Regeling vervallen per 01-07-2013

Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland (Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland)

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2011

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 25 november 2008 tot vaststelling van de Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland (Prov. Blad 2008, nr. 113)

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. bestemmingsbesluit: bestemmingsbesluit in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel III, van de Wegenwet;

  • b. Fietsplan 2008: door Provinciale Staten van Zuid-Holland bij besluit van 26 maart 2008 vastgesteld plan;

  • c. CROW: Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek;

  • d. SSK-raming: Standaard systematiek kostenraming volgens publicatie 137 van het CROW;

  • e. verordening: Algemene subsidieverordening Zuid-Holland.

Artikel 2 Projectsubsidies

Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidies verstrekken voor:

  • a. het verrichten van verkenningen en planstudies voor fietsprojecten;

  • b. het opstellen van een definitief ontwerp van fietsprojecten;

  • c. het realiseren van fietsprojecten;

  • d. het beheer en onderhoud van nieuw aangelegde fietspaden die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidies als bedoeld in artikel 2 onderdelen a tot en met d, kunnen uitsluitend worden verstrekt aan publiekrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 4 Rangschikking

Indien door de subsidieverstrekking het subsidieplafond als bedoeld in artikel 7 van de verordening dreigt te worden overschreden, rangschikken Gedeputeerde Staten de aanvragen voor een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met d:

  • a. conform de prioritering die is opgenomen in het Fietsplan 2008;

  • b. op volgorde van binnenkomst met dien verstande dat een volledige aanvraag een hogere prioriteit heeft dan een onvolledige aanvraag.

Artikel 5 Weigeringsgronden

In aanvulling op de artikelen 12 tot en met 15 en artikel 40 van de verordening weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met c, indien:

  • a. het fietsproject niet is opgenomen in het Fietsplan 2008;

  • b. over eigendom, beheer en onderhoud van het fietsproject geen overeenstemming bestaat tussen subsidieontvanger en Gedeputeerde Staten;

  • c. het te verstrekken subsidiebedrag voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met c, lager is dan € 4.500,00.

Artikel 6 Maximale subsidiepercentage

1. Een subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met c, bedraagt ten hoogste 100%.2. Indien subsidie wordt aangevraagd voor een fietsproject waarvoor Gedeputeerde Staten al een andere subsidie hebben verleend of indien er sprake is van cofinanciering, kunnen Gedeputeerde Staten in aanvulling op artikel 10, derde lid, van de verordening, de te verlenen subsidie verminderen met het bedrag van die subsidie of cofinanciering.

Paragraaf 2 Verkenning en planstudie van fietsproject

Artikel 7 Te overleggen gegevens bij aanvraag, afwijking indiening- en beslistermijn

1. Een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, gaat in aanvulling op artikel 36, derde lid, van de verordening vergezeld van:

  • a. een mogelijke planologische inpassing van de aan te leggen fietspaden;

  • b. een invulling van eigendom, beheer en onderhoud; en

  • c. een planning van de uit te voeren werkzaamheden.

2. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening, kunnen subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, gedurende het gehele jaar worden ingediend.3. In afwijking van artikel 38, eerste lid, van de verordening beslissen Gedeputeerde Staten uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.4. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 8 Verplichtingen

In aanvulling op de artikelen 16 tot en met 20 en artikel 42 van de verordening kunnen Gedeputeerde Staten de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:

  • a. de inhoud van de planstudie naar mogelijke tracés;

  • b. de informatieplicht;

  • c. administratieve taken.

Artikel 9 Afronding verkenning- en planstudie

De verkenning- en planstudie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt binnen twee jaar na de subsidieverlening afgerond.

Artikel 10 Aanvullende gegevens bij vaststelling

In aanvulling op artikel 1:34, tweede lid, van de verordening gaat een aanvraag tot subsidievaststelling, vergezeld van de opgestelde planstudie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a.

Paragraaf 3 Het opstellen van het definitieve ontwerp van fietsprojecten

Artikel 11 Te overleggen gegevens bij aanvraag, afwijking indienings- en beslistermijn

1. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, gaat in aanvulling op artikel 36, derde lid, van de verordening vergezeld van de planstudie, tenzij deze al in bezit is van Gedeputeerde Staten.2. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening kunnen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, gedurende het gehele jaar worden ingediend.3.In afwijking van artikel 38, eerste lid, van de verordening beslissen Gedeputeerde Staten uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.4. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 12 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 5, weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, indien er geen overeenstemming bestaat tussen Gedeputeerde Staten en de subsidieaanvrager over het resultaat van de planstudie.

Artikel 13 Definitief ontwerp

Het definitieve ontwerp van een fietsproject omvat ten minste de hoofdafmetingen, de belangrijkste materialen en apparaten, weergegeven door middel van tekeningen, berekeningen en specificaties op een zodanige wijze dat een duidelijk beeld ontstaat van de aard, de omvang, de realisatietijd, de bouwsom en exploitatiekosten.

Artikel 14 Aanvullende gegevens bij vaststelling

Naast de in artikel 42, tweede lid, van de verordening voorgeschreven gegevens gaat een aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van het definitieve ontwerp als bedoeld in artikel 2, onderdeel b.

Paragraaf 4 Realisatie van fietsprojecten

Artikel 15 Te overleggen gegevens bij aanvraag, afwijking indienings- en beslistermijn

1.Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, gaat in aanvulling op artikel 36, derde lid, van de verordening vergezeld van het definitieve ontwerp, tenzij dit al in bezit is van Gedeputeerde Staten.2. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening kunnen aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, gedurende het gehele jaar worden ingediend.3. In afwijking van artikel 38, eerste lid, van de verordening beslissen Gedeputeerde Staten uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.4.Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Artikel 16 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 5 weigeren Gedeputeerde Staten de verlening van subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, indien er geen overeenstemming bestaat tussen Gedeputeerde Staten en de subsidieaanvrager over het definitieve ontwerp.

Artikel 17 Nadere verplichtingen

In aanvulling op de artikelen 16 tot en met 20 en artikel 42 van de verordening kunnen Gedeputeerde Staten de subsidieontvanger nadere verplichtingen opleggen met betrekking tot:

  • a. de verantwoordelijkheden ten aanzien van de realisatie van het fietsproject;

  • b. de planning, kosten en financiering van het fietsproject;

  • c. de grondverwerving, eigendom, beheer en onderhoud;

  • d. de informatieplicht en publicitaire uitingen;

  • e. de technische eisen waaraan het project moet voldoen.

Artikel 18 Niet-subsidiabele kosten

Niet subsidiabel zijn de kosten die zijn gemaakt ter uitvoering van een taak waartoe de subsidieontvanger bij of krachtens de wet verplicht is.

Paragraaf 5 Beheer en onderhoud van nieuw aangelegde fietspaden

Artikel 19 Eenmalige subsidie

Gedeputeerde Staten kunnen voor het beheer en onderhoud van nieuw aangelegde fietspaden die openbaar zijn in de zin van de Wegenwet eenmalig € 14.000,00 subsidie verstrekken per nieuw aangelegde kilometer fietspad.

Artikel 20 Te overleggen gegevens bij aanvraag en afwijking indieningstermijn

1. Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, gaat vergezeld van het bestemmingsbesluit van het nieuw aangelegde fietspad. 2. In afwijking van de artikelen 36, eerste lid, van de verordening, wordt een aanvraag voor subsidie als bedoeld in het eerste lid uiterlijk 13 weken na de inwerkingtreding van het bestemmingsbesluit van het nieuw aangelegde fietspad ingediend.3. In afwijking van artikel 42, eerste lid, wordt de aanvraag tot subsidievaststelling tegelijkertijd ingediend met de subsidieaanvraag als bedoeld in het eerste lid.4. In afwijking van artikel 38, eerste lid, van de verordening beslissen Gedeputeerde Staten uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.5. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 21 Evaluatie

Deze regeling wordt uiterlijk 1 juni 2011 geëvalueerd.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 en vervalt, met uitzondering van paragraaf 5, met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 23 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling fietsprojecten Zuid-Holland.

Ondertekening

Den Haag, 25 november 2008 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, J. FRANSSEN, voorzitter M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, secretaris