Ondermandaatbesluit van directeur DBI 2017

Geldend van 28-10-2017 t/m heden

Intitulé

Besluit van de directeur Dienst Beheer en Infrastructuur tot vaststelling van het ondermandaat ten behoeve van functionarissen van de Dienst Beheer Infrastructuur (Prov. Blad 2016, 43; gewijzigd PB 2017, 4866)

De directeur van de Dienst Beheer en Infrastructuur

Gelet op:

het mandaat- en volmachtbesluit van de commissaris van de Koning in de provincie Zuid-Holland voor de provinciale organisatie 2017;

het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten voor de provinciale organisatie 2017 van 20 december 2016.

Besluit

  • 1.

    ondermandaat te verlenen aan functionarissen van de Dienst Beheer Infrastructuur voor de bevoegdheden/besluiten, zoals opgenomen in de bij dit besluit behorende ondermandaatlijst, voor zover betrekking hebbend op de taken die zijn toegekend aan het organisatieonderdeel waarvoor zij verantwoordelijk zijn, en onder de daarbij geldende voorwaarden;

  • 2.

    te bepalen dat alle ondermandaten worden uitgeoefend met inachtneming van de bepalingen opgenomen in het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van 20 december 2016;

  • 3.

    te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 januari 2017.

Den Haag 23 december 2016.

mr drs A. Driesprong

Bijlage 1 behorende bij het Ondernandaatbesluit van De directeur DBI 2017

LIJSTEN AMBTELIJK MANDAAT

Bijlage A Lijst van afkortingen

Bijlage B Verklarende woordenlijst

MANDAATLIJST ALGEMENE AANGELEGENHEDEN

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

TOELICHTING/VOORWAARDEN

NADERE BEPALINGEN MANDAATTOEWIJZIGING

Collectieve Arbeidsovereenkomst Provincies (CAP)

AP01

Besluiten gebaseerd op de CAP, ten aanzien van een medewerker, niet zijnde bureauhoofd, afdelingshoofd en directeur (van dienst) met uitzondering van:

-aanstelling (art. B1 en B2);

-benoeming, tijdelijk verrichten andere werkzaamheden, waarnemen andere functie, verplichting verrichten andere werkzaamheden (art. B5 t/m B7);

-ontslag (art. B9);

-toelage aan groepen medewerkers (art. C15);

-hardheidsbepaling toelagen (art. C15 lid 2)

-hardheidsbepaling buitengewoon verlof (art. D15);

-orde- en strafmaatregelen (hoofdstuk G).

Bij aanstelling en benoeming is inbegrepen het meer of minder uren werken.

Bureauhoofd

AP02

Besluiten gebaseerd op de CAP, ten aanzien van een medewerker ( niet zijnde afdelingshoofd of directeur (van dienst),inhoudende:

-aanstelling (art. B1 en B2);

-benoeming, tijdelijke verrichten andere werkzaamheden, waarnemen andere functie, verplichting verrichten andere werkzaamheden (art. B5 t/m B7);

-ontslag (art. B9);

-variabele beloning in de vorm van “boter bij de vis” (art. C10).

Bij aanstelling en benoeming is inbegrepen het meer of minder uren werken.

Kan niet worden ondergemandateerd aan bureauhoofd.

Directeur DBI

AP02a

Besluiten gebaseerd op de CAP en overige rechtspositionele regelingen ten aanzien van een bureauhoofd .

Kan niet worden ondergemandateerd aan bureauhoofd.

Directeur DBI

AP03

(Vervallen)

(zie APS01a)

AP04

Besluiten gebaseerd op de CAP en overige rechtspositionele regelingen ten aanzien van een afdelingshoofd,

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI.

Directeur DBI

AP05

Besluiten gebaseerd op de CAP, ten aanzien van een medewerker(inclusief bureauhoofd en afdelingshoofd) inhoudende:

-orde- en strafmaatregelen (hoofdstuk G);

-toelage aan groepen medewerkers (art. C15).

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI.

Directeur DBI

AP5a

Besluiten op bezwaarschriften tegen de vaststelling van een beoordeling, conform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb) indien primair besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd.

Kan niet in ondermandaat worden gegeven aan een bureauhoofd.

Zie AP5b, AAA06 en BA11

Directeur DBI

AP5b

Besluiten op bezwaarschriften tegen de vaststelling van een beoordeling, contrair advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb) indien primair besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd.

Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan directeur DBI.

Zie AP5a, AAA06 en BA11

Directeur DBI

Diversen

AP06

Besluiten inzake een detacheringsovereenkomst vanuit de PZH naar een andere organisatie v.v.

Kan niet worden ondergemandateerd aan bureauhoofden.

Directeur DBI

AP07

Besluiten inzake een stageovereenkomst en werkervaringsovereenkomst.

Bureauhoofd

AP08

Benoeming en ontslag als bedrijfshulpverlener.

Kan uitsluitend worden uitgeoefend door de directeur Concernzaken.

Directeur Concernzaken

AP08a

Aanwijzing onbezoldigd ambtenaren, niet zijnde ambtenaren, conform art. B.1 CAP.

Bureauhoofd

Hardheidsbepalingen en overige rechtspositionele regelingen

AP09

Besluiten gebaseerd op de overige rechtspositionele regelingen mede gebaseerd op de CAP.

Besluiten inhoudende toestemming tot het maken van een buitenlandse dienstreis op grond van art. 9, eerste lid, van de Dienstreisregeling provincie Zuid-Holland worden opgenomen in een centraal register.

Bureauhoofd

AP10

Besluiten gebaseerd op de hardheidsbepalingen van art. C.15, tweede lid, en art. D.15 CAP en de overige rechtspositionele regelingen mede gebaseerd op de CAP.

Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan directeur DBI.

Directeur DBI

AP11

Reageren op bedenkingen tegen een voorgenomen besluit als bedoeld in art. 4 Regeling jaargesprekken 2005

AP12

Besluiten tot toewijzen van organieke functies aan medewerkers.

Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Directeur DBI

MANDAATLIJST ALGEMENE AANGELEGENHEDEN

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

TOELICHTING/VOORWAARDEN

NADERE BEPALINGEN

MANDAATTOEWIJZING

AAA01

Besluiten in:

-procedures waartoe met behulp van BA01 is besloten: alle besluiten en proceshandelingen die nodig zijn in het kader van die procedure met uitzondering van de in BA01 genoemde besluiten;

-bestuursrechtelijke procedures:

▪het voeren van verweer, tenzij wijziging van het bestreden besluit wordt bepleit en alle overige besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste bezwaar-of beroepsprocedure,

▪waarin wordt verzocht om toepassing van rechtstreeks beroep op grond van art. 7:1a, Awb*,

▪alle besluiten en proceshandelingen in procedures op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv);

-civielrechtelijke procedures waarbij het financiële belang minder bedraagt dan € 50.000,-, met uitzondering van de procedures als bedoeld in ACJ01, alle besluiten en proceshandelingen in het kader van de bewuste procedure.

-strafzaken omtrent voeging.

Onder civielrechtelijke procedures vallen gerechtelijke procedures, arbitragezaken en bindend adviezen.

In procedures op grond van de Wahv en in civielrechtelijke procedures met een financieel belang van minder dan € 50.000,- betreft het zowel besluiten tot het starten van een procedure, het voeren van verweer, het instellen van beroep, hoger beroep en cassatie en het beëindigen van de procedure, als alle andere besluiten en proceshandelingen die in het kader van die procedure nodig zijn.

N.b. Dit mandaat ziet ook op procedures van Gedeputeerde Staten die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren.

Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten.

* Dit mandaat kan op grond van art. 10:3 Awbniet worden uitgeoefend door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.

Zie ook BA01

Bureauhoofd

AAA02

Besluiten op grond:

a.art. 4:5 en 4:6, Awb(vereenvoudigde wijze van afdoen en afdoen herhaalde aanvraag);

b.art. 4.7 en 4:8, Awb (horen);

c.afdeling 4.1.3, Awb(opschorten beslistermijn; besluiten over dwangsommen bij niet tijdig beslissen);

d.titel 4.4, Awb (bestuursrechtelijke geldschulden) m.u.v. afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel);

e.art. 8:51a, 8:51b, 8:51c, 8:80a en 8:80b, Awb (bestuurlijke lus en tussenuitspraak)

Besluiten tot toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, afdeling 3.4 Awb.

Het mandaat voor besluiten op grond van de art. 4:5 en 4:6 van de Awb geldt niet voor subsidies.

Bureauhoofd

AAA03

Besluiten op grond van afdeling 4.4.4, Awb (aanmaning en invordering bij dwangbevel).

Bureauhoofd

AAA04

Het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om GS te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke en belastingprocedures.

N.b. Dit ziet ook op procedures van Gedeputeerde Staten die zij op grond van art. 158 Provinciewet namens Provinciale Staten voeren.

Bureauhoofd

AAA05

Het aanwijzen van functionarissen voor het voeren van mediationgesprekken en voor het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten; en

het maken van afspraken en het aangaan en ondertekenen van vaststellingsovereenkomsten naar aanleiding van mediationgesprekken.

Vaststellingsovereenkomsten als resultaat van mediationgesprekken mogen alleen in ambtelijk mandaat worden aangegaan en ondertekend, indien het conflict zijn oorsprong vindt in een op ambtelijk niveau in mandaat genomen besluit.

Bureauhoofd

AAA06

Besluiten op bezwaarschriften op grond van de Awbconform advies Awb-bezwarencommissie (art. 7:11, Awb) indien primair besluit in ambtelijk mandaat is genomen door een bureauhoofd of een afdelingshoofd.

Het mandaat omvat mede:

§rechtspositionele besluiten als bestreden besluit, met uitzondering van de vaststelling van een beoordeling van een medewerker;;

§besluiten in het kader van de voorbereiding, zoals toepassing van art. 2:2 (weigeren raadsman of vertegenwoordiger), en 7:10 (verdagen beslistermijn), Awb.

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Indien het primair besluit is genomen door een bureauhoofd kan dit mandaat in ondermandaat worden uitgeoefend door een afdelingshoofd.

Indien het primair besluit is genomen door een afdelingshoofd kan het mandaat niet in ondermandaat worden uitgeoefend.

Voorbereidende handelingen vinden (mede) plaats door het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie.

Zie ook BA11, AP5a en AP5b

Directeur DBI

AAA07

Het afdoen van klachten al dan niet op basis van een advies van de klachtenfunctionaris.

Voor zover het een gedraging betreft van een onder verantwoordelijkheid van de directeur van een directie of dienst ressorterende functionaris.

Kan uitsluitend worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Directeur DBI

AAA08

Het aanwijzen van personen belast met het houden van toezicht en van buitengewone opsporingsambtenaren.

Bureauhoofd

AAA09

(vervallen)

AAA10

Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheden, zoals het Rijk alsook de Europese Unie, alsmede het aangaan van overeenkomsten in verband met deze subsidies.

Het mandaat ziet niet op:

-Het besluit om als leadpartner (ook wel coordinating beneficiary of omschrijvingen van gelijke strekking, dan wel penvoerder genoemd) op te treden en daarmee (mede) de verantwoordelijkheid te dragen voor de uitvoering van projecten door derden.

-De aanvraag van een subsidie bij andere overheden zoals het Rijk alsook de Europese Unie die leidt tot het vaststellen door Gedeputeerde Staten van een subsidieregeling teneinde de ontvangen subsidiegelden te kunnen verstrekken.

De uitgezonderde besluiten blijven voorbehouden aan Gedeputeerde Staten.

Bureauhoofd

AAA11

Alle besluiten omtrent subsidies en ISV welke niet in bestuurlijk mandaat BA05 en BR05 zijn belegd, met uitzondering van:

-het verlenen van incidentele subsidies als bedoeld in art. 3, vijfde lid, onder a, Asv van meer dan € 50.000,-;

-het niet terugvorderen van onverschuldigd betaalde bedragen;

-besluiten met gebruikmaking van de hardheidsclausule van de Asv.

Het betreft het verlenen, weigeren, intrekken en buiten behandeling laten van aanvragen van subsidies, alsmede, ongeacht het gevraagde bedrag, bevoorschotten, wijzigingen van ondergeschikt belang, wijzigen van de uitvoeringstermijn, wijzigen van de termijn indienen aanvraag subsidievaststelling, terugvorderen onverschuldigd betaald subsidiebedrag, vaststellen van subsidie, het aangaan van een subsidie-uitvoeringsovereenkomst en dergelijke.

Bureauhoofd

AAA12

Het aan andere overheden, instellingen of bedrijven vragen van informatie in een politiek-bestuurlijk gevoelige context.

-Het betreft bijvoorbeeld het vragen van informatie bij subsidieontvangende instellingen over eventuele beloningen van bestuurders of functionarissen boven de normen op grond van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.

- Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeuren van diensten of aan een afdelingshoofd.

-Directeur DBI

AAA13

Besluiten op grond van Titel 5.3 en Titel 5.4, Awb, (bestuurlijke sancties) met uitzondering van:

a.het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awbjuncto 5.17, Wabo;

b.besluiten tot invordering van dwangsommen;

c.besluiten tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang.

Betreft in ieder geval:

-het opleggen, intrekken en wijzigen van een bestuurlijke sanctie,

-het afzien van verhaal van de kosten van bestuursdwang, alsmede van de invordering van dwangsommen en andere geldschulden voortvloeiend uit een bestuurlijke sanctie als bedoeld in hoofdstuk 5, Awb.

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Omvat niet besluiten tot voorbereidings- en uitvoeringshandelingen (AAA14).

Directeur DBI

AAA14

Besluiten

a.ter voorbereiding en uitvoering van de besluiten als bedoeld in AAA13;

b.tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op grond van art. 5:31, Awbjuncto 5.17, Wabo;

c.tot invordering van dwangsommen;

d.tot verhaal van kosten bestuursdwang, inclusief het vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten in verband met het toepassen van bestuursdwang.

Bureauhoofd

AAA15

Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden.

Bureauhoofd

AAA16

- aanbesteding van nieuwe opdrachten voor werken met een geraamde waarde van € 1.000.000,- tot € 3.000.000,-;

- de bekrachtiging van voornoemde opdrachten.

Dit mandaatnummer geldt alleen voor machtigingsbesluiten.

Onder dit mandaat valt niet de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure (zie ABIR01).

Alle bedragen zijn exclusief BTW.

Zie ook BA06en AAA18.

Directeur DBI

AAA16a

Besluiten tot aanbesteding voor zover niet vallend onder BA06 en AAA16, en alle (rechts)handelingen in het kader van een aanbestedingsprocedure.

Onder dit mandaat valt niet de afdoening van een klacht in een aanbestedingsprocedure (zie ABIR01).

Alle bedragen zijn exclusief BTW.

Zie ook BA06 en AAA18

Bureauhoofd

AAA17

(vervallen)

AAA18

Besluiten inzake het verrichten van rechtshandelingen in verband met of voortvloeiend uit een privaatrechtelijke overeenkomst waartoe door of namens GS is besloten.

Tevens omvat de bevoegdheid het aanwijzen van derden ten behoeve van directievoering.

Het betreft rechtshandelingen als:

-het wijzigen, beëindigen of verlengen van een overeenkomst;

-beroep doen op bepalingen in een overeenkomst, zoals een boetebeding;

- het verlenen van een meerwerkopdracht;

-het goedkeuren van een herziene planning

voor zover binnen de voorwaarden/grenzen van de overeenkomst.

Het betreft niet het verrichten van rechtshandelingen in verband met buitengerechtelijke geschillen of procedures (BA01, BA01a, AAA01).

Zie ook BA06, AAA16 en AAA16a.

Bureauhoofd

AAA19

(vervallen)

AAA20

Het verstrekken van opdrachten aan gemeenschappelijke regelingen waarin de provincie deelneemt met uitzondering van Regionale uitvoeringsdiensten.

Betreft werkzaamheden die behoren tot de taken van de gemeenschappelijke regeling, maar niet zijn meegenomen in het jaarplan van die gemeenschappelijke regeling.

Bureauhoofd

AAA21

Besluiten in het kader van het beheren van een zekerheidstelling (bankgarantie).

Bureauhoofd

AAA22

Het aanvragen van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen bij andere overheden.

Bureauhoofd

AAA23

Het verlenen van toestemming tot gebruik van, dan wel werkzaamheden in of aan een provinciaal eigendom, anders dan op basis van huur of pacht. De toestemming kan ook zien op het kappen van bomen.

Bureauhoofd

AAA24

Besluiten inzake buitengerechtelijke geschillen waarbij het financiële belang minder bedraagt dan € 50.000,-, met uitzondering van:

-nadeelcompensatie op grond van de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010 (AAA34 en AAA35);

- kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet (AAA34 en AAA35);

-besluiten in verband met onrechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen zoals opgenomen in ACJ01 en ABI10.

Omvat het buiten rechte:

a.aansprakelijk stellen van degene door wiens rechtmatig of onrechtmatig handelen of toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de provincie schade heeft geleden;

b.erkennen of afwijzen van aansprakelijkheid voor schade van een ander die te wijten zou zijn aan rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel aan een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie;

c.toekennen of afwijzen van schadevergoeding in verband met rechtmatig handelen van de provincie of een van haar bestuursorganen dan wel een tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst door de provincie;

d.treffen van een minnelijke regeling, al dan niet door middel van een vaststellingsovereenkomst, in de onder a t/m c bedoelde gevallen.

Het gaat om het financiële belang zonder BTW, wettelijke of contractuele rente of (buitengerechtelijke) kosten.

Zie ook BA01a

Bureauhoofd

AAA25

(vervallen)

Zie AAA24

AAA26

Besluiten met betrekking tot gegevensverzamelingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Betreft onder andere aanmelding gegevensverzameling bij Autoriteit Persoonsgegevens.

Melden datalekken is voorbehouden aan de directeur Concernzaken.

Bureauhoofd

AAA27

(vervallen)

AAA28

Besluiten inzake legitimatiebewijzen ten aanzien van:

-ambtenaren op grond van art. 5:12 Awb;

-personen in dienst van dan wel werkzaam voor of vanwege de provincie (in contact met derden).

Bureauhoofd

AAA29

Afgeven van een verklaring in het kader van een cliëntenonderzoek, zoals bedoeld in art. 3, Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, alsmede het afgeven van vergelijkbare verklaringen in een Europees subsidietraject.

Bureauhoofd

AAA30

Besluiten betreffende het oninbaar verklaren van openstaande vorderingen tot een bedrag van € 50.000,--.

Bureauhoofd

AAA31

Het verstrekken van informatie aan de Europese Commissie (via BZK) inzake provinciale steunmaatregelen die van aanmelding zijn vrijgesteld.

De feitelijk uitvoerende handeling, te weten de elektronische melding via het ministerie van BZK, wordt gecoördineerd door bureau K&C, afdeling FJZ.

Bureauhoofd

AAA32

Besluiten omtrent gebruiksovereenkomsten ten behoeve van de provincie: overeenkomsten om niet of domeinnaamregistraties.

De overeenkomsten hebben geen betrekking op inkoop van diensten of leveringen.

Bureauhoofd

AAA33

Aanschrijvingen tot het verleggen van kabels en leidingen, alsmede de eventueel daarmee samenhangende ingebrekestelling.

De aanschrijving ziet op het verleggen van kabels en leidingen in infrastructurele projecten waarin o.a. sprake is van een kabel of leiding die op een zakelijk recht ligt.

Het mandaat ziet niet op het intrekken of wijzigen van een ontheffing op grond waarvan een kabel of leiding binnen het beheergebied van de provincie is gelegen (zie ABI01).

Bureauhoofd

AAA34

Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van:

-de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010; en

-kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet;

voor zover het financiële belang niet hoger is dan € 250.000,00.

Zie ook AAA35 en BA01b

Bureauhoofd

AAA35

Besluiten omtrent nadeelcompensatie op grond van:

-de Regeling nadeelcompensatie kabels en leidingen 2010; en

-kostenvergoeding van verlegging van kabels en leidingen op grond van de Telecommunicatiewet;

voor zover het financiële belang € 250.000,00 tot € 1.000.000,00 bedraagt.

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Zie ook BA01b en AAA34

Directeur DBI

AAA35a

Het voorafgaand aan de uitvoering van een project maken van afspraken met kabelexploitanten (projectovereenstemmingen), met uitzondering van afspraken over definitieve schadevergoeding.

Het betreft afspraken over te verrichten werkzaamheden en planning. Tevens kan er inzicht worden gegeven in een eventuele schadevergoeding, maar hieromtrent kunnen geen definitieve afspraken worden gemaakt .

Bureauhoofd

AAA36

Besluiten tot het vaststellen van ontwerpgedoogbeschikkingen en definitieve gedoogbeschikkingen.

Bureauhoofd

AAA37

Besluiten inzake het vastleggen en wijzigen van financiële verplichtingen en vorderingen en het versturen van facturen in verband met of voortvloeiend uit een overeenkomst of uit de wet.

Het betreft:

-financiële verplichtingen uit zowel bestuursrechtelijke als privaatrechtelijke overeenkomsten of uit de wet;

-andere financiële verplichtingen zoals boeten, leges en belastingen.

N.b. het betreft niet de aanslagoplegging.

Bureauhoofd

AAA38

Het vaststellen van aanvraagformulieren voor besluiten van Gedeputeerde Staten.

Bureauhoofd

AAA39

Het op grond van art. 9f, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998 bevoegd verklaren van een gemeente tot het afhandelen en coördineren van de benodigde vergunningen voor windturbines tussen de 5 en 100 MW.

De gemeente is – voor zover nodig - bereid tot aanpassing van het bestemmingsplan en locatie past binnen het provinciaal ruimtelijk (windenergie) beleid.

Bureauhoofd

AAA40

Besluiten omtrent samenwerkingsovereenkomsten met andere overheden met een financieel belang van minder dan € 50.000,-- exclusief BTW.

-Het betreft praktische samenwerking met geringe financiële gevolgen.

-Omvat niet het aangaan van overeenkomsten met andere overheden:

·in de verkenning en planstudie of realisatiefase in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken (BV14, AV09 en AV10);

·in verband met de bediening, het beheer en het onderhoud door de provincie van bruggen en sluizen ten behoeve van andere overheden (ABI11).

Bureauhoofd

AAA41

Indeplaatsstelling op basis van art. 124 van de Gemeentewet en het algemeen beleidskader indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 23 augustus 2011 (en de aanvullende beleidskaders voor Huisvesting voor verblijfsgerechtigden en Archief).

Het mandaat omvat fase 1 (signaleren) en fase 2 (valideren van informatie) van de interventieladder van het genoemde algemene beleidskader.

Rapportage per kwartaal aan portefeuillehouder.

Zie ook BA14

Bureauhoofd

AAA42

Besluiten omtrent planschadeovereenkomsten met een geraamde waarde tot € 250.000 waarbij planschade is gedefinieerd zoals bedoeld in art. 6.1, Wro.

ZieBV13 en AAA43

Bureauhoofd

AAA43

Besluiten omtrent planschadeovereenkomsten met een geraamde waarde tussen € 250.000 en € 1.000.000 waarbij planschade is gedefinieerd zoals bedoeld in art. 6.1 Wro.

Zie BV13 en AAA42

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Directeur DBI

AAA44

Coördinatie van voorbereiding en bekendmaking van besluiten als bedoeld in art. 3.33 Wro.

Bureauhoofd

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

TOELICHTING/VOORWAARDEN

NADERE BEPALINGEN MANDAATTOEWIJZIGING

AV09

Besluiten omtrent overeenkomsten in de verkenning en planstudie of realisatiefase met andere overheden in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken waarbij de omvang van het provinciale werk lager is dan € 250.000,-.

-passend binnen vigerend provinciaal ruimtelijk kader;

-ziet niet op het verstrekken van subsidies

Zie ook AV10 en BV14

Bureauhoofd

AV10

Besluiten omtrent overeenkomsten in de verkenning en planstudie of realisatiefase met andere overheden in het kader van de aanleg, reconstructie en onderhoud van infrastructurele provinciale werken waarbij de omvang van het provinciale werk ligt tussen de € 250.000,- en € 1.000.000.

-passend binnen vigerend provinciaal ruimtelijk kader;

-ziet niet op het verstrekken van subsidies

Zie ook AV09 en BV14

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Directeur DBI

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

TOELICHTING/VOORWAARDEN

NADERE BEPALINGEN MANDAATTOEWIJZIGING

ABI01

Besluiten inzake ontheffingen en vrijstellingen op basis van:

a.de Wegenverordening Zuid-Holland 2015*

b.de Vaarwegenverordening Zuid-Holland*

c.het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (art. 87 van het RVV)

d.de Regeling voertuigen, art. 9.1 (art. 5.1.1, eerste lid, aanhef en onderdeel c, en tweede lid, 5.1.2 en 5.1.3 van de Regeling voertuigen)

e.de Scheepvaartverkeerswet (art. 7, eerste lid)

f.de Wegenverkeerswet 1994 (verbod om op een weg een wedstrijd met voertuigen te houden of daaraan deel te nemen (art. 10, eerste lid, en 148, eerste lid, onder b) of

g.het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 maart 2003 tot mandatering van hun bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland betreffende beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal

* behoudens waar het betreft een wijziging en intrekking (geheel en gedeeltelijk) van een verleende ontheffing ten nadele van de betrokkene ingeval van niet of niet behoorlijke naleving van de aan de ontheffing verbonden voorschriften.

Alsmede het intrekken en wijzigen van besluiten met betrekking tot kabels en leidingen ten nadele van ontheffing- c.q. toestemminghouders.

Zie BV03

Bureauhoofd

ABI02

Besluiten op grond van de Wegenwet:

a.goedkeuring van de overdracht van de verplichting tot onderhoud van een weg door een gemeente of waterschap (art. 18a, lid 1);

b.vaststelling van grenzen bebouwde kom (art. 27, lid 2);

c.goedkeuring van het besluit van het waterschapsbestuur om het onderhoud van een weg, waarop het waterschap heeft toe te zien ten laste van het waterschap te brengen (art. 19, lid 3);

d.bekendmaking van een goedkeuringsbesluit (art. 22, lid 1);

e.vaststelling en wijziging van wegenleggers (Wegenwet/Wegenleggerbesluit);

f.wijziging van de onderhoudsgrenzen ten gevolge van reconstructies zoals de aanleg van rotondes, aansluiting van openbare wegen op provinciale wegen van andere wegbeheerders en kunstwerken zoals viaducten en tunnels.

Bureauhoofd

ABI03

Besluiten op basis van het herverdelingsplan wegenbeheer Zuid-Holland

Bureauhoofd

ABI04

Besluiten op basis van de Wegenverkeerswet 1994 (art. 15 en 19) en het Besluit Administratieve bepalingen inzake het Wegverkeer (art. 33, 34 en 36) inzake verkeerstekens en maatregelen op of aan de weg.

Bureauhoofd

ABI05

(Vervallen)

ABI06

Besluiten op basis van de Scheepvaartverkeerswet en het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer inzake het plaatsen of verwijderen van verkeerstekens.

Het mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 4 maart 2003 tot mandatering van hun bevoegdheden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland betreffende beheer en onderhoud van het Utrechtse deel van het Merwedekanaal, ziet ook op deze besluiten.

Bureauhoofd

ABI07

Besluiten op basis van de Beleidsregel overname bescherming oevers van derden Zuid-Holland.

Bureauhoofd

ABI08

Besluiten omtrent overeenkomsten met anderen inzake opdrachtverlening ten behoeve van aanleg, reconstructie en onderhoud van provinciale wegen of vaarwegen, tot een geraamde waarde van

€ 200.000,00.

Dit ziet op het meenemen van werkzaamheden van de provincie en van een andere overheid of van een derde in één opdracht en heeft geen betrekking op bevoegdheden met betrekking tot regelgeving op het gebied van aanbesteding.

De genoemde waarde heeft geen betrekking op de totale waarde van de opdracht, maar op het deel dat de provincie bij een ander neerlegt of het deel van een ander dat de provincie bij haar opdrachtverlening meeneemt.

Zie ook BV15

Bureauhoofd

ABI09

Besluiten in het kader van de verkoop van (overtollige) roerende zaken tegen marktwaarde, waarbij de geraamde verkoopwaarde minder bedraagt dan € 50.000,-.

Bureauhoofd

ABI10

Het al dan niet erkennen van aansprakelijkheid en toekennen van schadevergoeding op civielrechtelijke grondslag in verband met onrechtmatig handelen van de provincie, uitsluitend in relatie tot beheer van infrastructuur, mits het financieel belang bekend is en (naar verwachting) niet hoger is dan € 50.000 exclusief wettelijke rente en kosten.

(Zie ook BA01a en ACJ01)

Bureauhoofd

ABI11

Besluiten omtrent overeenkomsten met andere overheden in verband met de bediening, het beheer en het onderhoud door de provincie van bruggen en sluizen ten behoeve van andere overheden.

Financiële gevolgen: in principe altijd kostenneutraal.

Bureauhoofd

ABI12

Besluiten tot het doen van een verzoek als bedoeld in art. 5.3, Telecommunicatiewet bij de OPTA bij bedenkingen tegen de kennisgeving van een telecommunicatiebedrijf in verband met de uitvoering van werkzaamheden in het provinciale weggebied.

Bureauhoofd

ABI13

Besluiten op basis van de Vaarwegenverordening Zuid-Holland 2015 inzake

a.afmetingen en diepgang van schepen (art. 2.1.3)

b.lengte slepen en duwstellen en breedte gekoppelde samenstellen (art. 2.1.4)

c.het toekennen van een bijdrage in de meerkosten (art. 2.2.4 en 3.2.3)

d.bedieningstijden (art. 2.3.1 en 3.2.4).

Bureauhoofd

ABI14

Besluiten tot het aanwijzen van functionarissen die bevoegd zijn tot het geven van verkeersinformatie dan wel verkeersaanwijzingen als bedoeld in de Scheepvaartverkeerswet (art. 2, lid 1, Besluit verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen scheepvaartverkeer (Stb. 2003, 7))

Bureauhoofd

ABI15

Besluiten tot het aanwijzen van functionarissen als bevoegde autoriteit als bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement (art. 5, sub b, Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement).

Bureauhoofd

ABI16

(vervallen)

ABI17

Besluiten op grond van Hoofdstuk 2 van de Wabo met betrekking tot provinciale wegen.

Heeft uitsluitend betrekking op omgevingsvergunningen voor wegaansluitingen op provinciale wegen, reclame-uitingen op gebouwen, beplantingen en enkelvoudige uitwegen (enkelvoudige omgevingsvergunning).

Bureauhoofd

ABI18

Besluiten tot of in verband met het afgeven van een wettelijk advies op grond van art. 2.26 van de Wabo met betrekking tot provinciale wegen.

Heeft uitsluitend betrekking op aanvragen voor wegaansluitingen op provinciale wegen, reclame-uitingen op gebouwen, beplantingen en enkelvoudige uitwegen.

Bureauhoofd

ABI19

Besluiten in het kader van de handhaving van omgevingsvergunningen, waarbij GS niet het bevoegd gezag zijn.

Omvat mede:

-het indienen van een formeel handhavingsverzoek bij de gemeente op grond van art. 5.20, Wabo (Indien na ambtelijk/bestuurlijk overleg door de gemeente geen gevolg wordt gegeven aan het handhavingsadvies kan een formeel verzoek om handhaving worden ingediend bij de gemeente);

-het ingebreke stellen van een gemeente indien niet tijdig wordt besloten op het handhavingsverzoek (Alvorens tot ingebrekestelling wordt overgegaan, dient eerst ambtelijk/bestuurlijk overleg plaats te vinden).

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI of aan een afdelingshoofd.

Directeur DBI

ABI20

Besluiten omtrent overdracht of overname van het beheer en onderhoud of van de eigendom van wegen en kunstwerken van en naar de provincie op grond van de Wegenwet, Waterstaatswet en Waterschapswet indien met de transactie een bedrag van minder dan € 250.000,00 gemoeid is.

Zie BV02

Bureauhoofd

ABI21

Besluiten omtrent overeenkomsten inzake verkeersregelinstallaties (vri’s).

Bureauhoofd

ABI22

Vaststelling van de richtlijn voor verkeersmaatregelen en het handboek wegontwerp.

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI.

Directeur DBI

ABI23

Besluiten omtrent gedoogbeschikkingen op grond van art. 5.24 Waterwet.

Kan alleen worden ondergemandateerd aan directeur DBI.

Directeur DBI

Bijlage A Lijst van afkortingen

  • -

    AmvB: Algemene Maatregel van Bestuur

  • -

    Arhi: Algemene regels herindeling

  • -

    Art.: artikel

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013

  • -

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • -

    Bibob: bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur

  • -

    BZK: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden

  • -

    CAP: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies

  • -

    Fido: Financiering decentrale overheden

  • -

    GS: Gedeputeerde Staten

  • -

    Plv: plaatsvervangend

  • -

    PmfpZH: Procedureregeling methodische functiewaardering provincie Zuid-Holland

  • -

    PMV: Provinciale milieuverordening Zuid-Holland

  • -

    PS: Provinciale Staten

  • -

    PZH: Provincie Zuid-Holland

  • -

    UAV: Uniforme Administratieve Voorwaarden

  • -

    Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

  • -

    Wahv: Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

  • -

    Wbb: Wet bodembescherming

  • -

    Wgh: Wet geluidhinder

  • -

    Wgr: Wet gemeenschappelijke regelingen

  • -

    Wm: Wet milieubeheer

  • -

    Wp 2000: Wet personenvervoer 2000

  • -

    Wro: Wet ruimtelijke ordening

Bijlage B Verklarende woordenlijst

Dienst verrichten van werkzaamheden, al dan niet leidend tot een product, inclusief eventuele levering van producten en/of uitvoering van werken met een waarde die lager dan wel bijkomstig is ten opzichte van de te verrichten diensten. Diensten kunnen worden onderscheiden in II-A diensten en B-diensten, afhankelijk van de aard van de opdracht.

Levering aankoop, leasing, huur of huurkoop met of zonder koopoptie, van producten inclusief eventuele montage en installatie daarvan, waarbij de waarde van de montage en installatie bijkomstig is ten opzichte van de te leveren producten.

Werk product van het geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.