Regeling vervallen per 01-07-2013

Subsidieregeling arbeidsmarkt en onderwijs Zuid-Holland (Subsidieregeling arbeidsmarkt en onderwijs Zuid-Holland)

Geldend van 01-01-2009 t/m 30-06-2013

Intitulé

Subsidieregeling arbeidsmarkt en onderwijs Zuid-Holland (Subsidieregeling arbeidsmarkt en onderwijs Zuid-Holland)

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 25 november 2008 tot vaststelling van de subsidieregeling arbeidsmarkt en onderwijs Zuid-Holland (Prov. Blad 2008, nr. 113), gewijzigd bij besluit van 16 juni 2009 (Prov. Blad 2009, nr. 40 A). 

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Operationeel Programma: het Operationeel Beleidsprogramma Arbeid en Onderwijs, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 3 juni 2008;

  • b. Actieprogramma: het Actieprogramma Economische Clusters, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 20 mei 2008;

  • c. RPA: Regionale Platform Arbeidsmarkt;

  • d. verordening: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland;

  • e. Kennisalliantie: Stichting Kennisalliantie Zuid-Holland;

  • f. arbeidsmarktknelpunt: knelpunt binnen de Clusters zoals omschreven in Bijlage I van het Convenant en zoals jaarlijks vastgesteld door de convenantpartijen;

  • g. convenant: Convenant Werkgeversgericht arbeidsmarkt- en onderwijsbeleid gesloten tussen de provincie Zuid-Holland, RPA's en Kennisalliantie;

  • x. meerdere partijen: samenwerkingsverband bestaande uit minimaal twee partijen;

  • h. bovenlokaal: activiteiten die een bovengemeentelijk karakter hebben;

  • i. staatssteun: financiële steunmaatregelen zoals omschreven in artikel 87 lid 1 EG-Verdrag;

  • j. HBO: een geaccrediteerde instelling voor hoger beroepsonderwijs in Zuid-Holland;

  • k. MBO: een geaccrediteerde instelling voor middelbaar beroepsonderwijs in Zuid-Holland.

Artikel 2 Subsidieverstrekking

1.Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidies verstrekken voor activiteiten die gericht zijn op de oplossing van arbeidsmarktknelpunten in de provincie Zuid-Holland.2. Voor subsidie als bedoeld in het eerste lid komen uitsluitend in aanmerking activiteiten die gericht zijn op:

  • a. doorstroming: enerzijds het realiseren van een doorlopende leerlijn tussen het MBO en het HBO, anderzijds het realiseren van op- en bijscholingstrajecten vanuit een werksituatie met als doel het bereiken van een erkend onderwijs diploma, of erkend certificaat en het bereiken van een hoger functieniveau;

  • b. duale trajecten: combinaties van werken en leren voor zowel scholieren uit het MBO en het HBO, als voor werkenden waarbij mensen vooral leren op de werkplek, terwijl het leerdoel is afgestemd op hun behoeften in relatie tot de eisen van de arbeidsmarkt;

  • c. delen van kennis: het organiseren en opzetten van de infrastructuur die benodigd is om duale trajecten te realiseren en doorstroom te bewerkstellingen, gericht op het realiseren van samenwerking tussen MBO, HBO en het bedrijfsleven en het bedrijfsleven onderling, met het doel enerzijds het beroepsonderwijs beter af te stemmen op de arbeidsmarkt en anderzijds de arbeidsmarkt beter te betrekken bij het beroepsonderwijs.

3. Subsidie wordt slechts verstrekt indien voldaan wordt aan de volgende criteria:

  • a. de activiteit is gericht op het oplossen van een arbeidsmarktknelpunt;

  • b. de activiteit sluit aan bij het Actieprogramma en het Operationeel Programma;

  • c. de te subsidiëren activiteit zal uiterlijk op 31 december 2011 zijn afgerond.

Artikel 3 Doelgroep

1. Subsidies als bedoeld in artikel 2 kunnen uitsluitend worden verstrekt aan rechtspersonen.2. In afwijking van het eerste lid kunnen subsidies als bedoeld in artikel 2 niet worden verstrekt aan een RPA of aan de Kennisalliantie.

Artikel 4 Indieningstermijnen

1. In afwijking van het bepaalde in artikel 36, eerste lid, van de verordening kunnen aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, eenmaal per jaar worden ingediend in het tijdvak van 1 juli tot en met 30 september voorafgaande aan het jaar waarin de activiteit zal worden uitgevoerd.2. In afwijking van het eerste lid kunnen voor activiteiten, uit te voeren in 2009, aanvragen worden ingediend in het tijdvak van 1 januari 2009 tot en met 28 februari 2009.

Artikel 5 Te overleggen gegevens

In aanvulling op artikel 36, derde lid, en artikel 37 van de verordening gaat de subsidieaanvraag vergezeld van schriftelijke informatie met betrekking tot:

  • a. de verhouding met het arbeidsmarktknelpunt zoals genoemd in bijlage I van het convenant;

  • b. de verhouding met het Operationeel Programma;

  • c. de verhouding met het Actieprogramma;

  • d. het aanvullende karakter van de activiteit;

  • e. de financiële planning van het gebruik van de subsidie voor de activiteit;

  • f. een beleidsdoelstellingenrapportage.

Artikel 6 Rangschikking

1.Gedeputeerde Staten rangschikken de aanvragen voor projectsubsidies als bedoeld in artikel 2 naar gelang de eindscore voortvloeiende uit de toepassing van de in het tweede lid opgenomen tabel met betrekking op de hierna genoemde aspecten:

  • a. de activiteit wordt uitgevoerd door meerdere partijen;

  • b. de activiteit heeft een bovengemeentelijk karakter;

  • c. de resultaten, kennis en methodieken worden beschikbaar gesteld aan derden;

  • d. voor de realisatie van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd is er cofinanciering van minimaal 50% van de subsidiabele kosten door derden;

  • e. de activiteit krijgt aantoonbaar een vervolg na afloop van de subsidieperiode zonder een provinciale bijdrage;

  • f. mate waarin de activiteit bijdraagt aan het oplossen van het arbeidsmarktknelpunt;

  • g. een evenwichtige regionale spreiding van activiteiten.

2.De subsidieaanvragen worden volgens het volgende schema beoordeeld:

Vereiste artikel 6, eerste lid, onderdeel:

Mate waarin de aanvraag voldoet aan het aspect

Score

Mate waarin de aanvraag voldoet aan het aspect

Score

Mate waarin de aanvraag voldoet aan het aspect

Score

a. aantal partijen

0

2-3

2

>3

4

b. Bovengemeentelijke karakter

nee

0

Wel bovengemeentelijk karakter. Het project heeft betrekking op 1 RPA gebied in Zuid-Holland

2

Wel bovengemeentelijk, karakter, Het project heeft betrekking op 2 of 3 van de RPA gebieden in Zuid-Holland en is daarmee bovenregionaal

4

c. Beschikbaar stellen van resultaten, kennis en methodieken

nee

0

Ten dele

2

ja

4

d.Cofinanciering

50%

0

>50 - 60%

2

> 60%

4

e. Vervolg

nee

0

Ten dele

2

ja

4

f. Mate waarin project bijdraagt aan het oplossen van het arbeidsmarktknelpunt

Voldoende mate

2

Ruime mate

4

Zeer grote mate

6

Artikel 7 Beslistermijn

Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk 13 weken na de in het eerste, respectievelijk tweede lid genoemde sluitingsdatum voor het indienen van aanvragen. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de aanvrager gedaan.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

1. Subsidiabele kosten zijn alle noodzakelijke kosten die rechtstreeks met de activiteit verband houden. Hieronder worden mede begrepen de kosten die samenhangen met de inzet van eigen menskracht.2. Voor de vergoeding van menskracht wordt voor interne medewerkers een uurtarief van maximaal € 65,00 gehanteerd voor projectmedewerkers en € 85,00 voor projectleiders. Voor de inhuur van externe medewerkers wordt een uurtarief van maximaal € 85,00 exclusief btw gehanteerd voor projectmedewerkers en € 125,00 exclusief btw voor projectleiders.

Artikel 9 Weigeringsgronden

1. In aanvulling op de artikelen 12 tot en met 15 en artikel 40 van de verordening weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 2 indien:

  • a. de activiteit reguliere werkzaamheden van onderwijs en arbeidsmarktpartijen betreft;

  • b. de te verlenen subsidie minder bedraagt dan € 50.000,00 voor een eenjarig project en minder dan € 100.000,00 voor een meerjarig project;

  • c. de te verlenen subsidie meer bedraagt dan € 100.000,00 voor een eenjarig project, en meer dan € 300.000,00 voor een meerjarig project;

  • d. de financiering van het project voor minder dan 50% wordt gecofinancierd.

2 Het bepaalde onder a van het eerste lid van artikel 15 van de verordening, de eis dat de activiteit aansluit bij het Actieprogramma en de eis dat een arbeidsmarktknelpunt een knelpunt binnen de Clusters moet zijn als bedoeld in de artikelen 1, onderdeel f, 2, derde lid, onderdelen a en b, zijn niet van toepassing op activiteiten waarvoor subsidie is gevraagd in het tijdvak vermeld in artikel 4, tweede lid.

Artikel 10 Staatssteun

1. Met inachtneming van de overige bepalingen in deze regeling kunnen Gedeputeerde Staten subsidies verstrekken, indien:

  • a. de subsidie niet valt onder de werking van artikel 87 van het EG-verdrag, of

  • b. de subsidie voldoet aan de voorwaarden voor de de minimis-steun als bedoeld in verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de minimis-steun, Pb. 2006, L379/5;

  • c. de subsidie geldt voor activiteiten als bedoeld in en overeenkomstig de bepalingen van verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (de algemene groepsvrijstellingsverordening);

2. In de overige gevallen verstrekken Gedeputeerde Staten subsidies onder voorbehoud dat deze door de Europese Commissie als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beoordeeld.3. Bij de subsidieaanvraag verstrekt de aanvrager door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld model de gegevens die noodzakelijk zijn voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b.

Artikel 11 Verplichtingen en verantwoording

1. In aanvulling op de artikelen 16 tot en met 20 en artikel 42 van de verordening is de subsidieontvanger verplicht zes maanden na de subsidieverlening van het éénjarig project een tussentijdse voortgangsrapportage in te dienen. Deze voortgangsrapportage is gebaseerd op de doelstellingen die zijn opgenomen in de beleidsdoelstellingenrapportage als bedoeld in artikel 5, onderdeel f.2. De ontvanger van een meerjarige subsidie overlegt binnen een maand na afloop van het kalenderjaar een tussentijdse voortgangsrapportage die gebaseerd is op de doelstellingen die zijn opgenomen in de beleidsdoelstellingenrapportage als bedoeld in artikel 5, onderdeel f.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling arbeidsmarkt en onderwijs Zuid-Holland. 

Ondertekening

Den Haag, 25 november 2008 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, J. FRANSSEN, voorzitter M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, secretaris