Regeling vervallen per 01-04-2019

Luchthavenverordening Zuid-Holland (Luchthavenverordening Zuid-Holland)

Geldend van 15-01-2010 t/m 31-03-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2009

Intitulé

Luchthavenverordening Zuid-Holland (Luchthavenverordening Zuid-Holland)

Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 16 december 2009 tot vaststelling van de Luchthavenverordening Zuid-Holland (Prov. Blad 2010, nr. 1)

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Wet luchtvaart;

  • b. luchthavenbesluit: besluit als bedoeld in artikel 8.43 van de wet;

  • c. luchthavenregeling: regeling als bedoeld in artikel 8.64 van de wet;

  • d. luchtvaartuig: luchtvaartuig als bedoeld in artikel 21 van het Besluit burgerluchthavens en artikel 8a.51 van de wet.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op de voorbereiding van luchthavenbesluiten en luchthavenregelingen.

Artikel 3

1. Provinciale Staten stellen op aanvraag een luchthavenbesluit of een luchthavenregeling vast.

2.Het eerste lid is niet van toepassing op luchthavenbesluiten en luchthavenregeling die worden vastgesteld ingevolge de overgangsartikelen XIV en XV van de wet.

Artikel 4

Indien de aanvraag betrekking heeft op een luchthavenbesluit, vermeldt de aanvrager in zijn. aanvraag de volgende gegevens:

  • a. naam, adres, contactgegevens, rechtspersoonlijkheid, contactperso(o)n(en) en eventuele adviseurs van de aanvrager en de exploitant, indien de laatste niet tevens de aanvrager is;

  • b. een aanduiding van het luchthaventerrein dat bestemd is om als luchthaven te worden ingericht, een topografische kaart op een schaal van 1:10.000, met noordpijl en de kadastrale aanduiding van het terrein, inclusief een uittreksel uit de kadastrale leggers van het perceel waarop het luchthaventerrein is gelegen;

  • c. de eigendomssituatie met betrekking tot het luchthaventerrein en, indien de aanvrager niet de eigenaar is, de verklaring van de eigenaar dat deze instemt met het voorgenomen gebruik als luchthaven;

  • d. de planologische situatie van het luchthaventerrein en het gebied rondom het terrein;

  • e. één offmeer tekeningen waaruit de ruimtelijke indeling blijkt van het gebied rond het luchthaventerrein, met inbegrip van de (maximale) hoogte van de objecten;

  • f. een plan voor het gebruik van de luchthaven voor een periode van vijf jaar;

  • g. de wijze waarop in luchtverkeersleiding zal worden voorzien;

  • h. berekeningen als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Regeling burgerluchthavens en artikel 8.44, derde lid, van de wet met betrekking tot het bepalen van de geluidsbelasting, het externe-veiligheidsrisico van het luchthavenvliegverkeer en de lokale luchtverontreiniging;

  • i. een beargumenteerde verklaring, waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de van toepassing zijnde vereisten op grond van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen.

Artikel 5

Indien de aanvraag betrekking heeft op een luchthavenregeling vermeldt de aanvrager in zijn aanvraag de volgende gegevens:

  • a. naam adres, contactgegevens, rechtspersoonlijkheid, contactperso(on(en) en eventuele adviseurs van de aanvrager en de exploitant, indien de laatste niet tevens de aanvrager is;

  • b. de aanduiding van het luchthaventerrein dat is bestemd om als luchthaven te worden ingericht, met, een topografische kaart op een schaal van 1:10.000 met noordpijl en de kadastrale aanduiding van het terrein, inclusief een uittreksel uit de kadastrale leggers van het perceel waarop het luchthaventerrein is gelegen;

  • c. de eigendomssituatie van het luchthaventerrein en, indien de aanvrager niet tevens de eigenaar is, een verklaring van de eigenaar dat deze instemt met het gebruik van het terrein als luchthaven;

  • d. de planologische situatie van het luchthaventerrein en het gebied rondom het terrein;

  • e. één of meer tekeningen waaruit de beoogde ruimtelijke indeling blijkt van het gebied rond de luchthaven, met inbegrip van de (maximale) hoogte van de objecten;

  • f. een plan voor het gebruik van de luchthaven voor een periode van vijf jaar;

  • g. een beargumenteerde verklaring waaruit blijkt dat geen luchthavenbesluit is vereist;

  • h. berekeningen van de geluidsbelasting en het externe-veiligheidsrisico van het luchthavenvliegverkeer als bedoeld in Hoofdstuk 2 van de Regeling burgerluchthavens en artikel 8.64, vijfde lid, van de wet;

  • i. een beargumenteerde verklaring waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de van toepassing zijnde vereisten op grond van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terrein

Artikel 6

Gedeputeerde Staten stellen een formulier vast voor de aanvraag van een luchthavenbesluit en een luchthavenregeling.

Artikel 7

Gedeputeerde Staten stellen het ontwerp voor het luchthavenbesluit of de luchthavenregeling vast.

Artikel 8

Gedeputeerde Staten dienen de aanvraag in bij de Minister van Verkeer en Waterstaat voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 8.49 van de wet.

Artikel 9

Gedeputeerde Staten wijzen toezichthouders aan die belast zijn met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet gegeven regels en voorschriften.

Artikel 10

Deze verordening wordt aangehaald als de Luchthavenverordening Zuid-Holland.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum waarop de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens, Staatsblad 2008, 561) in werking treedt.

Ondertekening

Den Haag, 16 december 2009
Provinciale Staten van Zuid-Holland,
J. FRANSSEN, voorzitter
H. ENGELS-VAN NEIJEN, griffier