Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Zundert’

Geldend van 29-12-2020 t/m heden

Intitulé

Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Zundert’

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert;

Gelet op

- Wet basisregistratie personen;

- Algemene Verordening gegevensbescherming;

- Verordening gegevensverstrekking basisregistratie persoonsgegevens gemeente Zundert.

besluit:

1. de navolgende ‘Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Zundert’ vast te stellen.

INHOUDSOPGAVE

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2 Aanwijzen functionarissen

Hoofdstuk 3 Het informatiebeheer

Hoofdstuk 4 Het gegevensbeheer

Hoofdstuk 5 Het systeembeheer

Hoofdstuk 6 Het applicatiebeheer

Hoofdstuk 7 Het privacybeheer

Hoofdstuk 8 De gegevensverwerking

Hoofdstuk 9 Het toezicht

Hoofdstuk 10 Het beveiligingsbeheer

Hoofdstuk 11 Het beveiligingscontrol

Hoofdstuk 12 Slotbepalingen

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:

de Wet BRP: de Wet basisregistratie personen (Stb. 2013, 315);

gemeentelijke voorziening: de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over de ingeschrevenen van de gemeente Zundert waarvoor het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1.9 van de Wet verantwoordelijk is;

ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de Wet BRP, in de basisregistratie is opgenomen;

autorisatiebesluit: een besluit als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet BRP betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de centrale voorzieningen;

informatiebeheerder: de functionaris die namens het college van burgemeester en wethouders is belast met de dagelijkse zorg voor de gemeentelijke voorziening en het beheer van het autorisatiebesluit;

informatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding ter zake de basisregistratie personen, de ontwikkeling van kwaliteitsprocedures, beveiligingsprocedures, verstrekking- en privacy procedures, evenals de coördinatie bij de uitvoering van deze procedures;

informatiebeveiligingsplan: informatiebeveiligingsplan voor de gemeentelijke voorziening;

beveiligingsbeheer: het geheel van activiteiten gericht op de inrichting, organisatie en uitvoering van de beveiliging van de persoonsinformatievoorziening;

beveiligingscontrol: het geheel van activiteiten gericht op het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan;

gegevensbeheer: het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening;

systeembeheer: het geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingssysteem, waarmee de gemeente uitvoering geeft aan de Wet BRP;

functioneel applicatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening;

privacybeheer: het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens in de basisregistratie personen en de informatievoorziening daaruit;

gegevensverwerking: het ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een voorgeschreven wijze middels het daartoe bestemde toepassingssysteem opnemen in een gegevensbestand;

toezicht: het geheel van activiteiten gericht op de bewerkstelliging dat de burger zijn verplichtingen op grond van de Wet BRP nakomt.

Hoofdstuk 2 AANWIJZEN FUNCTIONARISSEN

Artikel 2

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zundert wijst functionarissen aan die belast worden met:

  • a.

    Het informatiebeheer;

  • b.

    Het systeembeheer;

  • c.

    Het toezicht;

  • d.

    Het beveiligingsbeheer

  • e.

    Control informatiebeveiliging.

  • f.

    Het privacy beheer BRP.

Artikel 3

De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

  • a.

    gegevensbeheer;

  • b.

    gegevensverwerking;

  • c.

    het functioneel applicatiebeheer;

  • d.

    het namens het College van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring;

Hoofdstuk 3 HET INFORMATIEBEHEER

Artikel 4

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor de voorziening voor de basisregistratie personen, het gegevensmagazijn en het autorisatiebesluit.

Artikel 5

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven over de naleving van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 12 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d.

    administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

  • e.

    periodiek overleg tussen de informatiebeheerder en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;

  • f.

    richtlijnen voor de bijhouding van de basisregistratie personen.

Artikel 6

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

  • b.

    de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 7

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:

  • a.

    persoonsinformatievoorziening;

  • b.

    beveiliging;

  • c.

    gegevenskwaliteit;

  • d.

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 8

De informatiebeheerder beslist:

  • a.

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van de applicatie;

  • b.

    op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratiepersonen;

  • c.

    op verzoeken van derden als genoemd in artikel 3.6 van de Wet en als genoemd in de bij Verordening BRP genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;

  • d.

    over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b en c.

Artikel 9

De informatiebeheerder ziet erop toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 7 plaatsvindt volgens de bepalingen uit de wet BRP, de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen en Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • c.

    de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bij houding evenals de beveiliging van de voorziening voor de basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d.

    dat alle in artikel 2, genoemde functionarissen op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van de applicatie voor de voorziening voor de basisregistratie personen en van de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het Informatiebeveiligingsbeleid, -plan en bij behorende procedures en werkinstructies worden nageleefd.

Artikel 10

De informatiebeheerder, of een door de informatiebeheerder op grond van artikel 2 aangewezen functionaris, neemt deel aan overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de voorziening voor de basisregistratie personen aangaan.

Hoofdstuk 4 HET GEGEVENSBEHEER

Artikel 11

1. De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de voorziening voor de basisregistratie personen;

  • b.

    het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de basisregistratie personen;

  • c.

    de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de basisregistratie personen over gegevensverwerking;

  • d.

    het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de basisregistratie personen;

  • e.

    het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de voorziening voor de basisregistratie personen;

  • f.

    de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de basisregistratiepersonen en andere houders van voorzieningen voor de basisregistratie personen over gegevensverwerking.

2. De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de voorziening van de basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.

Artikel 12

De gegevensbeheerder voorziet in:

  • a.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet BRP;

  • b.

    controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen.

Artikel 13

De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de applicatiebeheerder, vanuit de in artikel 10 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de voorziening voor de basisregistratie personen.

Artikel 14

  • a.

    Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de basisregistratie personen onderworpen aan een inhoudelijke controle door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • b.

    De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • c.

    De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in een voorziening.

Hoofdstuk 4 HET SYSTEEMBEHEER

Artikel 15

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van de bedrijfsapplicatie waarmee een voorziening voor de basisregistratie personen wordt gevoerd (hierna applicatie).

Artikel 16

De systeembeheerder voorziet in:

  • a.

    de fysieke beveiliging van de applicatie;

  • b.

    een dagelijkse back-up, die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de apparatuur voor een voorziening van de BRP is opgesteld;

  • c.

    de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van de applicatie;

  • d.

    de beschikbaarheid van de applicatie , overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 17

De systeembeheerder is bevoegd:

  • a.

    direct maatregelen te treffen wanneer de continuïteit van de applicatie of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is; hij is verplicht achteraf ter zake te rapporteren aan de informatiebeheerder;

  • b.

    aanwijzingen te geven over:

  • beheer toepassingssystemen;

  • beheer van bestanden;

  • reconstructiemaatregelen.

Artikel 18

De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 5 HET FUNCTIONEEL APPLICATIEBEHEER

Artikel 19

De functioneel applicatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • b.

    een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • c.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de functioneel applicatiebeheerder zelf op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

  • d.

    de bijhouding van een dossier van autorisaties, die overeenkomstig artikel 6 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • e.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van de applicatie , alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • f.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van de applicatie;

  • g.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van de applicatie ontstaan;en zorgt, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor een oplossing;

  • h.

    de voorlichting aan alle in artikel 2 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van de applicatie;

  • i.

    de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder; de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de basisregistratie personen worden ontleend;

  • j.

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens; een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen de applicatie , zo nodig door inschakeling van een derde.

Artikel 20

De functioneel applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de ondersteuning bij het gebruik van de applicatie;

  • b.

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c.

    het beheer van de tabellen van de basisregistratie personen;

  • d.

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 21

De functioneel applicatiebeheerder is bevoegd:

  • a.

    a. gegevensverwerkers en het personeel van externe organisatie onderdelen/diensten die direct toegang hebben tot de basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van de applicatie;

  • b.

    over het gebruik van de basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.

Artikel 22

De functioneel applicatiebeheerder adviseert de informatiebeheerder over gehele of gedeeltelijke inwerkingtreding van uitwijkprocessen.

Artikel 23

De functioneel applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het Informatiebeveiligingsbeleid,-plan en bijbehorende procedures en werkinstructies worden nageleefd.

Artikel 24

De functioneel applicatiebeheerder neemt deel aan:

  • a.

    het overleg genoemd in artikel 4, onder e;

  • b.

    het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 7 HET PRIVACYBEHEER

Artikel 25

  • 1.

    privacyfunctionaris adviseert het college van burgemeester en wethouders, de informatiebeheerder, de medewerkers Burgerzaken over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de wet BRP en de Verordening gegevensverstrekking BRP;

  • 2.

    privacyfunctionaris is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 7, onder b, c en d van deze regeling;

    • b.

      het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacy voorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de wet BRP en de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Artikel 26

De privacyfunctionaris adviseert over:

  • a.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet BRP;

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkings-beperking die op basis van artikel 2.59 van de wet BRP ingediend worden en de eventuele privacy-toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;

  • c.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 12 tot en met 21 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • d.

    de kennisgeving ingevolge de rechten van betrokkene(n) zoals vermeld in hoofdstuk III van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

  • e.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 27

De privacyfunctionaris is bevoegd:

  • a.

    op grond van het in artikel 24, sub 2b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Artikel 28

De privacyfunctionaris is, in adviserende zin, betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP en daarbij behorende regelingen, de Algemene Verordening Gegevensbescherming, voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 7 DE GEGEVENSVERWERKING

Artikel 29

De gegevensverwerkers voorzien in:

a. het verwerken van de gegevens in de basisregistratie personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de wet BRP voorgeschreven systeembeschrijving en de handleiding uitvoeringsprocedures (HUP), voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

b. het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens; de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

c. de behandeling van mutaties;

d. de handmatige behandeling van het netwerkverkeer;

e. de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

f. de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de wet BRP en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wet BRP geen ontleningstatus is gegeven;

g. de dagelijkse controle van de in de basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen;

h. de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van

  • wijziging van het naamgebruik;

  • vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft met betrekking tot opname in de basisregistratie personen;

i. de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene in geval van een inschrijving in de basisregistratie personen;

j. de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet BRP (inzage) de behandeling van alle verzoeken om verstrekkings- beperking die op basis van artikel 2.59 van de wet BRP ingediend worden en de eventuele privacy-toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet BRP;

k. de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 12 tot en met 21 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming; de kennisgeving ingevolge de rechten van betrokkene(n) zoals vermeld in hoofdstuk III van de Algemene Verordening Gegevensbescherming;

l. de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 30

a. De gegevensverwerkers:

  • a.

    beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 25 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • b.

    beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

  • c.

    stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.

Hoofdstuk 8 DE TOEZICHTHOUDER

Artikel 31

De toezichthouders als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.

Artikel 32

De toezichthouder controleert of de burger aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38., de wijziging van diens adres (artikel 2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (artikelen 2.40 t/m 2.42.), zijn vertrek uit Nederland (artikel 2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.

Artikel 33

De toezichthouder ziet er op toe dat, wanneer de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.

Artikel 34

1. De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 31, bevoegd:

  • a.

    met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met mee neming van apparatuur (zoals laptop, fotocamera);

  • b.

    zich waar nodig toegang verschaffen met behulp van de sterke arm;

  • c.

    zich laten begeleiden door personen die door hem zijn aangewezen;

  • d.

    inlichtingen te vorderen;

  • e.

    inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;

  • f.

    zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;

  • g.

    onderzoek te doen;

  • h.

    rapport op te maken over een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wet BRP, als genoemd in artikel 31.

Artikel 35

De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in overleg met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.

Artikel 36

a. De toezichthouder is bevoegd om namens het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete op te leggen.

b. De toezichthouder neemt bij gebruik van de bevoegdheid als bedoeld onder a. van dit artikel binnen de gemeente Zundert ter zake geldende beleidsregels in acht.

Artikel 37

De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.

Hoofdstuk 9 HET BEVEILIGINGSBEHEER

Artikel 38

  • a.

    Beveiligingsbeheerder BRP is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.

  • b.

    Beveiligingsbeheerder BRP is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van het plan Informatiebeveiligingsbeleid voor de voorzieningen waarmee de gemeente Zundert uitvoering geeft aan de Wet BRP en voor het gegevensmagazijn.

Artikel 39

  • a.

    Beveiligingsbeheerder BRP ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiligingsbeleid op zodanige wijze, dat de informatiebeheerder diens verantwoordelijkheid op grond van de artikelen 5 en 6 van dit reglement op deugdelijke wijze kan invullen.

  • b.

    Beveiligingsbeheerder BRP coördineert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het Informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 40

Beveiligingsbeheerder BRP is bevoegd:

  • a.

    uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 38, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.

Artikel 41

Beveiligingsbeheerder BRP:

  • a.

    onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;

  • b.

    stelt passende normen en controlemaatregelen op;

  • c.

    implementeert beveiligingsmaatregelen;

  • d.

    coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.

Artikel 42

Beveiligingsbeheerder BRP is het aanspreekpunt op het gebied van informatiebeveiligingsbeleid en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij Directie en medewerkers.

Artikel 43

Beveiligingsbeheerder BRP:

  • a.

    neemt deel aan het in artikel 5, onder e genoemde overleg;

  • b.

    participeert in de ontwikkeling en formulering van het informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 44

Beveiligingsbeheerder BRP rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.

Artikel 45

Beveiligingsbeheerder BRP is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures met inachtneming van de door alle gemeenten overgenomen Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Artikel 46

Beveiligingsbeheerder BRP is bevoegd om de Directie dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet BRP en de BIO.

Artikel 47

Beveiligingsbeheerder BRP ziet er op toe dat:

  • a.

    beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet BRP en het informatiebeveiligingsbeleid worden nageleefd;

  • b.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 48

Beveiligingsbeheerder BRP adviseert rechtstreeks aan het college van burgemeester en wethouders over beveiligingsaspecten die uit het informatiebeveiligingsbeleid voortvloeien.

Artikel 49

Beveiligingsbeheerder BRP voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het beveiligingsbeheer van de BRP.

Hoofdstuk 10 Het beveiligingscontrol

Artikel 50

De controller informatiebeveiliging is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures zoals uitgewerkt in het plan Informatiebeveiliging en met inachtneming van de voor de gemeente vastgestelde Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Artikel 51

De controller informatiebeveiliging is bevoegd om de programmacoördinator van het Klant Contact Centrum en het team Burgerzaken dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet en het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 52

De controller informatiebeveiliging ziet er op toe dat:

  • a.

    beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet en het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd;

  • b.

    b.de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 53

De controller informatiebeveiliging adviseert rechtstreeks aan het college van burgemeester en wethouders over beveiligingsaspecten die uit het plan Informatiebeveiliging voortvloeien.

Artikel 54

De controller informatiebeveiliging voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het Beveiligingsbeheer van de gemeentelijke voorziening BRP.

Hoofdstuk 11 SLOTBEPALINGEN

Artikel 55

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP evenals voor de in de voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP in het gegevensmagazijn.

Artikel 56

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 57

Deze regeling wordt aangehaald als “Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen gemeente Zundert”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 15-12-2020

Burgemeester en wethouders van Zundert,

de secretaris, de burgemeester,

Drs. J.W.F. Compagne J.G.P. Vermue

Bijlage 1 Aanwijzing van beheerfunctionarissen

Op grond van artikel 2 van de BRP-beheerregeling zijn de navolgende beheerfunctionarissen aangewezen:

Informatiebeheer

Als informatiebeheerder is aangewezen de Directeur;

Als plaatsvervanger is aangewezen de Gemeentesecretaris;

Gegevensbeheer/de functioneel applicatiebeheerder

Als gegevensbeheerder is aangewezen de Programmacoördinator Service.

Als plaatsvervanger is aangewezen de coördinator Informatievoorziening.

Als de functioneel applicatiebeheerder voor de applicatie en tevens belast met het berichtenverkeer basisregistratie personen is aangewezen de Medewerker beleidsuitvoering II, team Burgerzaken.

Privacyfunctionaris BRP

Als privacyfunctionaris BRP is aangewezen voor het adviserende deel de Privacy adviseur.

Als privacyfunctionaris BRP is aangewezen voor het controlerende en toetsende deel: Functionaris Gegevensbescherming

Als plaatsvervanger van de privacy adviseur is aangewezen de CISO.

De systeembeheerder SSC ICT Equalit

Als de systeembeheerder SSC ICT Equalit is aangewezen gemeente Oosterhout.

De systeembeheerder I-Burgerzaken

Als de systeembeheerder is aangewezen Pink Roccade.

Gegevensverwerking

Als gegevensverwerkers worden alle medewerkers van het team burgerzaken programma Service aangewezen.

Toezicht

Als toezichthouder(s) zijn aangewezen; Medewerker Handhaving II en Medewerker handhaving III van het team Handhaving, programma Veiligheid.

Beveiligingsbeheerder BRP

Als beveiligingsbeheerder BRP is aangewezen de CISO.

Als plaatsvervanger is aangewezen de Privacy Adviseur

Informatiebeveiligingscontrol BRP

Als controller informatiebeveiliging is aangewezen de controller.