Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland houdende regels omtrent nazorgheffing bij gesloten stortplaatsen (Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2014)

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland houdende regels omtrent nazorgheffing bij gesloten stortplaatsen (Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2014)

Gelet op:

artikel 14.44 Wet milieubeheer;

 

Besluiten:

Vast te stellen de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2014 met bijbehorende tarieventabel

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Wet milieubeheer;

  • b. storten van afvalstoffen: op of in de bodem brengen van afvalstoffen, al dan niet in verpakking,om deze stoffen daar te laten;

  • c. stortplaats: inrichting waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort, danwel het gedeelte van een inrichting waar afvalstoffen worden gestort, indien in de inrichting niet uitsluitend afvalstoffen worden gestort;

  • d. gesloten stortplaats: stortplaats ten aanzien waarvan de in artikel 8.47, derde lid, van de wet, bedoelde verklaring is afgegeven;

  • e. bedrijfsgebonden stortplaats: stortplaats waar uitsluitend afvalstoffen worden gestort, die afkomstig zijn van binnen de inrichting waartoe de stortplaats behoort;

  • f. doelvermogen: het voor de eeuwigdurende nazorg benodigde vermogen, dat op het moment van aanvang van de nazorg moet zijn opgebracht;

  • g. sluitingsverklaring: verklaring als bedoeld in artikel 8.47, derde lid, van de wet

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de naam 'nazorgheffing' wordt bij wijze van een directe provinciale belasting een heffing geheven ter bestrijding van de kosten gemoeid met:

  • a. de in artikel 8.49, eerste lid, van de wet bedoelde zorg voor de in de provincie Zuid-Holland gelegen stortplaatsen;

  • b. de dekking van de aansprakelijkheid, bedoeld in artikel 6:176, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

     

Artikel 3 Belastingplicht

De nazorgheffing wordt geheven van degene die een stortplaats drijft.  

Artikel 4 Vrijstellingen 

De nazorgheffing wordt niet geheven terzake van baggerspeciestortplaatsen, die worden gedreven of mede worden gedreven door de minister van Verkeer en Waterstaat.  

Artikel 5 Maatstaf van de heffing 

De nazorgheffing wordt geheven per stortplaats.  

Artikel 6 Tarieven

  • 1.

    De nazorgheffing wordt zodanig vastgesteld dat uit de opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsopbrengsten de kosten kunnen worden bestreden, die naar verwachting gemoeid zullen zijn met de uitvoering van het in artikel 8.49, derde en vierde lid van de wetbedoelde nazorgplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd, of indien geen nazorgplan geldt, de in artikel 8.49 van de wet bedoelde zorg voor die stortplaats.

  • 2.

    De nazorgheffing wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 3.

    In het jaar dat de sluitingsverklaring wordt afgegeven is het tarief van de heffing gelijk aan het verschil tussen (i) het doelvermogen zoals dat op het moment van afgifte van de sluitingsverklaring kan wordenbepaald en (ii) de stand van de reserve ten behoeve van de nazorg van de stortplaats zoals die blijkt uit de jaarrekening van dat fonds zoals dat is vastgesteld voorafgaand aan het jaar van afgifte van de sluitingsverklaring.  

  • 4.

    A. Als het opgebouwd vermogen in enig kalenderjaar meer bedraagt dan 105% van het vermogen dat tot in dat kalenderjaar moet zijn opgebracht teneinde het doelvermogen te bereiken, wordt de nazorgheffing in dat kalenderjaar zodanig vastgesteld dat het opgebouwd vermogen in dat kalenderjaar 105% bedraagt van het vermogen dat tot in dat kalenderjaar moet zijn opgebracht.

    B. Als het opgebouwd vermogen in enig kalenderjaar meer bedraagt dan 105% van het vermogen dat tot in dat kalenderjaar moet zijn opgebracht teneinde het doelvermogen te bereiken, wordt de nazorgheffing in dat kalenderjaar zodanig vastgesteld dat het opgebouwd vermogen in dat kalenderjaar 105% bedraagt van het vermogen dat tot in dat kalenderjaar moet zijn opgebracht.

    C. Over opgebouwd doelvermogen tussen de 95 en 105% wordt niet geheven.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is een kalenderjaar.  

Artikel 8 Wijze van heffing 

De nazorgheffing wordt geheven bij wege van aanslag.  

Artikel 9 Tijdstip van betaling

De verschuldigde nazorgheffing moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.  

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de nazorgheffing wordt geen kwijtschelding verleend.  

Artikel 11 Voorlopige aanslag

1. Na aanvang van het belastingtijdvak kan de in artikel 227a, tweede lid, sub b van de Provinciewetbedoelde provincieambtenaar aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag opleggen tot tenhoogste het bedrag, waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

2. Een voorlopige aanslag kan met inachtneming van het in de vorige volzin bepaalde, door een ofmeer voorlopige aanslagen worden aangevuld.

3. De voorlopige aanslagen worden met de aanslag verrekend.  

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2014 en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

2. Deze verordening wordt aangehaald als Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2014.

Ondertekening

Den Haag, 17 september 2014
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
drs. J. SMIT, voorzitter
drs. R.H. VAN LUIJK, griffier
 

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij artikel 6 van de Verordening nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Zuid-Holland 2014

Locatie

Aanvang nazorg

Storten beëindigd?

(J/N)

Te bereiken doelvermogen

(in € 1.000)

Heffing 2021

(in €)

1. Crayestein-West

2045

J

8.448

0

2. Mineralz Maasvlakte

2052

N

19.358

-/- 1.487.209

3. Derde Merwedehaven

2023

J

14.762

0