Vaststelling en aanpassing van begrotingssubsidies en subsidieplafonds 2020 (kadernota 2020-2023)

Geldend van 16-07-2019 t/m heden

Intitulé

Vaststelling en aanpassing van begrotingssubsidies en subsidieplafonds 2020 (kadernota 2020-2023)

Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 14 mei 2019, met het besluitnummer PZH-2019-688640105;

Gelet op:

Artikel. 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel. 105, 143 en 145 van de ProvincieWet en juncto artikel. 5, lid 1 van de ASV-Zuid Holland 2013;

Besluiten:

  • Vooruitlopend op de vaststelling van de begroting 2020 de begrotingssubsidies 2020 op te nemen, conform tabel 1: begrotingssubsidies 2020;

  • Vooruitlopend op de vaststelling van de begroting 2020 de subsidieplafonds van de boekjaar- en projectsubsidies 2020 voorlopig vast te stellen, conform tabel 2: subsidieplafonds 2020 voor boekjaar- en projectsubsidies;

Den Haag, 3 juli 2019

Proviniciale Staten van Zuid-Holland,

E.W.K. Meurs, griffier

drs. J. Smit, voorzitter

Toelichting

Waarom vaststelling van de subsidieplafonds en voorbehoud onder vaststelling van de begroting 2020.

Waarom is vaststelling van subsidieplafonds nu aan de orde? Begrotingssubsidies 2020 en een aantal boekjaar- en projectsubsidies kennen een plafondtijdvak vanaf 1 juli 2019 tot 31 december 2020. Op grond van artikel 4:27, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht moeten subsidieplafonds voor de aanvang van het tijdvak waarvoor een subsidieplafond is vastgesteld worden bekendgemaakt. Vandaar dat Provinciale Staten geacht worden de subsidieplafonds nu vast te stellen.

De vaststelling van de begroting kan er toe leiden dat de subsidieplafonds nog worden bijgesteld in overeenstemming met artikel 4:28 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Een verlaging van deze subsidieplafonds kan tot gevolg hebben dat al ingediende subsidieaanvragen niet of slechts gedeeltelijk voor honorering in aanmerking komen. Om juridisch geen risico’s te lopen, nemen wij bij deze vaststelling van de subsidieplafonds een voorbehoud op vaststelling van de begroting 2020 op. Dit geldt ook voor subsidieregelingen met een tendersysteem, waarbij alle aanvragen voor een bepaald tijdvak moeten worden ingediend.

Grondslag vaststelling subsidieplafonds

Het vaststellen van de subsidieplafonds 2020 heeft zijn grondslag in art. 5, lid 1 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 (Asv).

De subsidies zijn gebaseerd op grond van de volgende artikelen van de Asv:

Artikel 3, lid 1 en 2: Gedeputeerde Staten kunnen boekjaar- en projectsubsidies verstrekken voor activiteiten die passen binnen de programma's, die zijn opgenomen in de desbetreffende begroting;

Artikel 3, lid 4: Gedeputeerde Staten kunnen besluiten nemen betreffende verstrekking van begrotingssubsidies voor activiteiten, die passen binnen de programma's van de desbetreffende begroting.

Het bedrag dat beschikbaar is voor iedere genoemde subsidieregeling (of een onderdeel hiervan) wordt verdeeld conform de verdelingsregels die in de betrokken subsidieregeling (of een onderdeel hiervan) zijn opgenomen.

In overeenstemming hiermee en in relatie met de subsidieregelingen die door ons worden vastgesteld, worden de subsidieplafonds 2020 voor het aanvragen van subsidies voor het tijdvak tussen 1 juli 2019 tot 31 december 2020 uit praktische overwegingen gelijktijdig met de kadernota 2020-2023 door Provinciale Staten vastgesteld. Voor boekjaar- en projectsubsidies vindt bij de vaststelling van de begroting 2020 eventueel een vaststelling van de subsidieplafonds 2020 plaats.

Daar waar nodig (art. 5, lid 2 van de Asv) heeft ons college voor de subsidieplafonds 2020 voor boekjaar- en projectsubsidies deelplafonds vastgesteld. Hiervan doen wij u mededeling bij tabel 3 bij deze publicatie.

In de onderstaande tabel worden de begrotingssubsidies voor 2020 weergegeven.

Tabel 1: begrotingssubsidies 2020

Programma

Doel

Naam instelling

maximaal te subsidiëren bedrag 2019 in €’s

maximaal te subsidiëren bedrag 2020 in €’s

3

3.

Gemeente Rotterdam

1.000.000

1.000.000

3

3.1

Stichting Biobased

242.000

242.000

3

3.6

stichting Restauratie Opleidingsprojecten Zuid-West

20.000

20.000

3

3.6

Erfgoedhuis Zuid-Holland

1.675.273

1.675.273

3

3.6

stichting molenviergang Aarlanderveen

22.058

22.058

3

3.6

Kunstgebouw

1.222.200

1.222.200

3

3.6

Zuid-Hollandse Popunie

127.313

127.313

3

3.6

Stichting Provinciaal Bevrijdingsfestival Zuid-Holland

23.648

23.648

3

3.6

Stichting Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland

203.700

203.700

3

3.6

stichting Educatieve Orkestprojecten (SEOP)

30.555

30.555

4

4.2

Probiblio

5.042.640

5.042.640

Toelichting op de tabel 1:

Begrotingssubsidies zijn subsidies waar geen subsidieregeling aan ten grondslag ligt. Deze worden verleend op basis van art. 4:23, derde lid, onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht;

Begrotingssubsidies worden voor de betreffende organisaties, met naam en het maximumsubsidie afzonderlijk, in de paragraaf subsidies in de begroting opgenomen;

Conform het Hoofdlijnenakkoord wordt voor lonen en prijzen voor 2020 geen prijscompensatie toegepast, alle budgetten volgen de nullijn en worden niet voor inflatie gecorrigeerd;

De verantwoordingsarrangementen uit de Algemene subsidieverordening 2013 (Asv) zijn in principe van toepassing;

De aanvragen van bovengenoemde begrotingssubsidies dienen voor 1 oktober voorafgaand aan het boekjaar te worden ingediend (art. 26, lid 2 Asv-2013);

Boekjaar- en projectsubsidies

In de onderstaande tabel worden de subsidieplafonds voor 2020 voor de boekjaar- en projectsubsidies weergegeven.

Tabel 2: subsidieplafonds 2020 voor boekjaar- en projectsubsidies

Subsidie-regeling nr.

Titel van de regeling

Doel

Subsidieplafond 2020 in €

Aanvraag-periode

1.6.36

Subsidieregeling Restauratie Rijksmonumenten Zuid Holland 2013

3.6

2.266.942

1-12-2019 t/m 29 -02-2020

1.6.46

Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013

3.6

336.000

Zie tabel 3

1.6.65

Subsidieregeling MKB Innovatie Stimulering Topsectoren Zuid-Holland

3.1

13.440.000

2020

Toelichting op de tabel 2:

Subsidies die opgenomen zijn in tabel 2, zijn subsidies die op basis van een subsidieregeling worden verstrekt;

Tabel 2 bevat zowel boekjaar-als projectsubsidies. Boekjaarsubsidies worden voor één of meer boekjaren verstrekt voor activiteiten, die behoren tot de structurele activiteiten die de subsidieontvanger gewoonlijk in het kader van zijn alledaagse bedrijfsvoering ontplooit (art. 1 lid c, Asv-2013). Projectsubsidies zijn subsidies voor een activiteit of een samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en zijn gericht op een specifiek eindresultaat (art. 1, lid f, Asv-2013);

De verantwoordingsarrangementen uit de Asv zijn in principe van toepassing;

Voor de onder de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 vallende subsidieregelingen wordt in de tabel de aanvraagperiode opgenomen. Hierin wordt aangegeven wanneer subsidieaanvragen kunnen worden ingediend;

Indien bij de verlening van subsidies rangschikking aan de orde is, is dit vermeld in de betreffende subsidieregeling.

1.6.36 Subsidieregeling Restauratie Rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 (doel 3.6).

Voor § 2 Restauratie Rijksmonumenten een deelplafond van € 2.266.942 (aanvraagperiode 1 december 2019 tot en met 29 februari 2020, doel 3.6).

De provincie zet zich in voor het behoud van erfgoed door monumenten te restaureren. Vanaf 2012 zijn de middelen voor de restauratie van rijksmonumenten gedecentraliseerd naar de provincies. Vanaf 2019 ontvangt de provincie Zuid-Holland jaarlijks € 2.300.000 van het Rijk voor de restauratie van rijksmonumenten. Voorstel van Gedeputeerde Staten is om het Hoofdsubsidieplafond te verhogen met een bedrag van € 2.266.942 Dit heeft tot gevolg dat door Provinciale Staten het hoofdsubsidieplafond moet worden vastgesteld op € 2.266.942 en op te nemen in de begroting.

1.6.46 Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 (doel 3.6).

Molens zijn blikvangers in het landschap. In de beleidsvisie Cultureel erfgoed en basisvoorziening cultuur 2017 – 2020 is opgenomen dat het onderhoud van molens als dragers van het Hollandse Landschap gewaarborgd moet zijn. Instrument hiervoor is de subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 met als onderdelen, §2 draaipremies, §3 onderhoud en §4 groot onderhoud. Voor onderhoudssubsidies wordt de systematiek van het Rijk gevolgd (zesjarige subsidie volgens de SIM 2015-2020. De verwachting is dat ongeveer 10 molens hier een beroep op doen. Hierna zal het aantal aanvragen beperkt zijn. Voorstel is dat Gedeputeerde Staten de deelplafonds vaststellen op € 90.000 voor § 2 draaipremies (aanvraagperiode 1 januari 2020 t/m 28 februari 2020), € 246.000 voor § 3 onderhoud (aanvraagperiode 1 september 2020 t/m 30 november 2020). Voorstel van Gedeputeerde Staten is om het Hoofdsubsidieplafond te verhogen tot € 336.000. Dit heeft tot gevolg dat door Provinciale Staten het hoofdsubsidieplafond moet worden vastgesteld op € 336.000.

1.6.65 Subsidieregeling MKB innovatie Stimulering Topsectoren Zuid-Holland (doel 3.1).

In 2015 is de provincie samen met het Rijk gestart met de Subsidieregeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT). Met deze willen we het innovatiepotentieel van Zuid-Holland beter benutten. Het valoriseren van kennis en versterken van het MKB uit de topsectoren zal zorgen voor vernieuwing en groei van de regionale economie in Zuid-Holland. Hierbij gaat het ook om cross-sectorale innovatie. Veel projecten kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen zoals voedselveiligheid, duurzame energie, robotisering, logistieke ketens en gezondheidszorg. Aan Provinciale Staten wordt voorgesteld om het subsidieplafond vast te stellen op € 13.440.000.

Tabel 3: Overzicht en toelichting van de door Gedeputeerde Staten (GS) vastgestelde deelsubsidieplafonds 2020 met betrekking tot project- en boekjaarsubsidies

Subsidie-regeling nr.

Paragraaf

Titel van de regeling

Doel

Subsidieplafond 2020

Aanvraag-periode

1.6.36

 

Subsidieregeling Restauratie Rijksmonumenten Zuid-Holland 2013

 

 

 

 

2

Restauratie Rijksmonumenten

3.6

2.266.942

1-12-2019 t/m 29-02-2020

1.6.46

 

Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013

 

 

 

 

2

draaipremie

3.6

90.000

1-01- 2020 t/m 28-02-2020

 

3

onderhoud

3.6

246.000

1-09-2020 t/m 30-11- 2020

Toelichting:

1.6.36 Subsidieregeling Restauratie Rijksmonumenten Zuid-Holland 2013 (doel 3.6).

Voor § 2 Restauratie Rijksmonumenten een deelplafond van € 2.266.942 (aanvraagperiode 1 december 2019 tot en met 29 februari 2020, doel 3.6).

De provincie zet zich in voor het behoud van erfgoed door monumenten te restaureren. Vanaf 2012 zijn de middelen voor de restauratie van rijksmonumenten gedecentraliseerd naar de provincies. Vanaf 2019 ontvangt de provincie Zuid-Holland jaarlijks € 2.300.000 van het Rijk voor de restauratie van rijksmonumenten. Voorstel van Gedeputeerde Staten is om het Hoofdsubsidieplafond te verhogen met een bedrag van € 2.266.942 Dit heeft tot gevolg dat door Provinciale Staten het hoofdsubsidieplafond moet worden vastgesteld op € 2.266.942 en op te nemen in de begroting.

1.6.46 Subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 (doel 3.6).

Molens zijn blikvangers in het landschap. In de beleidsvisie Cultureel erfgoed en basisvoorziening cultuur 2017 – 2020 is opgenomen dat het onderhoud van molens als dragers van het Hollandse Landschap gewaarborgd moet zijn. Instrument hiervoor is de subsidieregeling molens Zuid-Holland 2013 met als onderdelen, §2 draaipremies, §3 onderhoud en §4 groot onderhoud. Voor onderhoudssubsidies wordt de systematiek van het Rijk gevolgd (zesjarige subsidie volgens de SIM 2015-2020. De verwachting is dat ongeveer 10 molens hier een beroep op doen.. Hierna zal het aantal aanvragen beperkt zijn. Voorstel is dat Gedeputeerde Staten de deelplafonds vaststellen op € 90.000 voor § 2 draaipremies (aanvraagperiode 1 januari 2020 t/m 28 februari 2020), € 246.000 voor § 3 onderhoud (aanvraagperiode 1 september 2020 t/m 30 november 2020). Voorstel van Gedeputeerde Staten is om het Hoofdsubsidieplafond te verhogen tot € 336.000. Dit heeft tot gevolg dat door Provinciale Staten het hoofdsubsidieplafond moet worden vastgesteld op € 336.000.