Combinatiefunctionarissen Cultuur

€ 264.110

Sportstimulering

€ 24.332

Langer zelfstandig wonen, bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden, Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking

€ 5.083.843

Wijkgerichte functie van wijkverpleegkundige

€ 61.000

Vrijwilligersondersteuning, mantelzorgondersteuning en cliëntondersteuning

€ 2.387.901

Programma 4: Stimuleren vrije tijdsklimaat: cultuur, sport, evenementen

 

Behouden en versterken breed toegankelijke en aantrekkelijke vrijetijdsvoorziening Cultuur

€ 8.902.224

Bevorderen bruis, levendige stad: cultuur

€ 58.438

Bevorderen bruis, levendige stad: sport

€ 9.514

Bevorderen bruis, levendige stad: Bevorderen deelname aan sport door bijzondere doelgroepen en stimuleren maatschappelijke activiteiten door sportverenigingen

€ 55.000

Om te sturen op de inzet van middelen zodat we voor onze inwoners het beste bereiken wordt gewerkt met subsidieplafonds. Het totaal aan te verlenen subsidies per programma kan niet hoger zijn dan het plafond dat voor dit programma is vastgesteld. Omdat deze plafonds worden vastgesteld voordat de begroting 2018 is vastgesteld hebben burgemeester en wethouders op basis van artikel 3, lid 1, de bevoegdheid om deze plafonds te verlagen wanneer de behandeling van de begroting 2018 door de raad daartoe aanleiding geeft.

2. Beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid

Het budget wordt verdeeld op basis van een kwalitatieve beoordeling en rangschikking van de voorstellen. De beoordelingscriteria en het systeem van toekennen van punten is vastgelegd in artikel 2.3 van de Subsidieregeling 2016.

Ter uitwerking van dit artikel wordt hieronder aangegeven welke aspecten betrokken worden bij de beoordeling van het belang van activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid.

Maatwerk in spelen en leren en beperken uitval in onderwijs (Programma 1.1 en 1.2)

In dit programma willen we de volgende doelstellingen en effecten bereiken:

Maatwerk in spelen en leren:

Voor ieder kind, iedere jongere of volwassene wordt gezocht naar een passende speel- (0-4 jaar) of leeromgeving (4-27 jaar) zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De subsidies onder deze doelstelling worden met name preventief ingezet.

Effecten:

  • 1.

    Meer kinderen en jongeren ontwikkelen zich tot een voor hen zo hoog mogelijk niveau, zo mogelijk met een startkwalificatie.

  • 2.

    Kinderen en jongeren van nul tot 27 jaar krijgen betere ontwikkelingskansen.

  • 3.

    Kinderen met een (taal)ontwikkelingsachterstand boeken extra leerwinst zodat de achterstand verkleind wordt.

  • 4.

    Het kinderopvang- en/of onderwijsaanbod en –huisvesting is kwalitatief goed en wordt behouden of verhoogd.

Beperken uitval in het onderwijs

Voor ieder kind en iedere jongere kan (maatwerk) begeleiding ingezet worden zodat voorkomen wordt dat hij of zij uitvalt in het onderwijs.

Effecten:

  • 1.

    Elk kind en elke jongere ontvangt de juiste ondersteuning.

  • 2.

    De uitval in het onderwijs wordt beperkt.

  • 3.

    De doorstroom binnen het onderwijs en naar de arbeidsmarkt wordt bevorderd.

  • 4.

    Ouders zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.

  • 5.

    De samenwerking met andere organisaties wordt geoptimaliseerd voor een integrale aanpak.

Accenten bij de beoordeling van de subsidies onderwijs 2018

  • 1.

    Subsidieaanvragen voor binnen- en buitenschoolse activiteiten, initiatieven met leertijdverlenging en/of weekend- en zomerscholen ontvangen meer punten als zij onderling afgestemd zijn.

  • 2.

    Subsidieaanvragen voor activiteiten die ouderbetrokkenheid bevorderen, ontvangen meer punten als zij onderling afgestemd zijn.

 

Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan/armoedebeleid (Programma 1.4)

De subsidies die in dit programma verstrekt worden, dragen eraan bij dat problemen als gevolg van armoede opgelost of voorkomen worden. Hiervoor worden jaarlijks subsidie verstrekt aan:

  • o

    Stichting Mensen in de minima

  • o

    Formulierenbrigade

  • o

    Stichting Leergeld

  • o

    Humanitas Thuisadministratie

  • o

    Voedselbank

  • o

    Xtra Plus/JIP

  • o

    Schuldhulpmaatjes

  • o

    Emma (eerder melden minder achterstand)

  • o

    Bibliotheek voor gebruik van de Zoetermeerpas

 

Na besluitvorming door de raad in het najaarsdebat is bekend voor welke zaken en hoe de Klijnsma gelden voor armoedebestrijding onder kinderen ingezet worden.

Bevorderen opgroeiklimaat en zorg op maat voor jongeren (Programma 2.1 en 2.2)

Met name voor de financiering van activiteiten onder programmadoelstelling 2.1 worden subsidies verstrekt. De financiering van zorg onder doelstelling 2.2 vindt voornamelijk plaats via inkoopcontracten. Ook het schoolmaatschappelijk werk voor het primair onderwijs in Zoetermeer wordt vanaf 2018 via een aanbesteding ingekocht. Dit betekent dat er voor het uitvoeren van deze dienst geen subsidie meer verleend zal worden door de gemeente.

 

Doelen en effecten

Opvoedproblemen ontstaan of blijven bestaan door een samenspel van factoren op het niveau van het gezin, de sociale omgeving en de hulpverlening. Binnen dit programma willen we (verdere) problemen voorkomen door preventieve jeugd- en gezinsondersteuning die erop gericht is de afstemming tussen deze factoren te versterken. De leefwereld van kinderen en hun ouders staat hierbij centraal. Juist het benutten en versterken van de kracht van het gezin in zijn sociale omgeving is het startpunt van de hulpverlening.

 

De ondersteuning:

  • wordt aangeboden op de belangrijkste vindplaatsen: binnen het onderwijs, thuis, in de wijk of op de (sport)vereniging;

  • is flexibel en gericht op het snel kunnen signaleren van, en anticiperen op, risicofactoren;

  • is gericht op:

    • a)

      Informatie en advies rond vragen die spelen bij het opvoeden en opgroeien;

    • b)

      Groepstraining voor jeugdigen en hun ouders;

    • c)

      Capaciteitsversterking van professionals die een signalerende en anticiperende rol hebben op scholen en (sport-)verenigingen;

    • d)

      (Praktische) ondersteuning thuis voor de jeugdige en het gezin;

    • e)

      Normalisering, daar waar gespecialiseerde jeugdhulp is afgerond.

  • sluit aan bij de vraag en behoefte van jeugdigen (0 – 23 jaar).

 

Speerpunten 2018

  • 1.

    aansluiten bij de meest voorkomende risicofactoren

Om oplossingsgericht te kunnen werken, wordt van organisaties verwacht dat zij met hun preventieve ondersteuningsaanbod aansluiting vinden bij de meest voorkomende risicofactoren en bij de meest recente ontwikkelingen.

 

Uit recente onderzoeken komt een aantal risicofactoren naar voren die de kans op het gebruik van jeugdhulp vergroten 1 . Bij de ontwikkeling van een passend aanbod preventieve jeugd- en gezinsondersteuning in 2018 wordt, uitgaande van deze analyses, ingezet op de volgende risicofactoren:

 

  • 1.

    Jeugdigen die thuis een echtscheiding meemaken;

  • 2.

    Jeugdigen die opgroeien in een éénoudergezin;

  • 3.

    Jeugdigen met een (lichamelijk of psychisch) zieke, beperkte of verslaafde ouder;

  • 4.

    Jeugdigen met lichte emotionele en psychologische problemen;

  • 5.

    Jeugdigen waarvan de ouder als kind een Onder Toezicht Stelling (OTS) heeft gehad;

  • 6.

    Jeugdigen die een vorm van nazorg nodig hebben na beëindiging van gespecialiseerde jeugdhulp voorzieningen.

 

De gemeente hecht belang aan de beschikbaarheid van passend aanbod in relatie tot al deze vraagstukken. Het huidige aanbod richt zich op het voorkomen van een deel van deze risico’s. Dit betekent dat er vanaf 2018 een budgettaire verschuiving zal plaatsvinden om het aanbod meer te laten aansluiten.

 

  • 2.

    Versterken eigen kracht

Van organisaties wordt verwacht dat zij gezinnen, jeugdigen en hun sociale omgeving ondersteunen bij het oplossen en beheersbaar maken van kwetsbaarheid en het versterken van de eigen mogelijkheden. Om de eigen kracht van jongeren en gezinnen te versterken wordt ingezet op de volgende onderdelen:

  • vergroten van de toegankelijkheid tot informatie en advies;

  • werken vanuit een rechtenbenadering (dit betekent dat we erop gericht zijn om kinderen toe te rusten om zelf voor hun rechten en belangen op te komen);

  • versterken van jongerenparticipatie;

  • vergroten van de inzet van ervaringsdeskundigheid.

 

De strategie hiertoe moet duidelijk terug te vinden zijn in de subsidie aanvraag.

 

  • 3.

    Themagericht i.p.v. organisatiegericht

De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in het versterken van onderlinge afstemming. Organisaties in de stad zijn hierdoor bekend met elkaars aanbod en kunnen, indien nodig, snel naar elkaar doorverwijzen.

 

In 2018 wordt verwacht dat organisaties veel meer inzetten op het samen ontwikkelen en vernieuwen van aanbod, gericht op een doelstelling m.b.t. de bovengenoemde risicofactoren. Dat betekent dat van organisaties verwacht wordt dat de subsidie aanvraag de onderlinge afspraken hierover reflecteert. Indien mogelijk vragen organisaties gezamenlijk een subsidie aan om een overkoepelende doelstelling te bereiken. De beoordeling van de subsidie aanvragen en de gesprekken hierover tussen de gemeente en de organisaties zullen vanuit dit uitgangspunt ook (deels) groepsgewijs plaatsvinden.

 

Langer zelfstandig wonen, bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden meedoen naar vermogen (Programma 2.3, 2.4 en 2.5) 

In dit programma willen we de volgende doelstellingen en effecten bereiken:

(Langer) zelfstandig wonen en ‘Meedoen naar vermogen (ongeacht aard v/d beperking)

  • Kwetsbare inwoners zijn weer zelfredzamer geworden.

  • Kwetsbare inwoners hebben weer regie op hun eigen leven.

  • Kwetsbare inwoners hebben hun netwerk versterkt.

  • Kwetsbare inwoners zijn ondersteund bij het vinden / organiseren / zelf uitvoeren van activiteiten om hun welzijn te bevorderen.

  • Voorheen eenzame inwoners voelen zich minder eenzaam.

  • Meer inwoners maken gebruik van informele hulp of lichte ondersteuning in plaats van formele zorg.

  • De betrokkenheid, leefbaarheid en samenhang binnen de buurt of wijk zijn versterkt.

  • Mantelzorgers en zorgvrijwilligers voelen zich ondersteund, zodat zij zich optimaal kunnen richten op het bieden van informele zorg.

  • Mantelzorgers voelen zich gewaardeerd door de gemeente voor hun verleende zorg.

  • De hulpvraag van (kwetsbare) inwoners is verhelderd en de inwoner is naar passende hulp geleid.

  • Vrijwilligers(organisaties) die bijdragen aan de doelen van dit programma worden ondersteund / gefaciliteerd.

     

Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden 

  • (kwetsbare) Inwoners focussen zich minder op afwezigheid van ziekten en aandoeningen en meer op de mogelijkheden om met ziekten, beperkingen en tegenslagen om te gaan.

  • Inwoners richten zich meer op preventie en een gezondere levensstijl: gezonde voeding en meer bewegen

Speerpunten 2018

  • De tender mantelzorg- en vrijwilligersondersteuning loopt per 1-1-2018 af. Aan de opdracht voor het samenwerkingsverband dat de tender gewonnen had is met ingang van 2016 ook cliëntondersteuning toegevoegd. Het college van B&W wil voor het subsidiejaar 2019 opnieuw een opdracht uitzetten om te komen tot een meerjarenafspraak, voor in ieder geval de drie onderwerpen gezamenlijk, maar wellicht ruimer. Dit zal gebeuren op basis van een nader uit te werken visie en programma van eisen. Vooruitlopend hierop wordt voor het subsidiejaar 2018 in ieder geval extra aandacht gevraagd voor de GGZ doelgroep en voor het groepsgewijs inzetten van vrijwilligers en voor eenmalige activiteiten. Voorstellen ingediend door een samenwerkingsverband dat zich in samenwerking en binnen de grenzen van het subsidieplafond richt op alle doelgroepen en thema’s hebben de voorkeur.

  • Vanaf 2018 wordt het budget ten behoeve van bemoeizorg en preventie maatschappelijke opvang van de gemeente Den Haag overgedragen aan de regiogemeenten, en dus ook de gemeente Zoetermeer. Daarmee kan beter worden aangesloten bij de verschillende lokale situaties. De kaders voor de inzet van het budget (via inkoop of subsidie) worden na besluitvorming van de raad hierover bekend gemaakt.

  • Binnen de wijkverpleging worden twee functies onderscheiden: de medische, cliëntgerichte functie en de wijkgerichte functie. Bij deze laatste functie werkt de wijkverpleegkundige integraal en over de verschillende domeinen heen. De kracht van deze manier van werken is dat zwaardere zorg in veel gevallen voorkomen kan worden, waardoor kosten worden bespaard. De zorgverzekeraar financiert de medische functie. De zorgverzekeraars vragen aan de gemeente de financiering van de wijkgerichte functie op zich te nemen. Dit zal gebeuren door de betreffende organisatie subsidie te verlenen.

  • Vanuit hun nieuwe rol als sociaal makelaar ondersteunt Palet Welzijn organisaties bij het opzetten van welzijnsactiviteiten voor ouderen. Organisaties die deze activiteiten organiseren kunnen contact opnemen met Palet. Subsidieaanvragen voor welzijnsactiviteiten voor ouderen worden doorverwezen naar Palet Welzijn. 

Stimuleren vrije tijdsklimaat: cultuur, sport, evenementen (Programma 4.1 en 4.2) 

Breed toegankelijke en aantrekkelijke vrijetijdsvoorzieningen (Cultuur)

De subsidies die in dit programma verstrekt worden dragen er aan bij dat er laagdrempelig toegankelijke culturele voorzieningen beschikbaar zijn en dat er bruis is in de stad. Hiervoor worden jaarlijks subsidies verleend aan:

  • o

    Bibliotheek

  • o

    Boerderij

  • o

    CKC

  • o

    Historisch genootschap Oud Zoetermeer

  • o

    Filmhuis Cameo

  • o

    Stadstheater

  • o

    Stadsmuseum

  • o

    Terra

  • o

    Zoetermeer FM

 

Bruis, levendige stad: Subsidiering amateurkunst in 2018

Met het cultuurfonds wordt besproken of het fonds vanaf 2018 de subsidieverlening voor de kleine amateurverenigingen overneemt. Daarbij geldt het uitgangspunt dat er in ieder geval voor 2018 geen ingrijpende beleidswijzigingen ten opzichte van de afgelopen jaren plaatsvinden. De betreffende organisaties worden medio juni uitgenodigd voor een gesprek met de cultuurmakelaar en gemeente om van gedachten te wisselen over de toekomst. Zij worden dan tevens geïnformeerd over de te volgen procedure voor de aanvragen voor 2018.

  

Bruis, levendige stad: tijdelijke impuls verbinding sport aan maatschappelijke doelstellingen

In de ‘Sportagenda 2017 en verder’ (maart 2017) staat opgenomen dat we de sport en maatschappelijke doelstellingen in hogere mate aan elkaar willen verbinden. Hiernaast willen we aanvullende aandacht besteden aan sportparticipatie van specifieke doelgroepen. Hiertoe is al voor 2017 t/m 2019 een tweetal tijdelijke impulsbudgetten vrijgemaakt.

In 2018 zullen de hiervoor vrijgemaakte impulsbudgetten verdeeld worden op basis van uitgeschreven ‘uitdagingen’ waar een bedrag aan gekoppeld wordt om deze uitdaging op te pakken. Sportaanbieders kunnen in aanmerking komen voor het bedrag door (samen met andere sportaanbieders/professionele partners) een idee in te dienen hoe zij de uitdaging aangaan. Er wordt hiervoor een aparte tijdelijke subsidieregeling vastgesteld (Sport als supporter van Zoetermeer). Aanvragen kunnen worden ingediend tussen 15 september en 15 oktober 2017.

 

Om te zorgen voor bruis in de stad worden daarnaast subsidies verleend aan evenementen die voldoen aan de criteria uit de evenementennota. Dit maakt geen onderdeel uit van dit subsidiekader.

  

 

Ondertekening

Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2017.
Ondertekening, Zoetermeer 23 mei 2017
de secretaris, de burgemeester,
drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot

Noot
1

Gezondheid en leefstijl jongeren Zoetermeer 2016, gezondheidsgegevens van 12- tot en met 18- jarigen (GGD Haaglanden, September 2016),

Terecht in de Jeugdzorg, voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik (SCP, Januari 2013),