Regeling vervallen per 31-12-2024

Rectificatie Besluit van Gedeputeerde Staten van 13 november 2018, PZH-2018-669636290 (DOS 2013-0010135) tot vaststelling van het Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland december 2018 (Rectificatie Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland december 2018)

Geldend van 05-12-2018 t/m 24-05-2019

Intitulé

Rectificatie Besluit van Gedeputeerde Staten van 13 november 2018, PZH-2018-669636290 (DOS 2013-0010135) tot vaststelling van het Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland december 2018 (Rectificatie Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland december 2018)

Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,

Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP- 3 Zuid-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is dat jonge boeren na bedrijfsovername kunnen investeren in verduurzaming van hun bedrijven, waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, landschap, ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit;

Besluiten:

Vast te stellen het Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland december 2018

(Deze bekendmaking betreft een rectificatie, omdat de aanvraagperiode in artikel 2, eerste lid niet juist was weergegeven in de oorspronkelijke bekendmaking op 14 november 2018, provinciaal blad 2018, 4330.)

Artikel 1 begripsbepaling

In dit openstellingsbesluit wordt onder uitvoeringsregeling de Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland verstaan.

Artikel 2 Aanvraagperiode

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in paragraaf 2.3 van de uitvoeringsregeling kan worden ingediend in de periode van 09:00 op 3 december 2018 tot en met 8 februari 2019.

  • 2.

    Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode is ontvangen.

  • 3.

    Per landbouwbedrijf wordt slechts één aanvraag om subsidie in behandeling genomen.

Artikel 3 Deelplafond

  • 1.

    Het deelplafond voor dit openstellingsbesluit bedraagt € 600.000,-.

  • 2.

    Het deelplafond bestaat voor 50% uit ELFO middelen en voor 50% uit provinciale middelen.

Artikel 4 Lijst van fysieke investeringen gericht op verduurzaming van landbouwbedrijven

De fysieke investeringen gericht op verduurzaming van landbouwbedrijven, bedoeld in artikel 2.3.1 van de uitvoeringsregeling, zijn de fysieke investeringen opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 1.

Artikel 5 aanvraagvereiste

Een aanvraag om subsidie heeft maximaal betrekking op drie investeringen.

Artikel 6 Accountantsverklaring

De accountantsverklaring, bedoeld in artikel 2.3.4, tweede lid, van de uitvoeringsregeling, betreft een rapport van feitelijke bevindingen (COS 4400) over gegevens van het eigen vermogen van het landbouwbedrijf en de verdeling daarvan onder de bedrijfshoofden.

Artikel 7 Peildatum eigen vermogen

De peildatum voor het bepalen van de verdeling in het eigen vermogen, bedoeld in artikel 2.3.8, derde lid, van de uitvoeringsregeling, is 31 december 2017, 30 april 2018 of 30 juni 2018.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1.

    Voor de rangschikking, bedoeld in artikel 1.13 van de uitvoeringsregeling wegen de investeringen, bedoeld in artikel 4, even zwaar.

  • 2.

    Indien een aanvraag als bedoeld in artikel 2, eerste lid betrekking heeft op meerdere investeringen wordt de duurzaamheidsscore van de aanvraag bepaald op basis van de gemiddelde duurzaamheidsscore van de investeringen.

Artikel 9 verplichtingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.14, tweede lid, onder e, van de uitvoeringsregeling is de subsidieontvanger niet verplicht om binnen twee maanden na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening te starten met de uitvoering van de activiteit.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.14, eerste lid, onder i, van de uitvoeringsregeling is de subsidieontvanger niet verplicht om eenmaal per jaar een verslag omtrent de voortgang van de activiteiten in te dienen.

Artikel 10 voorschotten

In afwijking van artikel 1.19 en artikel 1.21 van de uitvoeringsregeling verstrekken Gedeputeerde Staten geen voorschot.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin dit besluit is geplaatst.

Artikel 12 Werkingsduur

Dit besluit vervalt op 31 december 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit POP-3 jonge landbouwers Zuid-Holland december 2018.

Ondertekening

Den Haag 13 november 2018,

drs. J. Smit, voorzitter

drs. H.M.M. Koek, secretaris

bijlage 1 Lijst van fysieke investeringen gericht op verduurzaming van landbouwbedrijven

 

Investeringscategorie

Toelichting

Score

1

Zonnepanelen en zonnecollectoren

Subsidiabel:

6

 

 

Zonnepanelen, geplaatst op daken;

 

 

 

Zonnecollectoren inclusief zonneboiler. De kosten van de boiler zijn niet subsidiabel zonder daadwerkelijke aanschaf van zonnecollectoren;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Kosten met betrekking tot het warmtenet (bijvoorbeeld de radiatoren of vloerverwarming).

 

 

 

De opgewekte energie moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

 

2

Windmolen

Subsidiabel:

4

 

 

Windmolen;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

De opgewekte energie moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

 

3

Kleine windturbine

Subsidiabel:

6

 

 

Windturbine met een ashoogte van 15 meter of lager;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

De opgewekte energie moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

 

4

Systemen voor precisielandbouw

De bedoelde systemen precisie bemesting zijn onder andere:

8

 

 

systemen voor het gericht emissiearm, in de juiste dosering, zonder overlapping in de bodem toedienen van vloeibare stikstofhoudende kunstmeststoffen bij het planten, zaaien, aanaarden of het moment dat het gewas er aantoonbaar om vraagt;

 

 

 

systemen om vloeibare meststoffen via druppelslangen in de juiste dosering en op het juiste moment toe te dienen aan het gewas;

 

 

 

systemen voor het meten van het stikstofgehalte van de toegediende mest met NIRS indien dit meteen wordt door vertaald in het doseren;

 

 

 

systemen voor rijenbemesting met dierlijke mest;

 

 

 

systemen voor het digitaal meten van opbrengsten voor opbrengstkaarten ten behoeve van plaats-specifieke teeltoptimalisatie.

 

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

Alle soorten precisiebemesters die plaatsspecifiek kunnen bemesten;

 

 

 

Alle soorten gewasbeschermingssystemen voor precisielandbouw;

 

 

 

Alle soorten bewateringssystemen voor precisielandbouw;

 

 

 

Alle soorten digitale meetsystemen voor het meten van opbrengsten voor oogst- en rooimachines;

 

 

 

Aanschaf software voor gegevensbewerking en/of maken taakkaarten;

 

 

 

GPS/GIS apparatuur, inclusief bodemkaart, voor beide systemen. GPS en GIS apparatuur voor deze systemen is alleen subsidiabel in combinatie met aanschaf systeem;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

De tractor waaraan wordt gekoppeld;

 

 

 

Abonnementen op software updates en servicecontracten.

 

5

Mechanische mestscheidingsinstallatie

Subsidiabel:

6

 

 

Mechanische mestscheidingsapparatuur zodat de ruwe mest door de mechanische bewerking wordt gescheiden in een dikke fractie en een dunne fractie;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

6

Machines voor niet kerende grondbewerking en mechanische onkruidbestrijding

Systemen / werktuigen die gericht zijn op het toepassen van een niet-kerende-grondbewerking, zoals grondbewerkingsmachines en schijvenzaaimachines.

9

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

Machines ten behoeve van niet kerende grondbewerking;

 

 

 

Machines ten behoeve van mechanische onkruidbestrijding;

 

 

 

GPS/GIS apparatuur in combinatie met een investering in een machine voor niet-kerende grondbewerking;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Ploegen en spitten (kerende grondbewerking).

 

7

Machine voor spitten en zaaien en poten/planten tegelijk

Subsidiabel:

9

 

 

Machines die werkgangen combineren door tegelijk te spitten én te zaaien / poten/ planten;

 

 

 

GPS/GIS apparatuur in combinatie met een investering in een machine voor spitten en zaaien/poten/planten tegelijk;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

8

Voorzieningen voor weidegang

Subsidiabel:

7

 

 

Alle soorten GPS/pijlbaken systemen voor koeien (mogelijke doelen: tracking in veld of stal, bijhouden gezondheid koe, bijhouden afgifte melk etc.);

 

 

 

Automatische selectiepoorten voor koeien voor toegang richting de weide (alleen in combinatie met GPS-systeem);

 

 

 

Aanschaf van software behorend bij een selectiepoort/GPS systemen voor koeien;

 

 

 

Aanschaf van materialen voor een oversteekplaats (waaronder koetunnel);

 

 

 

Bijbehorende aanleg- en installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Hardware zoals laptops/ computers, tablets etc. voor het ontvangen/ invoeren/sturen van GPS gegevens;

 

 

 

Abonnementen op software updates en servicecontracten.

 

9

Koematras, waterbed

Subsidiabel:

8

 

 

Aanschaf koematrassen voor ligboxen;

 

 

 

Aanschaf waterbedden voor koeien voor ligboxen;

 

 

 

Bijbehorende aanleg- en installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Een stal met diepstrooiselinrichting of zandbedden;

 

 

 

Alle andere varianten op rustmogelijkheden voor dieren;

 

 

 

De stal of plek waar de matrassen of waterbedden in komen;

 

 

 

aanpassingen aan de stalinrichting ten behoeve van de ligboxen.

 

10

Varkensvriendelijke vloeren

Subsidiabel:

8

 

 

Verblijfvloer / stalvloer voor guste en dragende zeugen:

 

 

 

Een dichte vloer met een oppervlak van minimaal 1,50 m2 van per guste of dragende zeug.

 

 

 

Vloer voor ligplaats voor kraamzeugen:

 

 

 

Een dichte vloer van minimaal 1,40 meter Lengte en 0, 60 meter breedte per zeug. (De dichte vloer mag ingestrooid worden, maar dat is niet verplicht).

 

 

 

Verblijfvloer / stalvloer voor gespeende biggen:

 

 

 

Een dichte vloer met een oppervlakte van minimaal 0,20 m2 per gespeende big.

 

 

 

Verblijfvloer / stalvloer voor vleesvarkens:

 

 

 

Een dichte vloer met een oppervlakte van minimaal 0,40 m2 per vleesvarken.

 

 

 

Vloeruitvoering mestplaats vleesvarkens roosters:

 

 

 

Een vloer voor een mestplaats voor vleesvarkens bestaande uit betonroosters of composietroosters. Nadrukkelijk zijn gietijzeren roosters, geprofileerde metaalroosters of Kunststof roosters niet subsidiabel.

 

 

 

Vloeruitvoering mestplaats vleesvarkens harde dichte vloer:

 

 

 

Een vloer voor een mestplaats voor vleesvarkens van dichte beton/composietvloer met gierafvoer en dagelijkse mestverwijdering. (De dichte vloer mag ingestrooid worden, maar dat is niet verplicht).

 

 

 

Verblijfvloer / stalvloer voor dekberen of ligplaatsen voor dekberen:

 

 

 

Een dichte vloer met een oppervlakte van minimaal 76 % per dekbeer.

 

 

 

Varkensvriendelijke vloeren definities:

 

 

 

Dichte vloer volgens Besluit Houders van dieren, omschrijving dichte vloer, artikel 2.18.6:

 

 

 

Een vloer of een gedeelte daarvan, die is voorzien van gierdoorlatende openingen, wordt als dicht beschouwd indien:

 

 

 

het totaal aan gierdoorlatende openingen niet meer bedraagt dan 5% van de totale oppervlakte van het dichte deel van de vloer, en

 

 

 

de breedte van gierdoorlatende spleten ten hoogste 10 mm en de doorsnede van ronde gierdoorlatende openingen ten hoogste 20 mm bedraagt.

 

 

 

Harde dichte vloer is bijvoorbeeld beton/composietvloer of een metalen plaat.

 

 

 

Zachte dichte vloer is bijvoorbeeld geplastificeerd metaal of rubbercoating.

 

11

Open water voorzieningen voor pluimvee

Subsidiabel:

6

 

 

Open water voorziening voor pluimvee: een optimaal watersysteem voor een meer natuurgetrouwe vorm van watergebruik door pluimvee. Een natuurgetrouw watersysteem zorgt ervoor dat vogels kunnen poetsen, reinigen en drinken. Voorbeelden van open watersystemen zijn systemen met bijvoorbeeld ronddrinkers, drinkgoten, vogeldouches, vogelpoelen voor (ondiep) badderen;

 

 

 

(Aanleg) waterleidingen voor de open water voorziening voor pluimvee;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Zwemvoorzieningen: Zwemwater is geen vereiste voor deze optimale watersystemen en daarmee zijn zwemvoorzieningen niet subsidiabel;

 

 

 

Drinknippels en een daarbij horend waterleidingsysteem. Dit is geen optimaal natuurgetrouw watersysteem en daarmee niet subsidiabel.

 

 

 

Een open water voorziening buiten de stal op landbouwgrond is niet toegestaan. De open water voorziening moet zich binnen de stal bevinden. De open water voorziening in de stal moet aan de wettelijke hygiëne voorschriften voldoen, zie de vereisten van de (lokale) overheid.

 

12

Pad cooling in stallen voor veehouderij

Subsidiabel:

8

 

 

Pad cooling systeem ten behoeve van stallen dat zorgt voor afkoeling van binnenkomende lucht via het verdampen van water in de binnenkomende lucht;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

13

Temperatuurregulatie door warmte wisselaars, warmtepompen of aardwarmtesystemen

Subsidiabel:

7

 

 

Warmte wisselaar inclusief onderdelen van het systeem voor het regelen van de temperatuur op basis van lucht-lucht of medium-lucht zoals water-lucht. Voorbeelden zijn verwarming waarbij gebruik wordt gemaakt van aardwarmte of warme stallucht om nieuwe verse lucht mee te warmen;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Reguliere verwarmingssystemen o.a. waarbij water moet worden opgewarmd met gas of elektriciteit om de lucht te warmen. Het is noodzakelijk om warmte of koelte te hergebruiken (wisselwerking) om te warmen of koelen.

 

 

 

De opgewekte energie of warmte moet gebruikt worden door de eigen landbouwonderneming. Het worden van (netto) energieleverancier door deze investering is niet subsidiabel.

 

14

Waterbeheer voorzieningen ter verlaging van risico’s van verontreiniging door erfafspoeling

Subsidiabel:

6

 

 

Aanleg van overdekte verharde, vloeistofdichte vul- en wasplaats voor spuitmachines, inclusief een voorziening voor opvang en opslag van waswater;

 

 

 

Chemisch zuiveringssysteem voor was- en spoelwater van spuitmachines (dat wil zeggen de aanschaf en aanleg van een chemisch zuiveringssysteem dat is opgenomen op de BZG-lijst;

 

 

 

Biologisch zuiveringssysteem voor was- en spoelwater van spuitmachines. (dat wil zeggen de aanschaf en aanleg van een vloeistofdicht biologisch zuiveringssysteem;

 

 

 

Een waterdichte opslagput voor de opvang van perssap, percolatiewater en afstromend water van kuilplaten, voerplein of koepad, waarmee erfafspoeling gescheiden blijft van regulier rioolsysteem. Inclusief de buizen, goten, richels en kolken voor afvoer van met voer- of mestresten vervuild water naar de daarvoor bestemde opslagput;

 

 

 

Een waterdichte opvangput waarmee verontreinigd afvalwater van het bedrijf gescheiden blijft van regulier rioolsysteem. Inclusief de buizen, goten, richels en kolken voor afvoer;

 

 

 

Waterveegmachine met opvangbak erfafspoeling of bedrijfsafvalwater;

 

 

 

Veegmachine voor het schoonhouden van het erf ter voorkoming van erfafspoeling bij regen;

 

 

 

Opvang- en afvoersysteem van perssappen (onder sleufsilo’s);

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Systemen voor het lozen van drain- of afvalwater vanuit kassen;

 

 

 

Overkapping voor een voederopslag;

 

 

 

Overkapping voor een mestopslag;

 

 

 

Kosten voor herinrichting van het erf;

 

 

 

Erfverharding;

 

 

 

Hemelwatersysteem waaronder dakgoten, buizen voor afvoer en reguliere riolering;

 

 

 

Spoelplaats (voor materieel anders dan een spuitmachine e.d.);

 

 

 

Kuilplaten of sleufsilo’s;

 

 

 

Installaties of machines voor opvang van perssap of percolaat indien een overloopvoorziening is of wordt aangebracht naar het reguliere riool, de bodem of het oppervlaktewater;

 

 

 

Waterzuiveringsinstallatie.

 

15

Spuitmachine met restvloeistof reductie in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondteelt

Spuitmachine met restvloeistofreductie in de akkerbouw, bloembollen-, boom- fruit—of vollegrondsteelt bestemd voor het voorkomen van het ontstaan van restvloeistof in de spuittank bij het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of vloeibare meststoffen aan gewassen in de akkerbouw, bloembollen-, boom- fruit—of vollegrondsteelt, door een systeem waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten op het gewas in de spuitleiding vermengd worden.

9

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

een spuitmachine met een selectieve doseringseenheid;

 

 

 

een spuitmachine met een volledig gescheiden vloeistofsysteem etc.;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

De tractor waaraan wordt gekoppeld. Enkel het systeem wat kan worden aangekoppeld is subsidiabel.

 

16

Emissie arme vloeren voor stallen melkveehouderij

Emissiearme vloer voor stallen in de rundveehouderij en aanleg daarvan.

9

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

De vloerdelen van de volgende typen;

 

 

 

Rundveevloer MDV type A1.9: BWL 2010.30.V3, ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen in de roosterspleten, met mestschuif;

 

 

 

Rundveevloer MDV type A1.10: BWL 2010.31.V4, ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag, met mestschuif;

 

 

 

Rundveevloer MDV type A1.13: BWL 2010.34.V5, ligboxenstal met roostervloer voorzien van cassettes in de roosterspleten en mestschuif;

 

 

 

Rundveevloer MDV type A1.14: BWL 2010.35.V5, ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mest afstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif;

 

 

 

Rundveevloer MDV type A1.21: BWL2013.01.V2, ligboxenstal met vlakke vloerplaten met tegelprofiel, hellende sleuven en regelmatige mest afstorten voorzien van afdichtflappen of -kleppen en mestschuif;

 

 

 

Rundveevloer MDV type A1.23: BWL2013.04.V2, ligboxenstal met geprofileerde vloerplaten met sterk hellende langssleuven met urineafvoergat en hellende dwarsgroeven, aaneengesloten gelegd of gescheiden door mest afstorten voorzien van emissiereductiekleppen, met mestschuif;

 

 

 

Rundveevloer MDV type A1.28: BWL2015.05 Ligboxenstal met roostervloer, voorzien van rubber matten en composiet nokken met een hellend profiel, kunststofcassettes met kleppen in de roosterspleten en met mestschuif;

 

 

 

(Robot) Mestschuifsysteem en robot mestcollectors voor genoemde typen vloeren;

 

 

 

Bijbehorende aanleg- en installatiekosten.

 

 

 

 

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Fundering waarop vloer ligt;

 

 

 

Mestkelder;

 

 

 

Muren en dak stal;

 

 

 

Mestkanaal;

 

 

 

Sloopkosten oude vloer.

 

17

Biobed of biofilter

Een biobed of een biofilter is een filterinstallatie voor luchtuitstoot vermindering door filterend materiaal wat uit de natuur komt, zoals houtsnippers of kokosschalen in combinatie met micro-organismen en schimmels.

5

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

Alle onderdelen van het biofilter of biobed voor luchtuitstoot vermindering door natuurlijk filtermateriaal zoals houtsnippers of kokosschalen in combinatie met micro organismen en schimmels;

 

 

 

De bijhorende installatie die de te reinigen luchtstroom door het biobed of biofilter blaast of afzuigt;

 

 

 

Bijbehorende aanleg- en installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Een (biologische) luchtwasser waarin het bio filter kan worden gebruikt. Enkel het bio filter zelf is subsidiabel.

 

18

Fijnstof reducerende maatregelen pluimveestallen

Subsidiabel:

8

 

 

oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.17);

 

 

 

ionisatiesysteem met negatieve coronadraden; 49% emissiereductie fijn stof (BWL 2009.18);

 

 

 

ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof (BWL 2011.01).

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Olie

 

19

Geautomatiseerd systeem voor afvoer van bovenmatig strooisel van de vloeren van pluimveestallen

Subsidiabel:

6

 

 

aanbrengen oliefilm in stallen met gedeeltelijk rooster door middel van een olierobot; 30% emissiereductie fijn stof (BWL 2015.02);

 

 

 

strooiselschuif bij volièrehuisvesting; 20% emissiereductie fijn stof (BWL 2017.02).

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Olie

 

20

Luchtwassystemen in de veehouderij

Dit zijn gecombineerde luchtwassers die naast ammoniak ook fijn stof en geur reduceren en vallen in de RAV-lijst.

5

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser (BWL 2006.14.V5);

 

 

 

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter (BWL 2007.01.V6);

 

 

 

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V4; BWL 2009.12.V2; BWL 2010.02.V4);

 

 

 

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie (BWL 2011.07.V3);

 

 

 

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter (BWL 2011.08.V3).

 

21

Omgekeerde osmose

Bestemd voor: het verminderen van het waterverbruik van biologische luchtwassers met ten minste 60%, door met omgekeerde osmose het spuiwater te zuiveren, waarna het gezuiverde spuiwater opnieuw wordt gebruikt in de biologische luchtwasser en het resterende concentraat nuttig wordt toegepast.

6

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

een omgekeerde osmose-eenheid;

 

 

 

een opslagvoorziening voor het concentraat;

 

 

 

een opslagvoorziening voor het te recirculeren waswater;

 

 

 

voorzieningen om het behandelde spuiwater geschikt te maken voor hergebruik.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Luchtwasser;

 

 

 

Spuiwateropslag en waswateropslag

 

22

Potafdekinstallatie boom-, vaste planten- of sierteelt

Bestemd voor: het in de boom-, vaste planten- of sierteelt tegengaan van de groei van onkruid in de potten, door het machinaal strooien van een afdeklaag bestaande uit los organisch materiaal op de bovenzijde van het substraat.

5

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

een elevator;

 

 

 

een doseersysteem;

 

 

 

transportbanden en een trilsysteem.

 

23

Elektrische voertuigen, gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten.

Elektrische of hybride aangedreven mobiele machine bestemd voor het verrichten van werkzaamheden in de land- en tuinbouw, waarbij de aandrijving is voorzien van een elektromotor, waarbij voor de opslag van energie een of meerdere accu’s worden toegepast.

6

 

 

Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen bestemd voor het elektrisch laden van accu’s van eigen voer- of vaartuigen, die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein

 

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

Elektrische machines/werktuigen gericht op het uitoefenen van landbouwgerichte activiteiten;

 

 

 

een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem, een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een stekkerherkenningssysteem;

 

 

 

Bijbehorende aanleg en installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Elektrische auto’s, fietsen of andere vervoersmiddelen voor personen.

 

24

Automatisch ruwvoermengsysteem voor herkauwers

Automatisch ruwvoermengsysteem voor herkauwers, voor meerdere keren per dag automatisch en gemengd voeren van ruwvoeders.

7

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

Automatisch ruwvoermengsysteem;

 

 

 

een voerkeuken;

 

 

 

Bijbehorende software;

 

 

 

Bijbehorende installatiekosten.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

Krachtvoerautomaten;

 

 

 

Krachtvoerinstallaties;

 

 

 

Voerbak;

 

 

 

Machines voor vullen voerkeuken, die niet automatisch functioneren, zoals kuilsnijders, kuilhappers, shovel/verreiker en tractoren;

 

 

 

Voorraadbunkers welke geen deel uitmaken van het geautomatiseerde systeem.

 

25

Technieken om bodemverdichting tegen te gaan

Investeringen in subsidiabel gestelde systemen die het risico op (structuur) schade van de bodem verminderen.

8

 

 

Subsidiabel:

 

 

 

Aanpassingskosten aan tractoren en werktuigen die bedoeld zijn voor het overschakelen op een teeltsysteem met vaste rijpaden en een spoorbreedte van minimaal 280 cm;

 

 

 

GPS/GIS apparatuur i.c.m. een investering t.b.v. het rijpadensysteem;

 

 

 

Luchtdrukwisselsystemen met een zodanige capaciteit dat de banden binnen 1 minuut op 2 bar kunnen worden gebracht. Subsidiabel zijn maximaal vier banden per aangeschaft systeem. Door aanpassing van bandendruk aan omstandigheden kan structuurschade worden verminderd.

 

26

Systemen om productierisico’s te verkleinen

Subsidiabel:

6

 

 

aanschaf en installatie nachtvorst propeller;

 

 

 

anti hagelgeneratiesystemen;

 

 

 

constructie en aanschaf hagelnetten;

 

 

 

constructie en aanschaf regenkappen;

 

 

 

aanschaf van gehard glas voor gebruik in bestaande of nieuwe kassen.

 

 

 

Niet subsidiabel:

 

 

 

(nieuw)bouw van een kas;

 

 

 

overige investeringen om productierisico’s te verkleinen anders dan omschreven onder subsidiabel;

 

 

 

Sloop en afvoerkosten.

 

Toelichting

Dit is de vierde openstelling van de regeling Jonge landbouwers. De regeling is bedoeld om de aanschaf van modernere voorzieningen, installaties en machines te stimuleren. In deze openstelling is de investeringslijst wederom uitgebreid ten opzichte van eerdere openstellingen, waardoor voor de verschillende sectoren het aanbod aan duurzame investeringen groter is. Daarnaast heeft er een actualisering op basis van beleidsmatige afwegingen en de ervaringen naar aanleiding van eerdere openstellingen plaatsgevonden.

De modernisering moet bijdragen aan verbetering van het milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks-en diergezondheid, landschap/ruimtelijke kwaliteit of biodiversiteit.

Investeringen die alleen of hoofdzakelijk gericht zijn op verbetering van de rentabiliteit van bedrijven en vervanging door dezelfde goederen die al op het bedrijf aanwezig waren komen niet in aanmerking.

Gedeputeerde Staten stellen een lijst vast van investeringen die voor subsidie in aanmerking komen. Op deze lijst zijn investeringen opgenomen die bijdragen aan de duurzaamheidsdoelen. De score per investeringscategorie is bepaald op basis van de mate waarin de investering bijdraagt aan de duurzaamheid (gericht op milieu, klimaatbestendigheid, dierenwelzijn, volks- en diergezondheid, ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit) en de beleidsmatige voorkeur.

De aanvragen worden gerangschikt op de score van de investeringen. Deze score wordt bepaald aan de hand van de duurzaamheidscore zoals opgenomen in bijlage 1. Ook deze score is bij deze openstelling geactualiseerd. Indien een aanvraag uit meerdere investeringen bestaat wordt de duurzaamheidsscore bepaald op basis van de gemiddelde score. De gemiddelde score wordt berekend door de scores van de individuele investeringen bij elkaar op te tellen en te delen door het aantal investeringen.

De in de bijlage genoemde maatregelingen zijn alleen subsidiabel indien de eventueel benodigde vergunningen aanwezig zijn voor indiening van het project.

Voor wat betreft de investeringen die energie of warmte produceren:

Indien de te verwachten gemiddelde energieproductie door de investering(en) hoger is dan de energie die gemiddeld jaarlijks nodig is voor het eigen landbouwbedrijf, met inbegrip van het landbouwhuishouden, zijn onder deze POP-maatregel slechts de kosten subsidiabel voor de investeringen die (naar rato) worden gedaan ten behoeve van de gemiddelde eigen energiebehoefte van het landbouwbedrijf inclusief het landbouwhuishouden. Voor de berekening van de hoogte van de gemiddelde eigen energiebehoefte wordt uitgegaan van de bestaande bedrijfssituatie ten tijde van de subsidieverlening, tenzij er aantoonbaar sprake is van een voorziene uitbreiding van de energiebehoefte van het eigen bedrijf, inclusief het landbouwhuishouden. Indien er aantoonbaar sprake is van een voorziene uitbreiding van de energiebehoefte van het eigen bedrijf, inclusief het landbouwhuishouden, zal ten tijde van het vaststellingsverzoek op basis van de bestaande situatie ten tijde van het vaststellingsverzoek worden bezien wat de gemiddelde jaarlijkse energiebehoefte van het bedrijf inclusief landbouwhuishouden is geworden op basis van overgelegde onderbouwingen van de nieuwe verbruiksgegevens.