Regeling vervallen per 01-07-2015

Fraudeverordening WWB en WIJ 2009

Geldend van 08-10-2009 t/m 30-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-10-2009

Intitulé

Fraudeverordening WWB en WIJ 2009

FRAUDEVERORDENING WWB EN WIJ 2009

Besluit van de Raad

Registernummer: SvE/09321-b

De raad van de gemeente Zoeterwoude,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethoudersvan 1 september 2009,gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 12, eerste lid onderdeel c van de Wet investeren in jongeren (WIJ),

overwegende dat het noodzakelijk is het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB en WIJ bij verordening te regelen,

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Fraudeverordening WWB en WIJ 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de WIJ: de Wet investeren in jongeren;

    • b.

      de WWB: de Wet werk en bijstand;

    • c.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van Zoeterwoude;

    • d.

      uitkering: bijstand zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de WWB of de inkomensvoorziening zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van de WIJ;

    • e.

      belanghebbende: de persoon die bijstand of een werkleeraanbod heeft aangevraagd, ontvangt dan wel heeft ontvangen;

    • f.

      GBA: Gemeentelijke BasisAdministratie;

    • g.

      handhavingsbeleid: beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB en WIJ, gebaseerd op voorlichting over rechten en plichten, ter bevordering van een optimale dienstverlening, een snelle fraudedetectie en adequate afhandeling en sanctionering op basis van de Afstemmingsverordening;

    • h.

      samenloopsignalen: meldingen van het Inlichtingenbureau over belanghebbenden die in een of meerdere bestanden die door het Inlichtingenbureau, bedoeld in artikel 63 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI), worden geraadpleegd, voorkomen;

    • i.

      werkleeraanbod: het aanbieden van algemeen geaccepteerde arbeid, een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, waaronder begrepen scholing, opleiding of sociale activering alsmede ondersteuning bij arbeidsinschakeling;

    • j.

      sociale recherche: een samenwerkingsverband van 22 gemeenten waaronder Zoeterwoude, werkzaam op het gebied van het opsporen en bestrijden van fraude met sociale zekerheidsuitkeringen;

  • 2. Begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de WWB, de WIJ en de Algemene wet bestuursrecht (AWB).

Artikel 2 Handhavingsbeleid

Het college stelt nadere regels ten aanzien van het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB en WIJ.

Artikel 3 Dienstverlening

Het college stelt zich ten doel de dienstverlening, waaronder begrepen communicatie en voorlichting, aan belanghebbenden op een deskundige en effectieve wijze te laten plaatsvinden.

Artikel 4 Inlichtingenplicht

De belanghebbende die, desgevraagd of eigener beweging, geen, onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt of handelingen verricht dan wel nalaat met als doel het verkrijgen of behouden van een uitkering of een werkleeraanbod, maakt zich schuldig aan misbruik of oneigenlijk gebruik van de WWB of WIJ.

Artikel 5 Valideren van gegevens

  • 1. Bij de aanvraag van bijstand of een werkleeraanbod wordt het GBA en Suwinet-Inkijk geraadpleegd ter beoordeling van de rechtmatigheid van de aanvraag.

  • 2. Lopende de uitkering of het werkleeraanbod wordt wekelijks bij het Inlichtingenbureau informatie opgevraagd met betrekking tot samenloopsignalen die direct na ontvangst worden beoordeeld en zo nodig nader onderzocht.

Artikel 6 Inschakelen sociale recherche

Indien daartoe naar de mening van het college aanleiding bestaat, wordt de sociale recherche gevraagd een onderzoek in te stellen.

Artikel 7 Het doen van aangifte

Bij vastgesteld misbruik of oneigenlijk gebruik doet het college in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie gehanteerde richtlijnen aangifte bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking acht dagen na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2009. Deze verordening vervangt de “Fraudeverordening Wet werk en bijstand” die met het inwerkingtreden van deze verordening komt te vervallen.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de “Fraudeverordening WWB en WIJ 2009”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 24 september 2009,
de griffier,
A.J. Niesthoven
de voorzitter,
E.G.E.M. Bloemen

Toelichting

Algemene toelichting

Op 1 oktober 2009 treedt de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd. Het werkleerrecht berust op de uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

De WIJ verplicht gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daartoe moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren vanaf 18 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Deze inkomensvoorziening is alleen beschikbaar als het werkleeraanbod wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden zijnerzijds geen optie is, dit aanbod onvoldoende inkomsten genereert of er nog geen werkleeraanbod kan worden gedaan. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ.

De relatie tussen werken/leren en een uitkering is fundamenteel anders dan de WWB, waarbij het recht op bijstand vooropstaat met als afgeleide de plicht tot arbeidsparticipatie. Met de WIJ wordt een ‘paradigmawisseling’ beoogd: is het uitgangspunt in de WWB ‘een uitkering, mits’ in de WIJ is dit omgedraaid en geldt als uitgangpunt ‘geen uitkering, tenzij’.

Vanaf 1 oktober 2009 kunnen jongeren tussen de 18 en 27 jaar dus geen bijstandsuitkering meer aanvragen, maar wel een werkleeraanbod, zo nodig gecombineerd met een (gedeeltelijke) inkomensvoorziening of, als er (nog) geen aanbod is vastgesteld, daarvoor in de plaats een inkomensvoorziening.

Waar het college de opdracht heeft gekregen om de WIJ uit te voeren, is het de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om een vijftal verordeningen vast te stellen ofwel de betreffende WWB-verordeningen zodanig te wijzigen dat zij ook van toepassing zijn op jongeren tot 27 jaar. Deze verordening over fraudebestrijding is één van die verordeningen.

Fraudeverordening WWB en WIJ 2009

Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB is reeds in een fraudeverordening vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten wordt voorgesteld om het handhavingsbeleid voor de WIJ op te nemen in de fraudeverordening op grond van de WWB. De “Fraudeverordening Wet werk en bijstand” is daarom aangepast, opnieuw geredigeerd en tot slot tevens gewijzigd. De belangrijkste wijziging is dat het artikel dat een jaarlijks fraudebeleidsplan voorschreef, is geschrapt. Daarvoor in de plaats is in artikel 2 gesteld dat het college nadere regels zal stellen met betrekking tot het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB en WIJ.

Zodoende is ook de naam van de “Fraudeverordening Wet werk en bijstand” die op 14 oktober 2004 is vastgesteld, veranderd in “Fraudeverordening WWB en WIJ 2009”.

Nota van toelichting Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Handhavingsbeleid

De bevoegdheid om het handhavingsbeleid verder uit te werken wordt met dit artikel gedelegeerd aan het college. Het college is beter dan de raad in staat een en ander vanuit de praktijk vorm te geven en zonodig aan te passen.

Artikel 3 Dienstverlening

Een goede dienstverlening waarin rechten en plichten transparant en duidelijk worden gecommuniceerd, is van wezenlijk belang en het begin van fraudebestrijding. Dit artikel geeft dit voortdurende streven weer.

Vanuit het oogpunt van preventie is het erg belangrijk dat belanghebbende op de hoogte is van zijn rechten en plichten. Een persoonlijke benadering zal ertoe bijdragen dat belanghebbende zich met vragen of opmerkingen spontaan zal melden, hetgeen niet alleen de samenwerking ten goede zal komen, maar ook de rechtmatigheid.

Artikel 4 Inlichtingenplicht

Dit artikel is een “vertaling” van artikel 17 van de WWB en de artikelen 44 en 45 van de WIJ die over de inlichtingenplicht handelen. Het is hier opgenomen om het belang ervan te onderstrepen.

Artikel 5 Valideren van gegevens

Dit artikel regelt dat de gemeente zich actief informeert en controleert door gebruik te maken van de beschikbare digitale middelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van WWB en WIJ tegen te gaan.

Artikel 6 Inschakelen sociale recherche

De sociale recherche wordt in het algemeen ingeschakeld, als voorgaande acties geen of onvoldoende licht hebben geworpen op een geval van vermoedelijke fraude en het vermoeden is blijven bestaan.

Artikel 7 Het doen van aangifte

Volgens de thans geldende richtlijnen gaat het Openbaar Ministerie (OM) tot strafvervolging over, als het brutoschadebedrag € 6.000 of meer bedraagt. Bij recidive binnen vijf jaar is dit bedrag

€ 3.000.

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

De gemeenteraad stelt de beleidskaders vast. Het college is belast met de uitvoering van beleid en op onderdelen met de nadere uitwerking daarvan. Doen zich situaties voor waarin niet is voorzien of waarin onverkorte toepassing van de gestelde bepalingen onverhoopt tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, dan is het aan het college om besluiten te nemen waarin recht wordt gedaan aan enerzijds het belang van handhaving van het gemeentelijk beleid en anderzijds het individuele belang van de jongere. Dat kan onder omstandigheden betekenen dat besluiten worden genomen die afwijken van deze verordening.

Artikel 9 en 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze artikelen behoeven geen toelichting.