Regeling vervallen per 01-01-2020

‘Overlegprotocol provincies’ na besluit van Gedeputeerde Staten van 19 april 2016 (PZH-2016-542817308) tot vaststelling van de wijzigingen in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

‘Overlegprotocol provincies’ na besluit van Gedeputeerde Staten van 19 april 2016 (PZH-2016-542817308) tot vaststelling van de wijzigingen in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen

Het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO) enerzijds

en

de ABVAKABO FNV/NOVON, CNV Publieke Zaak en de CMHF, anderzijds;

gelet op de overeenkomst inzake de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid;

zijn het navolgende overeengekomen inzake het overleg tussen het Interprovinciaal Werkgeversverband (IWV) enerzijds en de vakorganisaties van overheidspersoneel anderzijds;

artikel 12.1.1 van de CAP;

Overlegprotocol Provincies (Prov. Blad 2016, 3325), en gewijzigd bij besluit van 12 december 2017 (Prov. Blad 2017, 5834)

Artikel 1 Onderwerpen waarover op sectoraal niveau wordt onderhandeld

In het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden (SPA) wordt onderhandeld over:

  • a. de algemene salarisontwikkeling;

  • b. de mutaties in de algemene arbeidsduur;

  • c. de mutaties in algemeen aanvullende aanspraken met betrekking tot ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid, voor zover die uitgaan boven de wettelijke aanspraken van de werknemersverzekeringen en niet vallen onder de rechtstreekse werking van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

  • d. de overige arbeidsvoorwaarden, waarover de onderhandelingspartners afspraken willen maken.

Artikel 2 Procedure overleg in het SPA

1. Het overleg in het SPA wordt gevoerd tussen enerzijds een uit het midden van het Interprovinciaal Werkgeversverband (IWV) aangewezen onderhandelingsdelegatie en anderzijds bestuurders van:

    • a. ABVAKABO FNV/NOVON;

    • b. CNV Publieke Zaak;

    • c. CMHF.

  • 2.

    Het IWV kan ook andere vakorganisaties van overheidspersoneel tot het overleg toelaten, indien zij onder meer gelet op het aantal ambtenaren, die zij in de sector provincies vertegenwoordigen, als representatief kunnen worden aangemerkt. Het SPA wordt voorgezeten door de voorzitter van de onderhandelingsdelegatie van het IWV.

  • 3.

    Als secretaris van het SPA treedt op de secretaris van het IWV, die zich hierbij kan laten bijstaan door een of meer medewerkers.

  • 4.

    De uitnodiging voor het arbeidsvoorwaardenoverleg gaat uit van de secretaris. Deze stelt de onderhandelingspartners tevoren in de gelegenheid om hun wensen met betrekking tot de te bespreken onderwerpen kenbaar te maken.

Artikel 3 Overeenstemmingsvereiste

1. Ten aanzien van de onderhandelingen over in artikel 1 bedoelde aangelegenheden geldt het overeenstemmingsvereiste. Dit houdt in dat in het SPA met een meerderheid van de vakorganisaties van overheidspersoneel overeenstemming moet zijn bereikt over invoering of wijziging van aan het SPA voorbehouden aangelegenheden, voordat een provinciale regeling met rechten en verplichtingen van individuele ambtenaren met betrekking tot deze aangelegenheden kan worden ingevoerd, gewijzigd of ingetrokken. Elk van de in het SPA vertegenwoordigde vakorganisaties van overheidspersoneel brengt daarbij zoveel stemmen uit als deze leden heeft in de sector provincies, met dien verstande dat het aantal stemmen van één vakorganisatie van overheidspersoneel nooit meer kan zijn dan het aantal stemmen van de overige vakorganisaties van overheidspersoneel tezamen.

2. Indien overeenstemming is bereikt met niet de meerderheid van de vakorganisaties van overheidspersoneel worden de voorstellen alleen doorgevoerd als de voorzitter van het overleg heeft geconstateerd dat hiervoor voldoende draagvlak is. Een zodanig draagvlak is in elk geval niet aanwezig als het aantal uitgebrachte stemmen van de vakorganisaties van overheidspersoneel waarmee overeenstemming is bereikt, minder is dan de helft van het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

3. Indien geen overeenstemming over een voorstel kan worden bereikt dat voldoende draagvlak heeft worden ad hoc nadere afspraken gemaakt over de wijze waarop verder zal worden gehandeld.

Artikel 4 Onderhandelingsresultaat

1. Nadat de onderhandelingspartners een onderhandelingsresultaat hebben bereikt, leggen zij dat aan de respectievelijke achterbannen voor. Bij de totstandkoming van het onderhandelingsresultaat worden afspraken gemaakt over de termijnen, die voor raadpleging van de achterban gelden.

2. Indien uit de raadpleging van de achterbannen blijkt, dat er geen overeenstemming over het onderhandelingsresultaat bestaat wordt overleg gevoerd over de vraag of de onderhandelingen worden heropend, of dat gezocht wordt naar andere wegen.

3. Zodra een onderhandelingsresultaat is omgezet in een definitief akkoord doen de onderhandelingspartners daarvan mededeling. Gedeputeerde staten zullen vervolgens het in het SPA bereikte akkoord uitvoeren.

Artikel 5 Overgangssituatie

1. Zolang te harmoniseren regelingen van arbeidsvoorwaarden nog niet zijn geharmoniseerd en het overleg daarover nog niet in het SPA plaatsvindt wordt het overleg over invoering, wijziging of intrekking van dergelijke regelingen gevoerd op lokaal niveau met de vakorganisaties van overheidspersoneel overeenkomstig hoofdstuk I van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies.

2. Terughoudendheid wordt betracht met betrekking tot afspraken op lokaal niveau over invoering, wijziging of intrekking van nog te harmoniseren regelingen van arbeidsvoorwaarden. Voornemens om hierover afspraken te maken worden gemeld aan de overlegpartners in het SPA. Er worden op lokaal niveau geen afspraken gemaakt die de harmonisatie van de betreffende regelingen bemoeilijken.

Artikel 6 Werkingsduur en opzegging

1. Het overlegprotocol geldt, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding, voor de duur van een jaar.

2. Het overlegprotocol wordt geacht telkens stilzwijgend met een jaar te zijn verlengd, tenzij het tijdig en rechtsgeldig is opgezegd.

3. Elk van de partijen, die het overlegprotocol heeft ondertekend kan dit protocol opzeggen door, uiterlijk drie volle kalendermaanden voorafgaande aan het tijdstip, waarop de termijn van een jaar, bedoeld in het eerste, onderscheidenlijk tweede lid, is verstreken, daarvan schriftelijk en met opgave van redenen mededeling te doen aan elk van de andere partijen.

4. De werking van het overlegprotocol eindigt, bij tijdige en rechtsgeldige opzegging door een of meer partijen krachtens het derde lid, op het tijdstip waarop de termijn van een jaar, bedoeld in het eerste, onderscheidenlijk tweede lid, is verstreken. Indien dat tijdstip is gelegen binnen drie maanden voor de afloop van het SPA-akkoord over de arbeidsvoorwaarden of indien op dat tijdstip in het SPA onderhandelingen plaatsvinden over een nieuw SPA-akkoord over de arbeidsvoorwaarden, eindigt de werking van het overlegprotocol, in afwijking van het bepaalde in de eerste volzin, op de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin het in artikel 4, eerste lid, bedoelde onderhandelingsresultaat is bereikt.

5. Is het overlegprotocol niet tijdig, maar overigens wel rechtsgeldig opgezegd dan eindigt de werking van het overlegprotocol na afloop van de volgende termijn van een jaar. Het bepaalde in de tweede volzin van het vierde lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Dit overlegprotocol treedt in werking met ingang van 30 januari 2003.